POINTER SISTERS - ALL NIGHT LONG
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2008-02-01
CONCERTFILM
Vijf jaar vóór ze de hitparade bestormden met Bruce Springsteens
Fire (1978), de song waarmee hun internationale carrière een hoge vlucht nam, debuteerden de Pointer Sisters op het platenlabel Blue Thumb Records dat o.a. Captain Beefheart in z’n catalogus had staan. De vier zusjes waren thuis opgegroeid met gospelmuziek en Elvis Presley en na hun schoolopleiding toerden ze als backinggroep voor o.a. Grace Slick en Boz Scaggs. Hun eerste single op Atlantic ging de mist in, maar de single
Yes We Can Can uit hun debuutalbum
The Pointer Sisters (1973) was meteen goed voor een elfde plaats in de Amerikaanse popcharts en een twaalfde in de R&B-hitlijst. Hun
entrée was met grote zorg voorbereid: gehuld in sierlijke en bonte jurken uit de jaren’40 met bijpassende hoedjes, pluche en sjaals van ganzenveren die ze voor een prikje op de kop tikten bij gespecialiseerde uitdragerijen, met aangepaste make up, vooroorlogse kapsels en een geloofwaardige forties
stage act, brachten ze een hitsige en swingende show van R&B-, jazz- en bebopklassiekers, eigen composities en materiaal van Allen Toussaint en Willy Dixon waarmee ze opvielen en succes oogstten. Nog in 1973 waren ze op de
Marché International de la Musique (MIDEM) in Cannes de grote revelatie en de Franse platenmaatschappij Vogue zette een grote reclamecampagne op om hun debuutalbum op de Europese markt te lanceren.
Op hun tweede album
That'S A Plenty (1974) bouwden de Pointer Sisters consequent voort aan hun aparte en exquise repertoire van jazz en bebop en de countrysong
Fairytale (geschreven door Anita en Bonnie) leverde een
Grammy for the Best Country Performance op en een nominatie voor de beste countrysong van het jaar. De marktwaarde van de Pointer Sisters bereikte een eerste hoogtepunt en de meisjes werden in de zomer van 1974 uitgenodigd op het driedaagse
Black Music & Sports Festival in Kinshasa waar het gevecht van de eeuw zou plaatsvinden tussen de bokskampioenen Mohammed Ali en George Foreman. Aan dat evenement, opgezet met grootse middelen en via satelliet uitgezonden in een ontelbaar aantal westerse en Afrikaanse landen, danken we de opnamen van het
All Night Long-concert op deze dvd.
Het gevecht tussen Ali en Foreman was een idee van Don King, de flamboyante boxpromotor. Hij beloofde 5 miljoen dollar prijzengeld, maar kreeg dat bedrag niet bij elkaar. De Zaïrese president Mobutu, niet gespeend van grootheidswaanzin en zinnens zijn land definitief op de kaart te zetten, bood King aan om het gevecht in Kinshasa te organiseren, wat ook gebeurde met de medewerking van een groot aantal sterren uit de internationale sport- en muziekwereld om het evenement aantrekkelijk te maken voor de Amerikaanse televisiezenders. De Pointer Sisters waren ‘hot’ in 1974 en dus van de partij met nummers uit hun beide eerste langspelers. De show werd ingeblikt voor videorelease in de States door niemand minder dan regisseur Leon Gast die het plan had opgevat om een
zwarte Woodstock-film te maken, een plan dat achteraf struikelde door gebrek aan sponsors. Drieëntwintig jaar later gebruikte Leon Gast het boksmatchmateriaal in de documentaire
When We Were Kings (1996) waarvoor hij de Oscar® voor de beste documentaire kreeg in 1997.
De Pointer Sisters in hun jaren '40-toiletjes met grote zonnebrillen en exotische hoedjes en met een repertoire dat de Zaïrezen onbekend was, staken schril af tegen de Afrikaanse etnische muziek van de acts die aan hun optreden voorafgingen. De vier jonge Amerikaanse vrouwen stonden er een beetje ongemakkelijk en onzeker bij, beseffend dat het publiek nog nooit van ze gehoord had en dit soort act ook helemaal niet verwachtte. Ze gooien zich voor de leeuwen met
Hands Up, niet meer dan een korte introductie voor
Wang Dang Doodle (All Night Long) van bluesman Willie Dixon uit hun debuutplaat. Het is de tweede single release en die staat op datzelfde moment met stip in de Amerikaanse R&B-hitlijst. Het nummer krijgt een snelle en jachtige uitvoering met onderaan een stevige en bonkende beat. Anita, Ruth en June zetten alles op alles om de zaal op hun hand te krijgen, maar die is wellicht nog niet helemaal over zijn verbazing heen en dus sputtert het enthousiasme voorlopig nog. Uit hun tweede album
That’s A Plenty volgen twee songs:
Steam Heat met een typische jaren’40-tingeltangelpiano, perfect getimede danspasjes en de nodige kattigheid, voeren de dames het publiek voorzichtig mee in de richting van
Salt Peanuts, een jazznummer op speed met parlando en afgeknepen stemmetjes, voorzien van een hitsige pianosolo en vervolgens een stevige drumpartij. Daar hebben ze in Zaïre wél oren naar. De
Sweeney River Medley geeft de aftrap voor een korte rit langs gouden klassiekers (o.a.
Charleston) om vervolgens naadloos over te gaan in
Old Songs, een nostalgische ode aan de vooroorlogse Amerikaanse vaudevillemuziek:
Ba Meir Bist Du Schien is wat overblijft van de Jiddische klassieker
Bei Mir Bist Du Shein van Jacobs & Secunda uit 1932 nadat o.a. The Andrew Sisters er hun tanden inzetten en er een enorme hit mee scoorden in 1937. Bij de Pointer Sisters swingt het nummer in de beste big band-traditie, zij het dat ze het moeten doen met een gitaar- en pianobegeleiding.
PLAYLIST
• Hands Up
• Wang Dang Doodle (All Night Long)
• Steam Heat
• Salt Peanuts
• Swanee River Medley
• Old Songs
• Be Meir Bist Du Schien
• That's A Plenty
• Alexandra's Ragtime Band
• I Wish I Could Shimmy
• Yes We Can
• Love Up In Them Hills
That's A Plenty uit het gelijknamige album, is oorspronkelijk een ragtimecompositie voor piano, geschreven in 1921 en in de jaren '30 en '40 door o.a. Benny Goodman,
The King Of Swing zoals hij genoemd werd, populair gemaakt. The Pointer Sisters brengen een jazzversie met bebopinvloeden.
Alexandra's Ragtime Band is pure majorettemuziek. Anita, Ruth en June wagen zich aan een stepdans op jankend pianogetokkel. Zwoeler en romantischer klinkt
I Wish I Could Shimmy dat bekend is van The Beatles die het op hun repertoire hadden staan in de The Star Club in Hamburg (1962). Dan staat er niets meer een spetterende finale in de weg met een uitgebreide versie van
Yes We Can die het publiek uit zijn stoelen doet opveren en vervolgens een al even pulserende en vurige uitvoering van
Love Up In Them Hills waarbij de zaal definitief uit de bol gaat.
Voor zover bekend is
The Pointer Sisters in Africa (de originele titel van deze dvd in de States) de enige belangwekkende videoregistratie uit de beginperiode van de Pointer Sisters, tenzij er opnamen zouden bestaan van hun concert
Live at the Opera House (1974) in San Francisco (dat wél als album is verschenen).
BEELD EN GELUID
Voor een video-opname die meer dan dertig jaar ergens op de planken heeft gelegen ziet
The Pointer Sisters – All Night Long er verrassend goed uit. De kleuren hebben hun intensiteit bewaard en de opname oogt aantrekkelijk. Het camera's liggen op de schouder en veranderen razendsnel van positie waardoor de scherpstelling niet altijd even vlot verloopt met korte wazige overgangen tot gevolg. De zaal is slecht verlicht en het vrij luidruchtige publiek zien we alleen in schijnwerpervlekken van op een grote afstand. Tot drie keer toe wordt overigens precies dezelfde opname van het publiek getoond tijdens het applaus. De oorspronkelijke geluidstrack is een stereo-opname die men voor de gelegenheid heeft geüpgraded naar een 5.1-versie. Het effect is mager. Meer dan stereo surround valt er niet te beleven. De stemmen klinken bij momenten net iets te hol om van een perfecte opname te spreken.
EXTRA'S
De dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Deze concertregistratie uit de begincarrière van de Pointer Sisters komt als een volslagen verrassing. Niemand had wellicht verwacht dat die periode op video was vastgelegd. Voor nostalgici onder u is dit dus dé gelegenheid om ze aan het werk te zien in hun pronkerige jaren '40-outfit en te genieten van hun prachtige stemmen, hun kreetjes, hikjes en zuchtjes en het uitstekende materiaal dat ze voor hun beide eerste albums selecteerden. De opname is jammer genoeg vrij kort, maar wel uniek.