TROIS COULEURS
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2002-06-19
INLEIDING
De helaas reeds in 1996 overleden regisseur Kieslowski was voor korte tijd één van de belangrijkste creatieve geesten van de Europese film. In de meeste van zijn films observeert hij op zeer artistieke wijze de mensen en hun onderlinge relaties. In 1988 draait hij de Dekalog, tien kortere films over de tien geboden, in een moderne context geplaatst. Dit soort raamvertellingen liggen hem wel, en na La Double Vie de Véronique uit 1991, waarin hij zijn voorliefde voor thema's als toevalligheid en vergankelijkheid kan botvieren, is hij in 1994 klaar voor zijn meesterwerk. Drie films over de idealen van de Franse revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid. Drie losstaande verhalen met toch een gemeenschappelijk thema. Hij zoekt drie actrices voor de hoofdrollen, en vindt hiervoor Juliette Binoche, Julie Delpy en Irene Jacob.
FILMS:
Bleu
Bleu is ongetwijfeld de meest deprimerende film van de drie. Julie (Juliette Binoche) heeft net ternauwernood een auto-ongeval overleefd. Haar man en haar dochtertje zijn hierbij jammerlijk omgekomen. Alhoewel ze op een kast van een kasteel woont, zet ze het hele zootje bij de notaris te koop, en probeert zelf te verdwijnen in de anonimiteit van de grootstad, Parijs. Haar man was componist, en had de opdracht gekregen om een nieuwe Europese hymne te componeren, en zijn naaste collega, Olivier (Benoît Régent) wordt zenuwachtig wanneer hij de kopie niet vindt. En hij is niet de enige die terug contact zoekt met Julie: ook een getuige van het ongeval benadert haar om een hangertje terug te geven. En tot overmaat van ramp duiken er in de media foto's op van haar man in een compromitterende situatie met een advocate. Wanneer die ook nog eens zwanger blijkt te zijn van hem, moet Julie een paar radicale beslissingen nemen om voorgoed bevrijd te geraken van de geesten uit haar verleden.
Blanc
Blanc is zeker de grappigste film uit het trio, maar de humor is bij momenten nogal cynisch. De Poolse kapper Karol Karol (Zbigniew Zamachowski) zit in een lastige scheiding verwikkeld met zijn Franse vrouw Dominique (Julie Delpy). Zij laat geen enkele kans onbenut om haar man voor het gerecht zwart te maken, en wil scheiden op grond van het feit dat Karols mannelijkheid het op het cruciale moment laat afweten. Hij houdt nog altijd zielsveel van haar, en zou liefst willen dat ze met hem naar Polen terug zou gaan. Daar heeft ze echter niet al te veel zin in, en als klap op de vuurpijl vernedert zij hem nog een potje door openlijk aan te pappen met iets virielere mannen. Karol moet berooid terug naar Polen terugkeren, op hoogst oncomfortabele wijze in een valies, met de hulp van Mikolaj (Janusz Gajos), een toevallige passant die hij in de Franse metro heeft ontmoet. Mikolaj is levensmoe en zou graag hebben dat Karol hem - uiteraard tegen vergoeding - uit de weg ruimt omdat hij daar zelf te laf voor is. Karol kan hem echter doen inzien dat er nog altijd mensen zijn die het in het leven nog erger hebben - hijzelf bijvoorbeeld - en met zijn onverbeterlijk optimisme krabbelt hij terug uit het dal. Hij trekt in bij zijn broer Jurek (Jerzy Stuhr), haalt zich met een louche immobiliën-deal de woede van de lokale maffia op de hals, en met twaalf stielen en dertien ongelukken werkt hij zich op tot een deftige directeur van een import-exportbedrijfje. Al die tijd heeft hij echter maar één doel voor ogen: Dominique de rekening presenteren.
Rouge
Rouge is het meest mysterieuze luik van de drie, maar volgens ons ook meteen het beste. Valentine (Irène Jacob) komt aan de kost als mannequin en studeert tussendoor. Met haar privé-leven is het wat ingewikkelder gesteld. Ze heeft een nogal stormachtige relatie met Michel, die voortdurend belt om haar te controleren, probeert afstand te nemen van haar moeder, en haar broer Marc is aan de harddrugs. Op een avond rijdt ze een hond van de weg. Het dier draagt een naamplaatje, en ze belandt in het huis van de bijzonder cynische ex-rechter Joseph Kern (Jean-Louis Trintignant). Die schijnt zich eerst niet te interesseren voor het lot van de hond: zijn interesses gaan meer naar het illegale afluister-toestel waarmee hij het doen en laten van zijn buren observeert. Valentine is geschokt door de perverse manieren van de rechter, maar om haar vertrouwen te winnen, geeft hij zich vrijwillig aan bij de politie. Een flatgenoot van Valentine, die ze volledig niet kent, Auguste (Jean-Pierre Lorit), werd ook door de rechter afgeluisterd. Hij staat op het punt voor zijn examen voor rechter te slagen. Zijn vriendin Karin (Frédérique Feder), van wie hij zielsveel houdt, blijkt hem echter fameus te bedriegen. Bovendien is er een merkwaardige parallel tussen wat er met Auguste en Karin gebeurt, en het verleden van rechter Kern, die intussen regelmatig bezocht wordt door Valentine, en aan wie hij zijn leven opbiecht. Er groeit een bijzondere verstandhouding tussen het succesvolle model en de cynische zonderling, die na hun ontmoeting terug pogingen doet om de wereld aan te kunnen.
Zowel op inhoudelijk als op vormelijk vlak zijn deze films artistiek zeer weldoordacht. In elk van de drie films vind je als hoofdtoon in de fotografie de desbetreffende kleur terug: het blauw de kralen uit de luchter van Julie, het wit van de sneeuwvlakten waar de ongelukkige Karol zijn koffer verlaat, en het rood van de inrichting van Valentines appartement. De kleuren blijven altijd discreet aanwezig, in de auto's, de gordijnen, de kleding van de mensen... Hiernaast zit de film nog vol visuele grapjes: hét teken van de meester is dat er in elke film een scène zit waarin een oud dametje een fles in een glascontainer tracht te gooien, maar er niet bijkan. De films zelf lijken op het eerste zicht een samenloop van toevallige omstandigheden, maar naarmate de verhalen vorderen, worden alle losse draden samengeweven tot één duidelijke lijn. Ook in de derde film, Rouge, het sluitstuk van de trilogie, worden de verhalen uit de andere twee films weer opgepikt. Het zijn erg moeilijke films waar je je volle aandacht moet bijhouden, met een ongelofelijk breede waaier aan lagen en dubbele bodems, die zeker een meervoudige visie vergen, maar de kracht van Kieslowski is dat de films zelfs voor niet-cinefielen erg smaakvol en verhoudingsgewijs toch redelijk toegangelijk blijven.
BEELD EN GELUID
Alledrie de films worden in anamorfisch 1.85:1-formaat weergegeven, en zijn voorzien van een enkele soundtrack. De beeldkwaliteit is doorgaans goed, alleen zitten er soms een paar foutjes in. Er zit een storende ruis in Rouge op ongeveer de 70e minuut, in Blanc zijn er enkele zeer onscherpe scènes met wat compressie-artefacts, en zo kunnen we op elk van de beelden wel wat aanmerken. Kort gesteld is feitelijk alleen Blanc qua beeld eerder aan de zwakke kant te noemen. De o zo belangrijke kleuren zijn helder, stabiel en weinig grainy. De Dolby Digital 5.1-geluidstrack is puik: de dialoog is goed gescheiden van de muziek en de achtergrondgeluiden, en op de schaarse momenten waarop er gebruik moet worden gemaakt van geluidseffecten (het auto-ongeluk in Bleu, de ziekenwagen in Blanc, het défilé en de storm in Rouge) zijn zeer realistisch, en ruimtelijk zeer goed gespreid.
EXTRA'S
Alledrie de discs zijn voorzien van stijlvolle geanimeerde menu's en uitschakelbare ondertiteling. Op elke disc staat een kort achtergrondfilmpje waarin regisseur Kieslowski telkens rond de tien minuten lang zijn ideeën die hij in de films heeft uitgewerkt, nader toelicht. Ook vinden we voor elke film een trailer terug, enkele tientallen korte stukjes interview met crew en hoofdrolspelers, en een selectie muziektracks uit de film. Op de discs van Blanc en Rouge vinden we ook nog een documentaire over het maken van de film, bestaande uit allemaal korte stukjes die bepaalde aspecten van de film uitdiepen (keuze van de kleur, camerawerk, locaties enzomeer). Rouge bevat tot slot nog een ongeveer een kwartier durende documentaire waarbij een interessant portret van Krzystof Kieslowski wordt getoond tijdens het festival van Cannes in 1994, waar hij Rouge aan het publiek voorstelde. De discs hebben een mooie layout, maar het is vooral de uniforme afwerking die in het oog springt. Het bonusmateriaal is een zeer interessante aanvulling op de drie films, uitstekend van kwaliteit en allemaal Nederlands ondertiteld. Mooi zo!
CONCLUSIE
Drie bijzonder warme en goed gemaakte films; A-Film heeft er bovendien een zeer waardige release van gemaakt, die menig filmliefhebber zal bekoren. Wel even opmerken dat de films alleen maar met z'n drieën samen te koop zijn - wat had je anders gedacht?
Studio:
A-Film
Regie:
Krzysztof Kieslowski
Met:
Bleu: Juliette Binoche, Benoît Régent, Florence Pernel, Charlotte Véry
Blanc: Zbigniew Zamachowski, Julie Delpy, Janusz Gajos, Jerzy Stuhr
Rouge: Irene Jacob, Jean-Louis Trintignant, Frédérique Feder, Jean-Pierre Lorit
Beeldformaat:
1.85:1 anamorfisch PAL
Geluid:
Frans Dolby Digital 5.1 (Bleu, Rouge),
Frans/Pools Dolby Digital 5.1 (Blanc)
Ondertitels:
Nederlands
Extra's:
• 3 Trailers,
• Cinematografieles door Krzysztof Kieslowski,
• Interviews met commentaar door cast en crew,
• 2 Making of documentaire (Blanc, Rouge),
• Muziek uit de films,
• Documentaire "Kieslowski in Cannes"