Regie: James B. Harris
Met: Richard Widmark, Sidney Poitier, James MacArthur, Martin Balsam, Wally Cox, Eric Portman, Michael Kane, Donald Sutherland
Het Bedford-incident speelt zich af in de Noordelijke IJszee ter hoogte van Groenland waar de Amerikaanse destroyer USS Bedford o.l.v. kapitein Eric Finlander belast is met het documenteren, monitoren en evalueren van het dreigingsniveau van de Russische onderzeeërs die hij in het gebied detecteert. De voormalige Duitse U-bootkapitein Wolfgang Schrepke, de zgn. Commodore, is aan de missie toegevoegd omdat hij ervaring heeft met Russische duikboten. In de beginscène van de film zien we hoe een helikopter twee mannen op de USS Bedford dropt: arts Chester Potter die na 20 jaar naar de actieve dienst terugkeert en de jonge zwarte journalist Ben Munceford die voor een Amerikaans magazine een sfeerbeeld maakt van het leven op een oorlogsschip. En nog vooraleer de beide mannen zich goed en wel geïnstalleerd hebben, vernemen ze dat de USS Bedford een Russische duikboot heeft gespot die de territoriale wateren van Groenland is binnengevaren, waardoor de internationale afspraken zijn geschonden. In principe heeft de USS Bedford nu het recht om de Russen naar de oppervlakte te dwingen en excuses te eisen.
Maar de USS Bedford is een patrouilleschip en dus wordt kapitein Eric Finlander niet geacht om een incident uit te lokken. Van het NATO-hoofdcommando krijgt hij de opdracht om de duikboot te volgen en z’n bewegingen te registeren en een confrontatie tot elke prijs te vermijden. Voor de crew is het allemaal dagelijkse routine, maar Ben Munceford is er al heel vroeg niet gerust in, want kapitein Eric Finlander lijkt hem net iets te hardnekkig te zijn en niet geneigd om zich zondermeer bij het bevel van hogerhand neer te leggen. Hij vindt het vooral vreemd dat Finlander na een succesvolle missie in de buurt van Cuba – waar hij een duikboot naar de oppervlakte dwong - is gepasseerd voor de benoeming tot admiraal. Een paar uur later wordt het Munceford duidelijk dat Eric Finlander niet zinnens is om gewoon toe te kijken, maar alles in gereedheid brengt om de Russen in het nauw te drijven. Een duikboot heeft nl. zuurstof aan boord voor 20 à 24 uur en moet dus op een keer naar de oppervlakte stijgen om verse lucht te tanken. De Russen geven zich evenwel niet zomaar gewonnen en keren terug naar internationale wateren, waar Eric Finlander tot ieders verbazing doorgaat met de achtervolging en de atoomtorpedo’s van de USS Bedford op scherp laat stellen…
Laat ons met het goede nieuws beginnen: Richard Widmark is uitstekend gecast als kapitein Eric Finlander, een communistenhater die het bevel van zijn oversten naast zich neerlegt en nog maar een doel heeft waardoor hij z’n schip en crew in groot gevaar brengt, wat journalist Ben Munceford gaandeweg beseft en de man tot reden probeert te bewegen. Sidney Poitier speelt de rol met overtuiging en kan vanaf het begin op de sympathie van de kijker rekenen. Martin Balsam neemt de rol van de arts voor zijn rekening, maar het personage Chester Potter speelt nauwelijks een rol in de film en lijkt een beetje op een vullertje. Eric Portman is perfect gecast als de geheimzinnige en weinig spraakzame Duitse U-bootkapitein Wolfgang Schrepke die als een toonbeeld van discipline en discretie de kapitein van de USS Bedford adviseert maar niet tegenspreekt of onder druk zet: een Duitser in hart en nieren. Moeders mooiste James MacArthur kruipt in de huid van Ensign Ralston, de officier die toezicht houdt op het wapenarsenaal van de USS Bedford. Hij heeft een kleine rol, maar hij was destijds naast Sidney Poitier degene die het vrouwelijke publiek naar de bioscoop moest lokken. Wegens zijn jongensachtige look was hij in de jaren zestig immers heel erg populair.
De achtervolging van een duikboot waarvan we halverwege de film niet meer dan de snorkel te zien krijgen in een donker zeelandschap (om de trucage te verdoezelen) met hoge ijsbergen en voor de rest alleen het geluid van de sonar: het is niet meteen het decor voor een spannende actiefilm en dat is ook het geval waardoor je als kijker pas op het puntje van de stoel terechtkomt op het moment dat kapitein Eric Finlander besluit om tot actie over te gaan. In afwachting wordt de camera op de gestreste crew, de onvoorspelbare kapitein van de USS Bedford en de nieuwsgierig Ben Munceford gericht: veel bekvechten en weinig of zelfs helemaal geen actie. Widmark en Poitier redden de film met puik acteerwerk, voor de rest is er sprake van nogal wat scènes (analyse van het Russische keukenafval, de ongewenste aanwezigheid van arts Potter) die nauwelijks ter zake doen en die de vaart uit de film halen. Let wel, de laatste vijftien minuten maken veel goed en de finale is zelfs ronduit verbluffend, maar de rest is niet echt een hoogvlieger.
Naar The Bedford Incident kijk je met andere woorden vooral voor de perfecte acteerprestatie van Sidney Poitier en z’n barse tegenspeler, gestalte gegeven door Richard Widmark, en uiteraard voor de spannende laatste 15 minuten.