LEGIONNAIRE
Bespreking door: Didier - Geplaatst op: 2020-12-22
FILM
Als er één genre was waar in de jaren '80 (en ook het begin van de '90’s) geen gebrek aan was dan moet het wel de actiefilm geweest zijn. Het is niet alleen Trump die het machogedrag naar het Witte Huis loodste, ook zijn partijgenoot Ronald Reagan kon daar aardig weg mee. Spierballen werd dan ook de nieuwe seks in de cinema met filmsterren die er vooral stoer moesten uitzien. Mannen die de filmkassa’s deden rinkelen met hun biceps en producties afleverden waar de smaakpolitie de neus voor ophaalde. In het geval van Arnold Schwarzenegger en Sylvester Styallone hadden ze het compleet mis, want zo wat elke film van hun heeft vandaag de naam “klassieker” veroverd, en niet alleen uit nostalgische redenen. Als je deze twee buiten beschouwing laat, val je meteen in een zwart gat. Mits wat goede wil kun je uit de grote hoop troep wel een paar leuke films van Chuck Norris en Steven Seagal toveren, maar eens daarna wordt het de grijze zone van de guilty pleasures. En dat geldt eigenlijk zo wat voor het hele oeuvre van Jean-Claude Van Damme.
Zonder Cannon was er waarschijnlijk geen sprake van de Muscles from Brussels in de filmwereld. Van Damme vond wel van zichzelf dat hij een geboren Hollywood-legende was, maar verder dan het vertolken van wat figurantenrolletjes lukte het niet. Menahem Golan van de beruchte Cannon-groep wilde een eigen Stallone of Schwarzenegger, maar dat mocht allemaal niet te veel kosten. Van Damme moest tot dan genoegen nemen met het spelen van onbeduidende figurantenrolletjes, of als buitensmijter van een café dat werd gerund door Chuck Norris. Een café dat trouwens nog altijd bestaat (weliswaar onder een andere eigenaar): de Woody’s Wharf mocht je ooit op een dag in Newport Beach verzeild geraken!
Golan en Van Damme waren niet meteen beste vriendjes, maar omdat geld nu eenmaal heer en meester is in alles, werd ook deze op het eerste gezicht onmogelijke samenwerking beklonken en kreeg Van Damme met
Bloodsport in 1988 zijn eerste grote rol. De rest is geschiedenis, en met daarna de nog beter scorende
Kickboxer was Van Damme één van de meest gevraagde actiehelden in Hollywood. Grote titels waren er meer dan genoeg:
Cyborg,
Death Warrant,
Double Impact,
Universal Soldier,
Hard Target,
Nowhere To Run of
Street Fighter. Het waren allemaal één voor één films die vooral goud in de videotheken opleverde. Allemaal films die absoluut garant staan voor anderhalf ongegeneerd actievertier, maar altijd waren zijn films wat tweede klasse. Je zag dat het goedkope films waren, en was er dan toch een budget aanwezig dan kon je niet anders dan toegeven dat Van Damme een paar verdiepingen lager zat dan de twee grote voorbeelden uit het genre.
What goes up, must go down en op het einde van de jaren '90 was het liedje zo goed als uit voor Van Damme. Ten minste wat bioscoopsuccessen betrof, want de Brusselaar bleef aan een hoog tempo zijn routineuze vehikels uitpompen maar geen één van hun werd goed genoeg bevonden voor een cinemarelease en ze verschenen dan ook regelrecht op dvd. En dat laatste bracht in de nillies toch nog een aardige stuiver op. Een jaar na
Double Team, kwam
Legionnaire uit en in de VS was men er zo door ontgoocheld dat de film de zaal niet haalde. Het was het begin van de aftakeling...
De film speelt zich af in de jaren 1920 in Marseille en heeft een goedkoop Borsalino-sfeertje. Van Damme is, hoe kan het ook anders, de Franse bokser Alain Lefèvre die probeert door te vechten de eindjes aan elkaar te knopen. Op een dag vraagt gangster Lucien Galgani (Jim Carter) om voor hem te vechten, maar het is hem niet om de eer te doen, wel om het geld. Tijdens een gevecht waar heel veel geld op gewed is, wordt gevraagd aan Alain om in de tweede ronde knock out te gaan. Het is natuurlijk Van Damme en die verliest nooit. De bokser mept zijn tegenstander bewusteloos tegen de grond en meteen wordt Alain vogelvrij verklaard. Het plannetje om met zijn vriendin Katrina (Ana Sofrenović) naar Amerika te vluchten gaat ook niet door. Tijdens zijn vlucht ziet Alain een poster hangen van het Franse vreemdelingenlegioen en voor hij het weet trekt hij in Marokko ten strijde tegen het Berber-leger dat geleid wordt door Abd el-Krim.
Legionnaire is een routineuze Van Damme-film waarin vooral veel geschoten wordt. De lijken stapelen zich in een zo'n snel tempo op dat het je na een tijdje geen moer meer kan schelen wie er aan flarden wordt geschoten. De film oogt ook enorm goedkoop en mist de cheesy Cannon-sfeer die zijn kaskrakers net die extra touch gaven. Vervelen doe je niet echt, maar op het einde van de rit lijkt het niet meer dan een verkleed bal te zijn waarbij Van Damme een legioen-uniform aantrekt en via zijn gekende manier de tegenstanders uitschakelt. De dialogen zijn tenenkrullend slecht, aan clichés geen gebrek en het is het soort scenario waarmee de scriptschrijver in één uur klaar mee was. Van Damme-fans zullen niet klagen bij
Legionnaire, maar meer moet je er ook niet van verwachten. Niet dat we dat bij aanvang hadden gedaan, maar als popcorn-knokfilm nog bijlange zo slecht niet.
BEELD EN GELUID
Een uitgave van E1, maar dat geeft alleen maar invloed op de kaft. De disk zelf is een oude uitgave van RCV, inclusief een Hollandse stem die op onnavolgbare wijze de woorden "ook verkrijgbaar op dvd" schreeuwt. Wie RCV kent, weet waarover we praten. Net iets beter dan een VHS-band dus. Gelukkig is
Legionnaire een zeer heldere film (zowel qua decor als lichtgeving) en dus valt het allemaal wel best mee, maar detailscherpte hoef je niet te verwachten. Bovendien kan je de ondertiteling niet uitschakelen, en die neemt toch 1/4e van je beeldscherm in beslag. Het geluid is zonder gelaagdheid en in een film die het moet hebben van explosieve geweerschoten kan dat aardig op de zenuwen werken. Meenemen als je hem ergens voor 1 euro of minder treft, laat hem anders maar liggen.
EXTRA'S
Er staan geen extra's op deze disk, maar de waarheid gebiedt ons te zeggen dat daar ook geen nood aan was.
CONCLUSIE
Legionnaire is één van de vele Van Damme-films waarbij de Brusselaar niet meer moet doen dan de vuisten bovenhalen, maar deze keer is het Franse vreemdelingenlegioen het decor. Als popcorn gerust ok, maar het is en blijft zoals elke Van Damme-film: zeer oppervlakkig, één die je na een paar uur vergeet en dansend op de koord van pure trash.