SCARECROW
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-01-22
FILM
Max en Lionel zien zichzelf als een stel gewiekste entrepreneurs. Hun plan: een prachtige carwash openen met het geld dat Max veilig op een bank in Philadelphia heeft staan en vervolgens de gemakkelijk verdiende dollars binnenrijven. De realiteit is echter genuanceerder. Want eigenlijk zijn Max en Lionel landlopers, die al liftend van de Amerikaanse westkust naar het oosten trekken. Onderweg worden ze geconfronteerd met oude liefdes, een gevangenisverblijf, tijdelijke baantjes en de eindeloze vlaktes van het Amerikaanse binnenland. Twee compleet verschillende types zijn het, die desondanks elkaars beste vrienden worden, lief en leed delen en de toekomst steeds positief inzien.
Als de weg naar de hel – zoals het spreekwoord luidt – geplaveid ligt met goede voornemens, dan likken de satanische vlammen nu ongetwijfeld aan de tenen van de makers van
Scarecrow. Het idee achter de film is immers bona fide, de inzet van de acteurs lovenswaardig en de psychologische onderbouw perfect begrijpbaar. Probleem is alleen dat dit een doodsaaie roadmovie oplevert, zonder noemenswaardig conflict, met een overdreven aandacht voor arty-farty filmmakerij en een doelloos scenario. Als kijker ben je nog geïntrigeerd in de openingsminuten, maar na een kwartier vraag je je af wanneer er eindelijk iets gaat gebeuren, en tegen de zestigste minuut – als er dan tóch een plotontwikkeling uit de hoed van de scenarist getoverd wordt – kan het je allemaal geen bal meer schelen.
Nochtans zijn er genoeg redenen waarom de premisse van de film had kunnen werken. Twee tegengestelde karakters die samen op pad trekken? Klinkt niet slecht. Ze worden bovendien gespeeld door Al Pacino en Gene Hackman, in hun enige film samen? Nog beter! En bovendien won
Scarecrow een (gedeelde) Gouden Palm in 1973? Hoe kan het in godsnaam mislopen? En toch gaat de film op spectaculaire wijze van de rails. Alle hoop op drama, spanning en emotie worden door regisseur Schatzberg immers vakkundig de strot om gewrongen. Hij doet niet de moeite om een spanningsboog te introduceren, maar rekent puur op klasbakken Pacino en Hackman om de losjes aan elkaar gebreide scènes te doen werken. Het had een meesterzet kunnen zijn, maar de cineast blijft steken in een ellenlange remise. Toegegeven, hij had wellicht gehoopt op beter prestaties van zijn steracteurs, die beide in een creatieve topperiode zaten, maar hier hun minst geïnspireerde, meest zielloze performances van de jaren zeventig neerzetten. Eens te meer wordt daardoor het bewijs geleverd dat het niet de acteurs zijn die een film maken, maar dat drie andere woorden horen te domineren: script, script en nog eens script.
Is het dan allemaal kommer en kwel? Gelukkig niet. Na het afgrijselijk onbekijkbare eerste uur, vindt de prent een beter narratief pad, waardoor de laatste vijftig minuten ermee door kunnen. De personages worden zowaar met ernstige conflicten geconfronteerd, een vleugje humor sluipt in het scenario – o.a. in een erg goede scène waarin Hackman zich strippend ontdoet van zo’n tiental pullovers en T-shirts – en even schijnt de film zelfs naar een doel toe te werken. In het finale kwartier komt bovendien een prima in beeld gebrachte geestelijke ondergang van een van de protagonisten aan bod, die qua toon en stijl doet denken aan het slot van
One Flew Over The Cuckoo’s Nest. Deze scènes bieden een blik in de film die
Scarecrow had kunnen zijn: creatief, innovatief, shockerend, memorabel en de kijker confronterend met zichzelf. Spijtig genoeg lijkt het totale eindproduct in weinig op dit goede voornemen en blijf je gefrustreerd op je honger zitten.
BEELD EN GELUID
Als je de artistieke kwaliteiten van de film zelf eventjes uit je geheugen bant, valt er veel te genieten met
Scarecrow. Het beeld is immers van een erg goede kwaliteit. De widescreenshots van gevierd cameraman Vilmos Zsigmond ogen nauwelijks een dag oud, zijn vrij van grain of beschadigingen, bestrijken een natuurlijk kleurenpalet en gaan gepaard met een verbluffende scherpte. Enkel in een aantal donkerdere scènes naar het einde toe, verliest de beeldkwaliteit eventjes de pedalen, maar voor het overige is dit een erg goede transfer. Ook het geluid, dat in de originele mono-uitvoering op de dvd staat, werd mooi opgekuist en klinkt daardoor erg helder. Minpunten zijn nauwelijks op te sommen, hoewel het éénkanaalsspoor niet bepaald een toonbeeld is van dynamisme.
EXTRA’S
De bonussectie is gevuld met twee korte items. Als eerste is er een
Trailer (3 min.) die er miraculeus in slaagt de prent min of meer als interessant te verkopen. De tweede extra betreft een korte promotionele making-of uit 1973:
On the Raod with Scarecrow (4 min.). Het is een weinig onthullende featurette, met slechts één kort hoogtepunt: het contrast in werkwijze tussen Hackman en Pacino.
CONCLUSIE
Laat je vooral niet vangen aan
Scarecrow. De film mag dan gedraaid zijn in de fabuleuze filmjaren zeventig, en twee van de beste acteurs van die generatie in zijn cast tellen, het blijft een doodsaaie bedoening. Een goed ideetje her en der weet af en toe de aandacht van de kijker nog te prikkelen, maar daarmee is het beste ook gezegd. Op beeld en geluid is dan weer niets aan te merken, maar de bonussectie is slechts matig gevuld.