CURSE OF THE RING
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-06-10
FILM
De jonge Siegfried (Ryan Slabbert) overleeft als enige de slachting van het koningshuis Xanten door de Saksen. Hij wordt, drijvend op een geïmproviseerd bootje, gevonden door de innemende smid Eyvind (Max Von Sydow), die hem Eric noemt, en hem opvoedt als zijn eigen zoon. Wanneer Eric (Benno Fürmann) volwassen wordt, is hij op een avond getuige hoe een komeet inslaat. Op de plaats van de impact ontmoet hij Brunhild (Kristanna Loken), de koningin van IJsland, die in hem de haar voorspelde echtgenoot ziet, de enige die haar fysiek de baas kan. Eric belooft dat hij haar ooit komt opzoeken, en de gegeerde koningin wacht in het hoge noorden vol ongeduld op haar geliefde. Die heeft intussen andere katten te geselen, of in zijn geval, een draak. Het monster Fafnir maakt het koninkrijk Burgund onveilig, en Eric, die uit de brokstukken van de komeet een bijzonder krachtig zwaard heeft gesmeed, slaagt erin het beest te doden. De draak bewaakte bovendien een schat, waarvan Eric vindt dat die hem nu toekomst, maar de Nibelungen, de spookachtige bewakers van de schat, waarschuwen hem dat er een vloek op rust. Natuurlijk slaat Eric hun advies in de wind, en hij wordt door de koning, Gunther (Samuel West) en zijn bedrieglijke adviseur Hagen (Julian Sands) als een held ontvangen. De schat lokt echter een leger van moordlustige Saksen naar Burgund, en Eric, die zich in het bloed van de draak heeft gewassen, en daardoor onkwetsbaar is geworden, overwint niet alleen voor zijn vorst de overweldigers, maar krijgt ook nog eens zijn geheugen terug, en roept zichzelf uit tot de nieuwe koning van Xanten.
Maar Eric/Siegfried had beter geluisterd naar de waarschuwingen van de Nibelungen. De zuster van de koning, Kriemhild (Alicia Witt), is hopeloos verliefd op de held, maar zijn hart behoort reeds toe aan Brunhild. Hagen gaat bij zijn vader, de kobold Alberich (Sean Higgs) een liefdesdrank halen, waardoor alle herinneringen over Brunhild uit Siegfrieds geheugen gewist worden, en hij alleen nog maar oog heeft voor Kriemhild. Het paar wil zo snel mogelijk trouwen, maar de wet stipuleert dat de zuster van de koning niet mag trouwen vooraleer de koning zelf getrouwd is. Gunther heeft zijn oog uitgerekend op Brunhild laten vallen, die al wie naar haar hand dingt uitdaagt tot een tweegevecht, om op die manier de echte Siegfried terug te kunnen vinden. Niet alleen is Brunhild geschoffeerd omdat haar geliefde haar niet meer herkent, om zelf sneller te kunnen trouwen neemt Siegfried in het duel de plaats van Gunther in, hierbij gebruik makend van de Tarnhelm, een magisch voorwerp dat hij van Alberich ontfutseld heeft, waardoor hij de gedaante van iemand anders kan overnemen. Gunther keert triomfantelijk uit IJsland terug met zijn bruid, maar Brunhild krijgt in de smiezen dat er iets niet klopt: haar kersverse echtgenoot is namelijk niet de brute geweldenaar die haar de baas kan, maar een watje. De bloedige vloek van de Nibelungen voltrekt zich, en niets of niemand kan de gevolgen ervan nog tegenhouden.
De Duitse regisseur Uli Edel heeft een voorkeur voor het verfilmen van ingewikkelde, onverfilmbaar geachte verhalen, zoals hij met zijn goed gesmaakte adaptatie van Marion Zimmer Bradley's
The Mists Of Avalon bewees. Voor deze tv-film, opgesplitst in twee delen van goed anderhalf uur, baseerde hij zich op het libretto van de vier opera-cyclus
Saga der Nibelungen van Richard Wagner, een verhaal met onvervalste Shakespeariaanse attitudes, dat spijtig genoeg wat in ongenade is gevallen door de voorliefde van dat enge nare Duitsertje voor het werk van Wagner. Ook dateert de laatste noemenswaardige verfilming van Wagners werk uit 1942, en was van de hand van Fritz Lang, wat sommigen ook de wenkbrauwen zal doen fronsen. Wagner heeft zich op zijn beurt zelf laten inspireren door het Germaanse traditionele
Nibelungenlied en de Noorse
Volsungsaga, tot in de mondelinge overlevering teruggrijpende volkssagen waarvan de thema's - waarvan de belangrijkste levensles ironisch genoeg uitgerekend is dat macht corrumpeert - onder meer ook door Tolkien en het gros van de fantasy-schrijvers van heden ten dage uitvoerig worden gerecycleerd. Literair kan de saga over de gedoemde liefde tussen Siegfried en Brunhild gemakkelijk de vergelijking doorstaan met andere klassiekers als
Romeo & Julia, en wie meent dat in deze film de cliché's op elkaar gestapeld worden dat het een lieve lust is, moet duidelijk terug naar de schoolbanken voor een herexamen in literatuur. De gelijkenissen met het werk van Tolkien zijn overigens bij nader inzien redelijk dun: na spoeling blijven er een draak, een ring en een kittelorige kobold over, niet echt elementen waar één van de auteurs het exclusieve intellectuele eigendomsrecht van kan claimen, volgens ons.
Maar de filmadaptatie probeert uiteraard gretig een graantje mee te pikken van de
hausse die door de
Lord Of The Rings-verfilmingen is ingezet, en het feit dat hoofdacteur Benno Fürmann enige fysieke gelijkenissen vertoont met Viggo Mortensens incarnatie van Aragorn zal wel geen toeval zijn, zij het dat deze film het met een veel meer bescheiden budget moet stellen. En zoiets betekent keuzes maken: voor de speciale effecten in de scènes waarin Siegfried de wapens opneemt tegen de draak Fafnir werd bij de special effects-crew van
Independence Day aangeklopt, en ze geraken er nog redelijk mee weg ook nog. Intellectueel uitdagende scenario's daarentegen moet U bij deze verfilming niet verwachten. Alhoewel enkele grotere namen als Max Von Sydow en Julian Sands de aftiteling sieren, en Kristanna Loken een prachtig kunstwerk op zichzelf blijft, legt deze laatste ongeveer evenveel gevoel in haar tekst als in die in
Terminator 3, waarin ze een harteloze, moordende
killer cyborg speelde. Loken is echter meer dan voldoende afgetraind om de vechtscènes waar ze voor mag opdraven met voldoende gevoel voor
martial arts-choreografie af te leveren, en voor een fysiek uitdagende rol als Brunhild is ze zelfs geeneens slecht gecast. De grootste criticaster moet uiteindelijk nochtans toegeven dat de Wagner-saga in krap drie uur verfilmen, zij het maar gedeeltelijk (de oorspronkelijke saga is nog meer dan dubbel zo lang) en zij het met de nodige dichterlijke vrijheden - zelfs in het woeste noorden werd er niet zo snel
gevogeld als in deze film - nog steeds een huzarenstukje is Als de film al één verdienste heeft, dan is het wel dat die deze historisch belangrijke fantasyklassieker aan het grote publiek openbaart, waarvan een groot deel nog nooit een operagebouw van binnen heeft gezien en dat hoogstwaarschijnlijk ook nooit zal doen. Net als in
The Mists Of Avalon speelt Uli Edel bovendien mooi de thematiek uit van het verdwijnen van de paganistische godsdiensten door de alomtegenwoordigheid van het christendom, hoewel hij een paar keer een uitschuiver van formaat maakt door de kerkgebouwen en de priesters uit die tijd zo ver in het noorden uit te beelden alsof ze kersvers van het Tweede Vaticaans Concilie werden aangevoerd. De overwegend Duitse cast spreekt bovendien behoorlijk Engels - wat voor een film van Europese makelijk niet evident is - en qua productiewaarde steekt de film behoorlijk gelikt in elkaar, alhoewel het grrrrrote koninkrijk Burgund (door de vertalers steevast als Bergen vertaald) er op het eerste zicht kleiner uitziet dan Kontich-Statie, maar desondanks toch over een leger van duizenden (op computer gedupliceerde) soldaten beschikt.
BEELD EN GELUID
Deze anamorfische transfer komt naar verluidt van een high definition-bron, en dit resulteert in een scherp en aangenaam beeld, met veel diepte en detail (het winterpaleis in IJsland ziet er magnifiek uit), maar erg afgewassen en onderdrukte kleuren, wat mogelijk en zelfs waarschijnlijk de keuze van de cineast was. Enkel in de meer donkere scènes gaan sommige details de mist in, maar bij bijvoorbeeld de scène met de draak is dit eerder een troef dan een hinderpaal. De layer change zit netjes tussen de twee afleveringen. De soundtrack is zeer goed voor "slechts" een televisieproductie te zijn, met een mooi immersief geluidsbeeld dat in de scènes in de bossen zorgt voor de nodige ambiance. De subwoofer wordt zeer extensief gebruikt, zonder dat de dialoog in het gedrang komt. Ook weer een beetje
Lord Of The Rings copycat-gedrag vinden we terug in het sporadische gebruik van oud-Noorse dialecten, die niet altijd ondertiteld zijn - de oud-Noor van dienst zal af en toe een plaspauze nodig gehad hebben zeker? Liefhebbers van Gaelische muziek zullen hun hart kunnen ophalen aan de soundtrack van Ilan Eshkeri en Klaus Badelt.
EXTRA'S
De twee afleveringen zijn vreemd genoeg allebei op de eerste disc te vinden, compleet met de eindcredits van de eerste helft én een ongeveer vijf minuten durende "wat voorafging"-recapitulatie bij het begin van de tweede helft. Gewoonlijk zijn we niet voor het aan elkaar lassen van afleveringen, maar in dit geval zou er inhoudelijk bitter weinig schade zijn aangebracht. De tweede disc, een single layer, bevat een verhoudingsgewijs belachelijk klein aantal extra's, waarbij men afvraagt waarom men de film zelf niet over de twee discs heeft gespreid. Allicht zouden we in dat geval echter weer dáár onze gal over hebben uitgespuwd, maar soit. De extra's bestaan uit 5 korte featurettes, met een gezamenlijke speelduur van ongeveer 38 minuten, en een variabele relevantiefactor. Leren we in "The Sagas" nog een beetje over de achtergrond van het verhaal (zonder dat de naam Wagner valt), en behandelen "The Journey Begins", "Swords" en "Sorcery" nog een beetje deftig de vechtscènes en de speciale effecten, dan beperkt daarentegen "Our Heroes" zich tot promotionele holle lofpraat, waarin we onder meer vernemen hoeveel plaspauzes Kristanna Loken heeft genomen terwijl ze het scenario las. Over of dit betekent dat ze over een even afgetrainde blaas beschikt als haar armspieren, of dat haar tekst niet meer uitleg bevatte dan wat op een paar kalenderblaadjes kan, zullen we maar wijselijk niet speculeren. Uiteraard bevat deze Sony-release ook nog wat trailers voor andere releases.
CONCLUSIE
Curse Of The Ring is misschien geen groots opgezette cinema, maar liefhebbers van het fantasy-genre zullen deze miniserie vlot verslinden. Persoonlijk ben ik een erge liefhebber van de
Nibelungen-saga's, en ik ben toch de mening toegedaan dat Uli Edel het bronmateriaal voor een groter publiek toegankelijk heeft trachten te maken zonder afbreuk te doen aan de waardigheid ervan.