CORRS, THE - ALL THE WAY HOME
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-06-21
DOCUMENTAIRE "ALL THE WAY HOME - A HISTORY OF THE CORRS"
Wat is het geheim waardoor sommige groepen vanuit het niets uitgroeien tot een superstatus, en andere maar blijven aanmodderen in de zijlijn? Het zou wat gemakkelijk zijn om dit integraal toe te schrijven aan de bewust uitgedragen sexy uitstraling van de vrouwelijke groepsleden alleen; talent, en liefst met hopen, is een
conditio sine qua non, misschien niet om aan de top te komen, maar zeker om aan de top te blijven. Bij de vier kinderen van de familie Corr werd in het pittoreske Dundalk, op de grens tussen Ierland en Noord-Ierland de muziek met de paplepel ingegeven door ouders Gerry en Jean, die zoals elke rechtgeaarde Ier minstens zes dagen per week de pub frequenteerden om er muziek te gaan maken, voornamelijk covers van hitparadegroepen uit dat era, zoals The Carpenters en The Eagles.
Naast proberen zo goed mogelijk de door de media uitgelegde krijtlijnen proberen in te vullen, wat voor vele ongetalenteerde musici al een opgave op zich is, is het zelf verleggen van deze grenzen en een stempel drukken op de muziek van een hele generatie heel andere koek, die slechts weinigen gegeven is. Maar The Corrs hebben door hun unieke mélange van pop en Ierse folk altijd hun eigen limieten afgetast, en zijn erin geslaagd om enkele producers in LA van hun talent te overtuigen. Afgezien van de eerste, gênante home-video's, kregen de leden van de groep voor het eerst naambekendheid toen ze in de film
The Commitments van Alan Parker een klein rolletje kregen, zij het dat alleen Andrea tekst had. Het leverde hen wel een ontmoeting met hun toekomstige manager John Hughes op, die tot vandaag nog steeds de zakelijke belangen van de groep behartigt. Hij sprak niet alleen zijn relaties aan om de jonge band te kunnen promoten, hij was het ook die de keyboards van Sharon en Caroline liet verruilen voor viool en drums, waardoor de eigen sound weer een stapje dichterbij kwam. In Los Angeles werd dan het eerste album,
Forgiven, Not Forgotten opgenomen; alhoewel er in landen zoals Australië en het thuisland Ierland, alsook een handjevol andere Europese landen bescheiden successen volgden, bleef de doorbraak in het fel betourde Amerika, maar nog erger, in het toonaangevende Engeland, uit.
Het uur van de waarheid kwam er dan tijdens de opnamen van het o zo belangrijke tweede album,
Talk On Corners, hetgeen uiteindelijk een lange bevalling werd. Als de dames al ergens hun charmes voor hebben moeten gebruiken, dan was het wel om de bonzen van platenbaas Atlantic ervan te overtuigen om nummers als
So Young - dé meezinger bij uitstek - en
What Can I Do? niet te schrappen, wat achteraf bekeken dramatische gevolgen zou gehad hebben. Maar dan nog is er soms een extra dosis lef nodig, en The Corrs kregen hun kans, precies op 17 maart 1998, St. Patrick's Day. In Engeland werden op die gelegenheid nogal wat feestjes gebouwd om de nationale feestdag van Ierlands patroonheilige te vieren, en kon dat beter dan met het laten aantreden van een Ierse folkgroep? Er werd niet alleen besloten om de Engelse grote Royal Albert Hall te laten vullen, maar ook nog eens het concert live op televisie uit te zenden. Het resultaat liet zich raden. De slabakkende verkoop van
Talk On Corners keerde zich om, en tegen het eind van het jaar was het album in de UK de best verkochte titel. Op gegeven ogenblik stond de groep zelfs dankzij de late verkoop van
Talk On Corners op één én op twee. Wat ongetwijfeld mee heeft geholpen om ook de iets oudere generatie over de streep te trekken, was de aanprijzing door Mick Fleetwood, die bijzonder te spreken was over de bijdrage van The Corrs voor een Fleetwood Mac tribute-album (een schitterende versie van
Dreams die het origineel zelfs overtreft), dat hij een
guest performance op het Albert Hall-concert gaf.
Na
Albert Hall was het broodje van The Corrs gebakken.
In Blue rolde vlot uit de pen van het viertal, zij het met de nodige vertraging vanwege het plotse overlijden van moeder Jean, en leverde de groep de broodnodige nummer één-single
Breathless die tot dan toe nog op het palmares van de groep ontbrak - deze band verkoopt nu eenmaal meer full-cd's dan singles. The Corrs waren definitief
hotter than hell, en de groep overleefde zonder moeite de negatieve druk die onveranderlijk gepaard gaat met succes in Engeland , in de vorm van typisch Engelse tabloid-zever (Andrea Corr zou achtereenvolgens gehad hebben: zelfmoordneigingen, een abortus, een depressie, alcoholproblemen, een vriendje met losse handjes, anorexie én boulemie; alleen een ontvoering door een UFO ontbreekt klaarblijkelijk nog in het rijtje). Door hun all-round sympathiek en een beetje flegmatiek voorkomen wist de groep echter het hoofd koel te houden, zij het wel dat na de met
In Blue gepaarde tournee het de hoogste tijd was voor een rustpauze. Andrea Corr hield zich in die periode bezig met acteren, Jim met helikopterlessen, en de andere twee zussen stapten in het huwelijksbootje. Het publiek werd zoetgehouden met een
best ofBorrowed Heaven, en gingen ze weer de hort op. Zij het dat hun manager, John Hughes, zich de haren uit het hoofd trok (voor zover dat nog mogelijk is) toen hij hoorde dat Caroline Corr zwanger was, en een deel van de geplande wereldtournee zonder haar zou moeten doorgaan. Eén jaar en een paar kleine Corrs later bracht de groep hun voorlopig laatste CD uit,
Home, een cd met Ierse traditionele songs die de terugkeer naar de roots van hun muziek belichamen.
Nu kijken de bandleden terug naar een ruim vijftien jaar durende carrière met veel hoogtepunten, en opvallend weinig laagtes. Ze spreken soms wel over stoppen, maar de muziek zit hen té veel in het bloed. Voor het geld moeten ze het intussen natuurlijk al lang niet meer doen.
CONCERT "LIVE IN GENEVA"
Het bijgevoegde concert in Genève is opgenomen in oktober 2004. Een paar weken daarvoor zagen we het trio live aan het werk in Brussel in het kader van hun promotionele wereldtournee ter promotie van
Borrowed Heaven. Het concert in Genève was het eerste waarop percussioniste Caroline Corr haar rentree maakte na haar bevalling, en vanaf het vierde nummer neemt ze zowel letterlijk als symbolisch haar vaste stek weer in. Nog voor ze één noot gespeeld heeft, krijgt ze al een daverend applaus van het publiek, dit laatste duidelijk met een verhoogd testosterongehalte. Carolines afwezigheid moest op de één of andere manier gecompenseerd worden, en dit resulteert onder meer in het aantrekken van een paar nieuwe gastmuzikanten, die het muzikale beeld van de groep een beetje uitdiepen. Als vervangdrummer werd Jason Duffy, de broer van bassist Keith aangezocht, en gitarist Anthony Drennan krijgt ruimte voor een paar extra solo's, onder meer in
What Can I Do?, waar deze vroeger beperkt waren tot een select aantal nummers zoals
Queen Of Hollywood. Kieran Kiely tenslotte bespeelt naast keyboards ook de accordeon in
No Frontiers, wat het folkelement in de muziek nog wat aandikt.
TRACKLIST
1. Humdrum
2. Only when I sleep
3. Dreams
4. What can I do?
5. Forgiven not forgotten
6. Angel
7. Runaway
8. Return From Fingal/Trout In A Bath
9. Borrowed Heaven
10. No frontiers
11. Queen of Hollywood
12. Long night
13. Old town
14. Radio
15. Summer Sunshine
16. So young
17. I never loved you anyway
18. Goodbye
19. Breathless
20. Toss the feathers
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze concertregistratie is op sommige momenten maar matig, zeker in vergelijking met andere concert-dvds van The Corrs: er is veel colour bleeding aanwezig, de scherpte is meestal redelijk maar soms is de opname helemaal uit focus, typisch voor live-concertopnames, maar het contrast is redelijk veiliggesteld. Wel krijgen we het bijzonder op de heupen van de bijzonder slechte montage, én van het feit dat ofwel de editor, ofwel één van de cameramensen blijkbaar een ziekelijke obsessie heeft voor Andrea Corrs onderste lichaamshelft. De beeldkwaliteit van de documentaire is matig over de hele lijn, met iets betere recentere interviews, en archiefmateriaal - blijkbaar is er nog een neefje Corr die de hele dag zijn nichtjes achterna loopt met een videocamera - waarop de piepjonge zusjes staan te repeteren in de eetkamer, dat er niet beter uitziet dan een gemiddelde home-video... euh, wacht... het IS een gemiddelde home-video. Eén zeer storend feit is wel dat er gedurende de ganse documentaire in de onderste helft links van het beeld een groene lijn te zien is. Op mijn breedbeeld-tv verdween die blijkbaar door de overscan, maar op de monitor van mijn PC is die duidelijk te zien. Afhankelijk van uw apparatuur kan U daar U dus... groen aan ergeren. Het geluid op het concert is aanwezig in een zeer rijk DTS 5.1-spoor en een Dolby Digital 5.1-spoor, naast een ongecomprimeerde PCM-track. De geluidstrack heeft een uitstekend gevoel voor richting, met het meejoelende publiek netjes in de achterste speakers, waar ze thuishoren. De documentaire beperkt zich tot een kale maar efficiënte 2.0-track. Bovendien zijn zowel concert als documentaire Nederlands ondertiteld - in het geval van het concert enkel de bindteksten tussendoor, uiteraard.
EXTRA'S
Aangezien we zowel de documentaire als het concert als hoofdfeature beschouwen, zijn de extra's redelijk dun bezaaid, en allemaal op de eerste disc terug te vinden. In drie korte filmpjes zien we hoe de Corrs achtereenvolgens optreden voor de bemanning van een Amerikaans vliegdekschip, voor de paus tijdens een kerstconcert, en hoe ze pogen het Amerikaanse volkslied te zingen aan het begin van een American Football-match, hetgeen compleet mislukt wegens een technische storing. De filmpjes duren samen vijf minuten. Daarnaast krijgen we twee alternatieve videoclips voor nummers uit
Borrowed Heaven, namelijk
Angel en
Long Night. Deze acht minuten aan beeld zijn meteen het orgelpunt van deze rijkgevulde dvd. De uitbundige opsomming op de hoes van wat de documentaire allemaal omvat ("rare stills!, 45 songs, some unreleased! new interviews!") lijkt ons alleen wat overenthousiast. Verzamelaars van Corrs-materiaal zullen mij gelijk kunnen geven dat écht zeldzaam Corrs-materiaal, zoals de exclusief voor Pepsi Cola gemaakte single
Lifting Me, de soundtrackmuziek voor
Quest For Camelot of de nummers die ze samen met o.a. The Dubliners en op de VH1-CD te vinden zijn, redelijk
hard to get zijn...
CONCLUSIE
Een goeie en uitgebreide documentaire, die het weliswaar wat aan kritische noot ontbreekt, en een redelijk, maar niet het allerbeste (de term "middelmatig" wordt in het Corrs-jargon niet gebezigd!), concert van de band, wat wil eens mens nog meer?