Regie: Reiner Holzemer
Met: Dries Van Noten, Iris Apfel, Pamela Golbin, Geert Bruloot, Patrick Vangheluwe
Dries Van Noten behoort tot de zgn. Zes van Antwerpen (Antwerp Six Collective), een groepje jonge modeontwerpers, opgeleid aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, dat halfweg de jaren tachtig internationaal doorbrak waardoor de Vlaamse mode als het ware vanuit het niets het wereldtoneel betrad. Tot zijn collega’s in de Zes van Antwerpen behoren o.a. ook Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester en Walter Van Beirendonck. Op aansporen van Geert Bruloot trokken de zes in 1986 met hun eerste collectie naar de British Designer Show in Londen en twee jaar later, in 1988, showden ze hun collecties in Parijs. De rest is geschiedenis.
Dries Van Noten is één van de laatste onafhankelijke modeontwerpers in een branche die razendsnel verandert. Daarmee neemt hij een risico, want het voortbestaan van zijn modehuis hangt grotendeels af van de slaagkansen van elke nieuwe collectie. Haute Couture is nl. big business, van de peperdure défilés in Parijs tot het handwerk van ontelbare medewerkers in Antwerpen, India (waar de borduursels worden vervaardigd), Italië (waar de stoffen worden geweven) en de vele andere plekken waar de accessoires worden gemaakt, want in tegenstelling tot vele andere ontwerpers houdt Dries Van Noten het proces onder controle, van ontwerp tot realisatie.
Het zegt veel over een man als Dries Van Noten dat hij ondanks zijn alom bekende terughoudendheid de camera niet alleen in zijn indrukwekkende werkruimten langs de Godefriduskaai aan het Antwerpse Eilandje laat doordringen, maar ook in zijn riante herenhuis en sprookjesachtige tuin in Lier. Ik heb het met mijn partner erover gehad, zegt hij, maar als je iemand een portret laat maken, dan is het logisch dat je hem toelaat tot je privésfeer. Het is vooral ook een kwestie van vertrouwen, maar regisseur Reiner Holzemer maakt er een mooi, soms grappig en vooral intimistisch fragment van: Dries in de keuken tijdens het bereiden van een maaltijd, in de tuin waar hij bloemen snijdt voor de bonte en lucullische woonkamer, waarin je als kijker zijn voorkeur voor warme en contrasterende kleuren herkent. En uiteraard is er ook hier altijd aandacht voor details: zo passen de gele bloemetjes in het vaasje perfect bij het dessin van de stoel die in de buurt staat.
Passie is het woord dat de door Holzemer geïnterviewde modekenners het meest in de mond nemen als ze het over de creaties van Dries Van Noten hebben. Het resultaat is een reeks collecties die ze iconisch noemen, al is Van Noten zelf een stuk kritischer en wijst hij op een vrij donkere en kleurarme collectie die niet echt in de smaak viel. De pers vond het geen echte ‘Van Noten’, zegt hij, de klanten waren ook niet echt in hun nopjes, maar de stukken verkochten nog wel goed in het tweedehandse circuit. Het is de spanning tussen wat men van een couturier verwacht en wat hij zelf belangrijk vindt op een bepaald ogenblik, en als je graag buiten de lijntjes kleurt zoals Dries Van Noten, dan vallen de stukjes niet noodzakelijk op het goeie moment op hun plaats. Niet dat hij daar veel rekening mee schijnt te (willen) houden, want toen vooral zwart opgang maakte in de internationale mode, koos Dries Van Noten toch voor felle kleuren en onstuimige dessins. Die zijn net zoals exquise prints en rijk borduursel immer terugkerende elementen in zijn ontwerpen.
Regisseur Reiner Holzemer volgde Dries Van Noten tijdens de werkzaamheden aan vier collecties. In de loop van een jaar keerde hij regelmatig terug naar Antwerpen, maar hij filmde ook in India en Italië en uiteraard in Parijs waar één van de collecties in de Opéra Garnier wordt geshowd. Het heeft 16 jaar geduurd vooraleer ik toegang kreeg tot die locatie, zegt Dries Van Noten, maar uiteindelijk is het me toch gelukt. Maar misschien deed vooral de Opéra de Paris er zijn voordeel mee? Want mode is dan misschien geen kunst met grote K, maar als je Dries Van Noten in huis hebt, is dat wellicht niet ver uit de buurt?