Regie: Renny Bartlett
Met: Simon McBurney, Raymond Coulthard, Jacqueline McKenzie, Jonathan Hyde, Barnaby Kay, Leni Parker, Sonya Walger, Andrea Mason, Tim McMullan
Eerder dan een alles omvattend biografisch portret over de Russische filmmaker, toont de Canadese regisseur Renny Bartlett een aantal scènes uit het leven van Eisenstein waarin zijn veranderende houding ten opzichte van het Sovjetsysteem aan het licht treedt. in het kader van zijn aan Goethe ontleende motto om trouw te blijven aan de waarheid, moet men de waarheid bij gelegenheid uitdagen, kon hij zich schijnbaar neerleggen bij de censuureisen van Stalin, in de hoop op een onbewaakt ogenblik toch door de mazen van het net te glippen om de werkelijke gang van zaken wereldkundig te maken, maar zo ver is het nooit gekomen. Z’n afwijkende politieke ideeën brachten hem al heel vroeg in conflict met Stalin, en diens dictatoriale regime was beslist niet de regeringsvorm waaraan hij en z’n revolutionaire medestanders dachten toen ze tijdens de Oktoberrevolutie van 1917 de voorlopige regering afzetten en waardoor vervolgens de bolsjewieken aan de macht kwamen. Maar Einstein had geen keuze: indien hij in Rusland aan de slag wilde blijven, was totale onderwerping aan de wensen van Josef Stalin een sine qua non.
Op de vraag van zijn vriend Andrej waarom hij na z’n verblijf in Mexico naar Rusland terugkeerde, was Eistensteins antwoord dat hij z’n land had gemist, maar dat films in Amerika én Europa commerciële producten waren terwijl ze in Rusland vooral patriottische, opvoedende en vooral politiek doeleinden dienden, speelde voor Eisenstein met z’n kunstzinnige en theatrale achtergrond beslist ook een rol. Daarover ging trouwens de discussie met de Amerikanen van Paramount en dus was het voor Eisenstein heel gauw duidelijk dat hij alleen in Rusland z’n projecten tot een goed einde kon brengen. Het Russische publiek keek trouwens met heel andere ogen naar Eisensteins films dan het publiek in het westen, nl. als waren het historische correcte weergaven van wat er zoveel jaren of zelfs eeuwen geleden gebeurde. Dat de beroemde trappenscène in Odessa (uit Pantserkruiser Potjomkin) in werkelijkheid nooit heeft plaatsgevonden, stoorde schijnbaar niemand; ze is filmliefhebbers in de hele wereld in het geheugen gegrift als dé scène uit dé opstand tegen het bewind van de tsaren en ze heeft een grote invloed gehad op regisseurs zoals Leni Riefenstahl (Triumpf des Willens), Francis Ford Coppola (The Godfather), Brian De Palma (The Untouchables), en George Lucas (Star Wars).
Met Simon McBurney (Rev., 2010-2013; The Borgias, 2011-2013) heeft regisseur Renny Bartlett een uitstekende acteur gevonden voor de rol van Sergej Eisenstein. McBurney straalt voldoende intelligentie en kunstzinnigheid uit en is tegelijk lichtzinnig en humoristisch genoeg om de grote Russische filmmaker op een geloofwaardige manier neer te zetten. Fysiek houdt hij het midden tussen Johnny Rotten en Peter Seller, schreefStephen Holden in The New York Times over Barletts Eisenstein, en wie naar oude foto’s van het Russische genie kijkt, ziet beslist wat hij bedoelt. Wat de details over Eisensteins privéleven betreft, is de Canadese regisseur vreemd genoeg heel karig. Zo wordt z’n homoseksuele neiging maar oppervlakkig aangeraakt en het maandenlange verblijf met zijn protegé en minnaar Grisha (troetelnaampje van Grigori Alexandrov, regisseur van muzikale komedies en later Stalins lievelingsfilmmaker) in Mexico al helemaal niet, terwijl het feit dat hij zo goed als alleen geïnteresseerd was in grote en indrukwekkende mannelijke helden beslist met die geaardheid te maken heeft.
Raymond Coulthard (Hotel Babylon, 2006) kruipt in de huid van Eisensteins minnaar Grisha, de man die in een later stadium zijn censor wordt, maar omdat de regisseur het personage niet echt durft te benoemen, wordt de acteur ook niet veel ruimte gelaten. Grisha is in het eerste deel van de film niet meer dan een schaduw die Eisenstein altijd en overal vergezelt en krijgt pas in het tweede deel van de film enig belang als de man die de censuurschaar hanteert. De Australische actrice Jacqueline McKenzie herinnert u zich beslist nog uit The 4400 (2004) en Desperate Housewives (2012). In Eisenstein kruipt ze in de huid van Pera, de vrouw met wie hij een verstandshuwelijk sluit, maar die op de hoogte is van zijn homoseksuele voorkeur. Jonathan Hyde (Titanic, 1997) ten slotte neemt de rol van Vsevolod Meyerhold voor z’n rekening, een enigmatische en wat mysterieuze figuur die z’n eigen doodvonnis tekent door z’n verzet tegen het door Stalin geprezen socialistisch realisme dat als enige kunstvorm toegestaan was.