Regie: Julian Rosefeldt
Met: Cate Blanchett
Cate Blanchett speelt alle rollen in deze film, dat wil zeggen: zij geeft gestalte aan de 13 verschillende personages die Julian Rosefeldt opvoert in evenveel verschillende collages. We zien haar als een pinguïnachtige laborante in een futuristische chemische fabriek, als huisvrouw die het gebed vóór het eten prevelt en daarvoor haar tijd neemt waardoor haar echtgenoot na verloop van tijd ongeduldig in zijn haar krabt en één van de zoontjes in slaap sukkelt, maar ook als redenaar op een begrafenis, als dakloze roeper in een industriële woestijn, als poppenmaakster, hautaine danslerares, als TV-presentatrice en vuil gebekt seksicoon. En telkens citeert ze uit geestverruimende manifesten, uiteraard uit Karl Marx, maar ook uit de intentieverklaring van Claes Oldenburg (“I am for an Art”), uit het surrealismemanifest van André Breton, uit Jim Jarmush “Golden Rules of film Making” en niet te vergeten uit het Dogma-manifest van Lars van Trier en de ideeën van de Dada-beweging, etc…
Saaie boel, denk je wellicht, want wat is er saaier dan het zoveelste manifest of de zoveelste intentieverklaring in sectoren (film, beeldende kunsten, politiek…) waarin inventiviteit, creativiteit en vernieuwing centraal behoren te staan? Toen hij aan Manifesto begon heeft ook Julian Rosefeldt zich met die kwestie beziggehouden en zich afgevraagd wat het resultaat zou zijn mocht je de zwaarwichtige teksten in een andere context plaatsen, wat hij in de 13 collages van de film consequent doet. De uitkomst is niet altijd even bevredigend, de situaties zijn niet altijd even goed gekozen, maar het resultaat is vaak provocerend en explosief, want wat in z’n originele context misschien nog net plausibel, zelfs overtuigend of gewoon toepasselijk klinkt, verliest in een totaal andere omgeving alle geloofwaardigheid en verfrommelt tot een pedant, aanstellerig en verwaand pleidooi waaraan nog nauwelijks een touw is vast te knopen.
De beste voorbeelden zijn de (pijnlijke) toespraak tijdens de begrafenis, het (oneindig saaie en imbeciele) gebed vóór het eten en de potsierlijke uithaal van de dakloze tegen het kapitalisme, met de poppenscène als minder nadrukkelijke, maar mooiste collage van de film. Anderzijds bevestigt een figuur zoals de danslerares het hautaine en snobistische karakter van de boodschap, terwijl ook het seksicoon in de nachtclub eerder in die sfeer moeten worden gesitueerd, waarbij haar provocerende en ordinaire manier van doen de indruk alleen maar versterken.
Cate Blanchett is alom tegenwoordig, soms in een verrassende vermomming, een andere keer in een excentrieke context of een extreme situatie, maar altijd is ze geloofwaardig, waarbij er ook vaak sprake is van grappige momenten of omstandigheden. Op die manier wordt Manifesto met voorsprong de meest toegankelijke film die Julian Rosefeldt ooit heeft gemaakt, want niet zelden - dat betekent meestal – is er ook in zijn werk sprake van een hoog intellectualistisch gehalte en nauwelijks emotie.