LAST EMPEROR, THE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2003-04-08
FILM
In 1950 probeert een gevangene in een communistisch heropvoedingskamp in China zelfmoord te plegen. De kampbewakers doen alles om het slachtoffer in leven te houden, want er is erg veel aan gelegen dat hij zijn misdaden publiekelijk bekent. De onfortuinlijke man was namelijk ooit Pu Yi (John Lone), de laatste Mantsjoerijnse keizer van China. Als driejarige werd het nukkig kind tot keizer gekroond, maar reeds dan was het keizerrijk al in verval. In 1912 werd de macht van de keizer beperkt tot een louter protocollaire functie, en werd hij gedwongen om de rest van zijn leven te slijten in de Verboden Stad, waar hij, omringd door voedsters en eunuchen, dagelijks verplicht moest deelnemen aan een hele theatrale soap die de onmacht van de man moest verdoezelen. Het enige venster op zijn wereld is dan zijn leraar, professor Reginald Johnston (Peter O'Toole), die er niet voor terugdeinst om de keizer op tijd en stond eens een flinke bolwassing te geven. Wanneer hij ouder wordt, begint Pu Yi te beseffen dat zijn macht beperkt is, en in werkelijkheid in de handen van een bende krijgsheren, die nog net voor de schijn een parlement naast zich dulden. In 1924 heeft de krijgsheer Chiank Kai-Chek van de nationalistische Kuomintang het op de laatste restanten van de monarchie gemunt, en Pu Yi, zijn twee vrouwen Wan Jung (Joan Chen) en Wen Hsiu (Wu Jun Mei) en de restanten van zijn uitgedunde huishouding krijgen precies één uur de tijd om het paleis te verlaten. Pu Yi slaat de woorden van professor Johnston in de wind, en in de plaats van asiel te vragen aan het Britse rijk verzeilt hij op de Japanse ambassade. De Japanners zien wel een rol voor Pu Yi bij hun nakende veroveringsplannen voor China, en wanneer de Japanners in 1932 de provincie Mantsjoerije militair bezetten, kronen ze Pu Yi terug tot keizer. Wanneer het tot die laatste doordringt dat hij maar een machteloze marionet is, is het echter al te laat.
The Last Emperor is Bernardo Bertolucci's schoolvoorbeeld van een spektakelfilm, met negen Oscars bekroond en wat de stijl betreft erg schatplichtig aan soortgenoten zoals Richard Attenborough's Gandhi of David Lean's Lawrence Of Arabia - toevallig ook met dezelfde Peter O'Toole in één van de hoofdrollen. Het hele verhaal wordt verteld in een klassieke flash-backstructuur waarbij Pu Yi als deel van zijn "heropvoeding" zijn levensverhaal ter schrift moet stellen. Bertolucci weet hierbij het kitscherig theatrale van het leven in het pompeuze paleis mooi af te wisselen met de grauwe sfeer van het communistische strafkamp. De film valt uiteen in twee erg verschillende delen: in het eerste volgen we de levenswandel van de jonge keizer, waarbij hij het hele hof laat buigen naar zijn nukken. In het tweede deel vinden we een volwassen Pu Yi terug in de vrolijjke jaren '20, levend in ballingschap; terwijl zijn éne vrouw tenonder gaat aan een opiumverslaving en zijn andere vrouw uit pure misère het hazenpad heeft gekozen, probeert hij zich krampachtig vast te klampen aan de macht, om tot elke prijs terug keizer van China te worden, al was het maar over een heel klein stukje ervan. Uiteraard wordt de film flink geromantiseerd, en alle clichés aangaande de Chinese zeden en gewoonten, zoals polygamie, eunuchen en rare dansjes, passeren de revue. Wat de film hierbij soms wel bijzonder irrealistisch maakt, is dat alle Chinezen en Japanners, zelfs in de Verboden Stad, zonder uitzondering Engels spreken. Ook neemt regisseur Bertolucci nergens politieke standpunten voor of tegen in, om beter te kunnen focussen op de biografie van Pu Yi, maar hierdoor worden de discussies wat steriel. Op visueel vlak blijft The Last Emperor natuurlijk een meesterwerk, waarbij scènes zoals die waarbij de jonge Pu Yi onder de vlaggen doorkruipt, terwijl een heel leger voorovergebogen dienaren het plein vóór hem vult, op het netvlies gebrand worden. Er werden verschillende kinderen gebruikt om de verschillende leeftijdsstadia van Pu Yi te vertolken, maar het leeuwendeel van deze rol is voor John Lone, die op erg ingetogen wijze aan de laatste keizer van China gestalte geeft. Uiteraard blinkt de recent nog voor zijn hele oeuvre bekroonde en immer charismatische Peter O'Toole, ondanks zijn eerder bescheiden rol in deze prent, uit door zijn goede vertolking, die het geheel een snuifje surrealisme meegeeft. De film wordt ondersteund door een merkwaardige soundtrack, waaraan naast Ryuchi Sakamoto ook opper-Talking Head David Byrne meewerkte.
Op deze release van VideoFilm Express vinden we zowel de originele theatrical cut van 158 minuten terug, die ingekort werd omdat de film naar Amerikaanse normen te lang was, als de originele director's cut van 210 minuten. Het verschil tussen de twee zit hem vooral in een langere beschrijving van het leven van Pu Yi in het strafkamp, en zijn vele ondervragingen daar. Toch geniet de langere versie, ondanks het feit dat 3 1/2 uur wel een héle lange zit is, onze voorkeur, omdat Pu Yi's innerlijke drijfveren er beter door uit de verf komen.
BEELD EN GELUID
Op technisch gebied is er één en ander aan te merken op deze release. Zowel de bioscoopversie als de director's cut worden in het originele 2.35:1 aspect ratio gepresenteerd; de bioscoopversie is echter anamorf, terwijl de director's cut dat niet is. De beeldscore 4/10 mag je derhalve zien als een gemiddelde tussen 2/10 voor de director's cut en 6/10 voor de bioscoopversie. Vooral de director's cut is een echte marteling om naar te kijken; zowat elke scène met veel rechte lijnen in plakt zowat aan elkaar van de Moiré-artefacts. Beide prints zijn vuil en stoffig, en in de loop der tijd flink beschadigd. Wat de deur echt dicht doet is dat op minstens één plaats in de telecine-transfer van de director's cut iemand met zijn haar in de projector is blijven steken, en niemand dit bij de productie gemerkt schijnt te hebben. Het geluid is al even pover gesteld; de bioscoopversie bevat Dolby Surround 2.0-geluid en de director's cut Dolby Digital 5.1-geluid, maar deze laatste is zo goed als onbeluisterbaar. De surround-effecten naar de achterkanalen worden precies aangestuurd door een random-generator, en bieden voor de 5.1-mix weinig tot geen meerwaarde. Het geluid galmt hierbij alsof het door een holle buis wordt weergegeven. Het meest storend is dat de dialogen altijd te stil beginnen, en dat na twee of drie seconden iemand achter de knoppen dit blijkbaar dan pas door heeft, en de volumeknop opendraait. We vonden toch dat deze film een veel betere transfer had verdiend.
EXTRA'S
Enkel de disc met de bioscoopversie bevat nog een trailer; de andere schijf bevat helemaal geen extra's.
CONCLUSIE
Alhoewel The Last Emperor als film, ondanks zijn uitzonderlijke lengte, zeker aan te prijzen is, verdient de transfer van deze film over de gehele lijn een zware buis. De prijs van deze disc is gelukkig navenant, want mits een beetje zoeken kan je deze gemakkelijk voor minder dan 10 euro vinden.