MARCH OF THE PENGUINS
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-01-03
DOCUMENTAIRE
Raadseltje voor op een filmkwis: welke film troefde ongenadig in de Amerikaanse boxoffice de met veel bombarie aangekondigde Spielberg-drol
War Of The Worlds af? U weet het niet? Enkele hints zullen U misschien helpen: het is een Franse film, de enige bekende naam op de affiche is die van Morgan Freeman en er komt geen millimeter special effects in voor. Klinkt niet als een succesformule, wel? Het is nochtans de waarheid: de natuurdocumentaire
La Marche De'l Empereur, een coproductie van Warner en National Geographic, werd de grootste
sleeper hit van het jaar 2005.
"Although they are birds, they don't fly. Although they're not fish, they spend most of their time in the water." Of zoiets. In de film volgen we gewoon de jaarlijkse trek van een kolonie keizerspinguïns vanuit de zee naar de veiligere broedplaats, verder van alle mogelijke roofdieren, waar achtereenvolgens het paringsritueel plaatsvindt, de vrouwtjes hun ei leggen, en vervolgens dat aan de mannetjes doorgeven om zelf intussen voedsel te gaan halen. De winter slaat intussen in alle hevigheid toe, en de mannetjes kruipen dicht op elkaar om elkaar warm te houden. Wanneer het jong geboren wordt, ondernemen de ouders beurtelings de lange wandeltocht op zich om zelf te eten en eten te halen voor hun kroost, terwijl de partner voor het nageslacht zorgt. Het pad bevat echter veel gevaren: het jong kan bevriezen, er liggen roofdieren op de loer, en sommige ouders - de oudere exemplaren - maken de vermoeiede tocht niet af en vallen ergens onderweg dood. Het is hard, maar het is de
way of life.
March Of The Penguins is een redelijk rigide documentaire, waar de minder fraaie kantjes van de knuffelbare dikzakken niet worden verdoezeld - alhoewel Freeman nogal eens eufemismen gebruikt zoals "they simply fade away" als hij bedoelt dat een pinguïn het loodje legt - en de makers de grootste zorg hebben besteed aan het correct in beeld brengen van de omstandigheden waarin de pinguïns - overigens als enige diersoort - overleven, mee door hun grote groepsgevoel. De professionele aanpak is waarschijnlijk ook de sleutel tot het succes; natuurdocumentaires kennen slechts zelden succes naast het rijtje hersenloze blockbusters, een film als bijvoorbeeld
Le Peuple Migrateur van Jaques Perrin uitgezonderd.
Het was overigens niet de eerste vorm waarin de film werd gegoten: oorspronkelijk Frans gesproken, werd de film voor Amerika door Morgan Freeman herdubd, en de soundtrack van Emilie Simon werd koudweg vervangen door een zeer new-age aandoende maar desalniettemin schitterend klinkende reeks composities van Alex Wurman. Normaal zouden we zwaar tillen aan het verwijderen van een oorspronkelijk taalspoor en het vervangen van muziek, maar als er op die regel al één uitzondering geldt, dan betreft het wel natuurdocumentaires. De film is overigens pas in de Benelux in roulatie gekomen - zoals wij gewoonlijk weer genadeloos achterop hinken is dat geen toeval - waarbij de vertelstem is ingesproken door Urbain Servranckx, beter bekend als cabaretier
Urbanus Van Anus. Met alle respect voor
den Urbain, maar we menen toch dat hij niet over de nuchtere zakelijkheid van Morgan Freeman beschikt om een natuurdocumentaire van dit kaliber in te spreken; als je hem bezig hoort, verwacht je namelijk elk ogenblik een grap over de zwaantjes. Het kon natuurlijk nog erger: in sommige Aziatische dubbings wordt het verhaal verteld door de pinguïns zelf, wat een ongelofelijk sullig en kleuterachtig effect geeft, en de documentaire onmiddellijk een paar punten naar beneden trekt omwille van het ontbreken van een ernstige ondertoon.
BEELD EN GELUID
De dubbing van deze documentaire is dus zoals gezegd een Engelse Dolby Digital 5.1-track, ingesproken door Morgan Freeman; de oorspronkelijke Franse DTS-track is afwezig. Wie inhoud boven vorm apprecieert, zal overigens niet teleurgesteld worden door deze bijzonder fijne track, die fijne ambiënte geluiden, een elektronische soundtrack, schel pinguingekwek en Freemans zakelijke nuchterheid tot één welgevormd geheel kneden. Freeman blijft daarbij exclusief de centerkanalen bezetten, terwijl geluiden zoals de ijsstormwinden alle richtingen tegelijk uit klinken. Het oorspronkelijke 1.85:1-formaat werd lichtjes aangepast tot 1.77:1 zonder noemenswaardige informatie te verliezen. Uiteraard is de beeldkwaliteit niet altijd even goed, gezien de extreme weersomstandighedden waarin diende gefilmd te worden. Desondanks krijgen we enkele mooie close-ups te zien en contrasteert de weinige andere kleuren dan wit die er te zien zijn mooi met de rest. Er is wel in de lange afstands-shots redelijk wat colour bleeding te zien, en vooral de kunstmatige rode rand die de pinguïns omringt, irriteert soms. De reputatie van Warner indachtig is dit absoluut de beste presentatie die van het bronmateriaal kon gemaakt worden, en die is adequaat genoeg om ten volle van de film te genieten. En, natuurlijk, is de fotografie op Antarctica gewoon adembenemend
as it is. Er zijn heel wat slechtere natuurdocumentaires gemaakt. Er is Engelse, Franse en Spaanse ondertiteling aanwezig, maar uitsluitend op de hoofdfilm en niet op de extra's, en de layer change zit klaarblijkelijk tussen de hoofdfilm en het bonusmateriaal.
EXTRA'S
Ook de menuschermen stralen soberheid en zakelijkheid uit, maar desondanks worden we toch verwend met een hoop bonusmateriaal. Warner heeft daarbij blijkbaar gemikt op een zo breed mogelijk publiek, met zowel materiaal voor de volwassen kijker als een cartoon voor de kleintjes (alhoewel de groten daar vast en zeker geen bezwaar zullen tegen hebben). Bij het opstarten krijgen we eerst en vooral vier
cross-promotionele trailers te zien voor
Happy Feet, The Polar Express, het redelijk cheezy uitziende
National Geographic's Animal Holiday en
Duma. Voor wie na het bekijken van de hoofdfilm nog niet genoeg pinguïns gezien heeft, is er nog de making of-documentaire
Of Penguins And Men, een stoere 53 minuten durende kijk achter de schermen, gefilmd in 1.66:1, waarin evenwaardig aan elkaar de pinguïns én de documentairemakers die hen in beeld hebben trachten te brengen, aan bod komen. Hetgeen hier vooral bij opvalt is dat de dieren hoegenaamd niet mensenschuw zijn, en zich gewillig een filmcamera tegen hun neus laten duwen - maar waarschijnlijk hebben ze nog nooit van hun leven een mens gezien.
Merk op dat op de Canadese release dit de enige extra is, terwijl de Amerikaanse release nog het volgende extra bonusmateriaal bevat: De inbreng van National Geographic is de 23 minuten durende documentaire
Crittercam: Emperor Penguins uit 2003, waarin men het gedrag van de pinguïns onder meer tracht te bestuderen door ze een camera op hun rug te binden. Naast de Amerikaanse
trailer vinden we als laatste extraatje nog de excellente
Bugs Bunny-cartoon "8 Ball Bunny" uit 1949, waarin
good ol' Bugs een verdwaalde babypinguïn naar de zuidpool terug tracht te brengen, en zowat overal tussen de States en Antarctica Humphrey Bogart tegenkomt.
CONCLUSIE
March Of The Penguins is een solide documentaire vol schattige pinguïns, die veel meer ernst uitstraalt dan eender welke andere gedubde versie die te verkrijgen is, inclusief de originele Franse versie, en zeker en vast de Vlaamse. De disc is technisch solide, alhoewel de beeldkwaliteit niet altijd optimaal is, wat gezien de lokatie waarop geschoten is, nogal evident lijkt. De disc bevat ook nog redelijk wat bonusmateriaal.