FOUR BROTHERS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-02-06
FILM
Voor politieke correctheid is er geen ruimte in
Four Brothers, de recentste film van John Singleton. Vuurwapens worden leeggeschoten als waren het waterpistolen, er wordt gevloekt dat het een lieve lust is en een onderscheid tussen goed of kwaad wordt niet gemaakt. Detroit is er een grijze zone waarin iedereen corrupt is, het leven uitzichtloos is en hoop ver te zoeken. De prent gaat ogenschijnlijk over wraak, over het recht in eigen handen nemen. Maar meer nog is het thema familie. De film refereert naar de blaxploitation films uit de jaren zeventig, met zijn ongedwongen rechtlijnige plots, maar ook naar de van symboliek doordrongen westerns van John Ford. Het is een film waar je je makkelijk op verkijkt: een schijnbaar simplistische actieprent, die superieur entertainment biedt, en net dat beetje meer.
De plot werd losjes ontleend aan een obscure western uit 1965, Henry Hathaway’s
The Sons of Katie Elder, met knipoogjes naar o.a. Griekse tragedies en
Macbeth. Tijdens een overval op een buurtwinkel wordt Evelyn Mercer in koelen bloede neergekogeld. Op de begrafenis komen haar vier adoptiezonen, allen exponenten van een moeilijke jeugd, voor het eerst in jaren nog eens samen. De dood van hun moeder heeft hen zwaar geraakt en ze zweren dan ook wraak te nemen, op de enige wijze die ze kennen: volgens de wetten van de straat. De mannen die het genadeschot gaven worden afgerekend op hun wandaad, maar zonder het te beseffen hebben de vier broers hiermee de lont in het kruitvat gestoken. Zowel de lokale gangsterbaas als een corrupte agent blijken immers moeder Mercers dood bevolen te hebben. En om die de baas te kunnen, zullen haar zonen wraaklustiger dan ooit voor de dag moeten komen.
De westernanalogie wordt consequent doorgetrokken in
Four Brothers. De frontierstad maakt plaats voor downtown Detroit. De verschroeiende zon wordt afgelost door een winters sneeuwtapijt. En weidse landschappen worden ingeruild voor een uitgestrekt bevroren meer. Regisseur John Singleton creëert met andere woorden een stadswestern voor de 21ste eeuw. Hij hanteert enerzijds een zeer klassieke vertelstijl, zonder veel franje, die als een verademing aanvoelt in vergelijking met zijn vorige, door adrenaline verziekte misbaksel
2 Fast 2 Furious. Maar anderzijds verloochent hij ook het ritme en de actie van een moderne film niet. Singleton voelt zich duidelijk thuis in het milieu. Hij heeft een oog voor detail en trekt zo de kijker moeiteloos mee in zijn getto. Met subtiele cameratrucjes manipuleert hij ons zonder te willen forceren. En in de actiescènes behoudt hij probleemloos het overzicht op het globale plaatje.
Four Brothers is dan ook een visitekaartje voor een regisseur die op het toppunt van zijn kunnen is.
Hij wordt bovendien ondersteund door een eclectische cast van acteurs, die urban genoeg zijn om geloofwaardig in de rollen van de vier broers te kruipen. Mark Wahlberg distantieert zich van zijn gevatte uitspraken spuwende heldenrollen uit
Planet of the Apes en
The Italian Job door zijn karakter compleet au sérieux te nemen. Op zijn best is de acteur een brok ongehouden dynamiet, en dat vertaalt zich naar een gelaagde vertolking van de oudste broer. Tyrese Gibson – die ook al aantrad in de vorige film van Singleton – is gezegend met de breedste lach van hip Hollywood, maar ook hij speelt niet op veilig. Onder de vleugels van zijn regisseur toont de man meer in zijn mars te hebben dan ik tot voordien voor mogelijk hield. Hetzelfde geldt voor André Benjamin, beter bekend als André 3000 van Outkast. In zijn eerste grote filmrol komt hij nog wat techniek te kort om volledig overtuigend in zijn personage te kruipen, maar dat de camera dol is op hem staat buiten kijf. Ook relatief ervaringvrij is broer nummer vier, Garrett Hedlund. Zijn karakter speelt een cruciale rol in de prent en net daarom is het spijtig dat de jonge acteur zich te makkelijk tot ‘emotionele’ clichés als intens-in-het-niets-staren en James-Dean-gravitas-uitstralen-in-zelfs-de-kleinste-scène laat verleiden.
De nevencast is eveneens uitgevuld met heel wat talent. Als moeder Mercer duikt Fionnula Flanagan enkel in het eerste kwartier en in een late coda op, maar haar aanwezigheid is in de hele film latent voelbaar. Terence Howard, de man van het moment, toont nog maar eens waarom hij dit jaar is doorgebroken met een ingetogen maar beklijvende vertolking als politieagent. Na jaren van stilte komen we ook Josh Charles nog eens tegen in een A-film. Helaas hebben de jaren blijkbaar aan zijn talent gevreten, wat hij zet een stereotiepe slechterik neer, die zo cartoonesk is dat hij bijna het zorgvuldig opgebouwde realisme van de prent naar de knoppen helpt. Ook de – nochtans doorgaans betrouwbare – Chiwetel Ejiofor gaat niet echt in de diepte met zijn personage, maar hij weet zich tenminste nog enigszins staande te houden.
Four Brothers heeft geen verborgen agenda, geen diepere boodschap, geen pretentie om kunst te zijn. Het is een film die zich content stelt met het vertellen van een meeslepend verhaal, en met het brengen van een hommage aan zowel de blaxploitation als dat meest Amerikaanse van alle genres: de western. De rechtlijnigheid van de productie is dan ook haar grootste troef. Maar even opvallend is het feit dat een film vol kogels, vuistslagen en wraak geen verheerlijking van zinloos geweld is. Of hoe entertainment geen boodschap hoeft te bevatten om er toch een over te brengen.
BEELD EN GELUID
Zoals het een recente release betaamt, oogt en klinkt
Four Brothers uitstekend op disc. De blauwe tonen van een winters Detroit komen sfeervol tot leven in de transfer, die voor het overige hoge punten scoort op alle vlakken. Enkel de scherpte is in enkele interieurscènes net niet perfect genoeg. Het geluid staat in een 5.1 Dolby-track op de schijf en klinkt fantastisch. De film gaat nooit over de top met zijn geluidseffecten, maar creëert een dynamisch ruimtelijk soundscape dat het realisme van de prent versterkt.
EXTRA'S
In zijn
Audiocommentaar toont John Singleton zich een fan van zijn eigen film, die niet te beroerd is dat toe te geven. Hij is niet de meest briljante spreker, maar zijn sappig vertelde anekdotes maken het babbelspoor niettemin genietbaar. De
Trailer (2 min.) slaagt er goed in de sfeer van de film weer te geven en verkoopt de prent uitstekend aan het publiek. De negen
Deleted Scenes bevatten een aantal leuke momenten, maar je moet geen Einstein zijn om te begrijpen waarom ze werden geknipt. Drie featurettes van elk ongeveer tien minuten gaan dieper in op diverse aspecten van de film.
The Look of Four Brothers gaat na hoe de regie, de fotografie, de art direction en de kostuums trachtten een geloofwaardige wereld op doek te schilderen. In
Crafting Four Brothers staat het scenario centraal, terwijl
Behind the Brotherhood focust op de casting en de uitwerking van de personages. Een vierde featurette –
Mercer House Shootout – duurt vier minuutjes en gunt een blikje achter de schermen van een belangrijke actiescène.
CONCLUSIE
Four Brothers bewijst dat een wraakfilm geen synoniem voor 100 verspilde minuten hoeft te zijn door een eenvoudig verhaal met veel bravoure, massa’s geweld en een hoog entertainmentgehalte te vertellen. Hoewel de prent nooit uit zijn genre weet te breken, is dit een film die niemand slecht zou mogen vinden. Beeld en geluid zijn uitstekend van kwaliteit en voor een single disc release bevat de dvd een leuke selectie bonusmateriaal.