BEOWULF & GRENDEL
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-08-03
FILM
De trotse koning Hrothgar (Stellan Skarsgård) van de Denen ziet het allemaal niet meer zitten: regelmatig wordt zijn volk geplaagd door een treiterende trol, Grendel (Ingvar Eggert Sigurðsson), die stelselmatig de koning van zijn manschappen aan het beroven is, terwijl zijne majesteit van de weeromstuit hoe langer hoe dieper in het glas kijkt. Hij vraagt en krijgt de hulp van verre familie, de legendarische strijder Beowulf the Geat (Gerard Butler), die met dertien onverschrokken manschappen arriveert om de Denen te beschermen. Beowulf heeft onmiddellijk al door dat er iets niet klopt: de trol schijnt alleen maar de Denen aan te vallen, en de Geats geen haarbreed in de weg te leggen. De aanvallen op de Denen gaan intussen onverminderd voort. Uit pure wanhoop, overtuigd dat de goden hem verlaten hebben, laten één voor één zijn manschappen, en uiteindelijk hijzelf, zich dopen door monnik Brendan de Kelt (Eddie Marsan), die uit is op zieltjeswinnerij. Op aanwijzen van de lokale waarzegster annex hoer, Selma (Sarah Polley), vinden Beowulfs mannen het verlaten schuilhol van Grendel. Eén van zijn mannen slaat de blijkbaar bewaarde schedel van Grendels vader (Spencer Wilding) in stukken, en roept zo de vloek van de trol over zich af. De trol valt inderdaad die nacht het kamp van de Geats aan, vreemd genoeg heeft hij het alleen gemunt op de grafschenner. Beowulf slaagt erin hem een arm te doen verliezen in het daaropvolgende gevecht, waarop Grendel jankend wegrent. Voor Beowulf begint het te dagen dat koning Hrothgar zelf de trol persoonlijk beledigd moet hebben, en hij hiervoor de rekening op Beowulf heeft trachten af te schuiven. Maar is Grendel definitief verslagen? En welke bijzondere rol speelt zieneres Selma, die blijkbaar het onverstaanbaar gebrabbel van Grendel kan vertalen, in dit alles?
Het is van de marketing-afdeling van Dutch FilmWorks een klein beetje een (bewust) verkeerde voorstellingswijze alsof Tolkien zich voor zijn magnum opus
The Lord Of The Rings zich zou hebben laten inspireren door de eeuwenoude legende van Beowulf en Grendel, afkomstig uit de 6de eeuw en daarmee één van de oudste Westeuropese prozastukken. Tolkien heeft in de loop van zijn academische carrière
Beowulf uitvoerig bestudeerd en er verschillende wetenschappelijke artikels aan gewijd, maar dat is het dan ook. De beide werken hebben met elkaar intrinsiek niets te maken. Laat dit duidelijk zijn.
Reeds eerder werd er in 1999 een afgrijselijk slechte poging gedaan om
Beowulf te verfilmen, waarbij het hele verhaal naar een ombestemde toekomst werd getransporteerd, en Beowulf zelf door niemand minder, pardon, niemand méér dan Christopher Lambert - het
Highlander-jochie - werd vertolkt. Laat ons over die versie nooit meer spreken. Een grotere, prestigieuzere animatieverfilming van Robert Zemeckis met Anthony Hopkins in de stemmenrol van koning Hrothgar, staat in de steigers voor 2007. Déze versie van
Beowulf, niet toevallig nù op de markt als voorbode voor wat in 2007 komen gaat, volgt de originele bron het meest getrouw, en dat is meteen de grote zwakte. De hele
Beowulf-legende is een taalkundig interessant epos, maar qua verhaallijn hebben de personages evenveel diepgang als in een gemiddelde hagiografie. En door zo dicht bij het origineel te blijven, zijn de karakters in de film ook bijzonder ondiep uitgewerkt. Enkel Stellan Skarsgård kan zijn personage tot op zekere hoogte wat uitdieping geven door zijn permanente staat van dronkenheid (van het personage, uiteraard niet van Skarsgård zelf natuurlijk), waaruit we met veel moeite de eigenlijke hoofdplot kunnen distilleren: koning Hrothgar probeert zijn zonde af te kopen door Beowulf exact dezelfde stommiteit te laten doen dan hij eerst heeft gedaan. Beowulf zelf wordt door acteur Gerard Butler niet goed of slecht ingevuld; hij wordt gewoon niét ingevuld. Het is bijna een opera-achtige deus-ex-machina, die bij het begin van de film wordt aangevoerd (en zelfs letterlijk aanspoelt) om te knokken, en tegen het einde van de film, een paar illusies armer, weer afgevoerd wordt naar het volgende slagveld. Ook de nevenpersonages, zoals de wapenbroeders van Beowulf, zijn zodanig slecht uitgewerkt dat ze op de duur inwisselbaar worden.
Toch nog goeie punten ook: de film is op lokatie geschoten in IJsland (waar anders?) en dat levert ons een authentieke natuuromgeving op die inderdaad op 1400 jaar nauwelijks veranderd is. De fotografie ziet er adembenemend uit, en is met veel gevoel voor evenwicht op de gevoelige plaat (of tegenwoordig: in het digitale doosje) vastgelegd. Het verhaal is alleszins minder clichématig dan de meeste fantasy-verhalen, alhoewel je je hoofd erbij moet houden om te volgen waar het over gaat, en best al enige voorkennis hebt over Beowulf. En ondanks de beperkte scope van acteerprestaties is de spanwijdte waartussen het verhaal kan geïnterpreteerd worden, een zeer nauwe marge. Misschien zou een iets grotere afwijking van de originele en nogal naar droog brood smakende legende een minder authentieke, maar boeiendere film opgeleverd hebben, zoals Uli Edel's interpretatie van het Nibelungenlied in
Curse Of The Ring. Nu is
Beowulf een wat trage, ongeïnspireerde film geworden met een plot die lijdt aan ernstige bloedarmoede.
BEELD EN GELUID
Dutch FilmWorks presenteert ons een versie die, mee door de korte lengte van de film, in alle opzichten af kan genoemd worden. De beelden zijn somber en grijs, maar bieden zelfs in de vele donkere grotten waarin Grendel zich ophoudt, voldoende detail en schakering. Compressieproblemen zijn er niet echt, en de layer change zit goed verstopt. Wat het geluid betreft is vooral de subwoofer hyperactief, bijvoorbeeld in de scène aan de waterval ergens aan het einde van de film. De dialoog dreigt soms in het geweld tenonder te gaan, en het geheel had wat beter gemixt mogen zijn.
EXTRA'S
In tegenstelling tot het zopas besproken
V For Vendetta is het gebruik van een steelbook voor deze uitgave niet meer of minder dan een truc om geld uit uw zakken te kloppen. Een minder gekende legende zoals die van Beowulf schrééuwt gewoon om een duidende documentaire, en ze gaan ons niet wijsmaken dat die in de rijke catalogus van House Of Knowledge niet te vinden is. In de plaats moeten we het stellen met de gebruikelijke cross-promotionele trailers, de trailer voor de film zelf, wat liner notes die zo van Wikipedia geplukt zouden kunnen zijn, en een interview met Sturla Gunnarsson, wat ook uit dertien pagina's statische tekst schijnt te bestaan. Twee documentaires "Beowulf & Grendel" en "King Hrothgar" bieden al even weinig diepgang, en duren samen zeven minuten. "Behind the screens" is een maf alibi om nog maar eens 6 minuten compleet overbodige B-roll op ons los te laten, en de fotogallerij is ook al geen reden om deze disc aan te schaffen. Blijven nog over: zeven interviews met cast en crew, samen goed voor 28 minuten vertier, die dan ook de enige extra van betekenis is op deze prent. We moeten misschien al blij zijn dat we weer geen "film clips" voorgeschoteld krijgen, maar het wordt hoog tijd dat iemand Dutch Filmworks eens de elementaire
do's en
don't's van het toevoegen van extra's gaat uitleggen. Of hen een lijstje bezorgt met dvd's waar extra's op staan zoals het altijd zou moeten zijn.
CONCLUSIE
Beowulf & Grendel heeft bitter weinig te maken met
Lord Of The Rings, wat men U ook wil doen geloven. De draai die op de hoestekst aan de plot van het verhaal wordt gegeven, is uitermate geforceerd. Informeer U eerst even over de legende van Beowulf vooraleer U aan deze prent begint, of U gaat er niet veel aan hebben. Op de manier van presenteren is bijzonder weinig aan te merken, maar de lange lijst extra's bevat de éne lege doos na de andere. Een special edition onwaardig.