SHERLOCK HOLMES - THE TRUE STORY
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-08-13
FILM
Hoewel 's werelds beroemdste detective zeker zijn plaats heeft in
Sherlock Holmes: The True Story, is de titel enigszins misleidend. Deze documentaire van Discovery Channel focust immers vooral op dr. Joseph Bell, een Schotse arts en hoogleraar uit het einde van de 19de eeuw. Bij sherlock-o-fielen zal die naam beslist een belletje doen rinkelen, evenals bij hen die met plezier de BBC-reeks
Murder Rooms hebben gevolgd. Bell vormde immers de inspiratiebron voor Arthur Conan Doyle's fameuze creatie en was gezegend met deductieve kwaliteiten die in Baker Street vast occasionele jaloersheid opwekten. Omwille van zijn expertise schakelden zowel de politie van Edinburgh als Scotland Yard de dokter in diverse moordzaken in. De documentaire recreëert via dramatische ensceneringen zijn betrokkenheid in twee notoire cases en bestempelt hem terloops ook nog eens als een belangrijke grondlegger van forensisch onderzoek.
De docudrama-elementen van
Sherlock Holmes: The True Story vormen veruit het beste aspect van de dvd. De makers dompelen je immers geloofwaardig onder in het Victoriaanse Schotland met zijn archaïsche zeden, elitaire universiteiten en uitzichtloze buitenwijken. De gehanteerde stijl is bovendien verrassend modern, met snelle montages, intrigerende camerahoeken en een lekkere groezelige belichting. Hoewel hun performances continu begeleid worden door de commentaarstem van de verteller, tonen de acteurs zich toch van hun beste kant, en creëren ze personages waar we – zelfs gezien de korte duur van de documentaire – mee kunnen meeleven. Dit segment van de documentaire laat zich bijgevolg nog het best bekijken als een alternatieve aflevering van de knappe tv-reeks
Murder Rooms.
De geënsceneerde passages worden niet alleen door de vertelstem becommentarieerd, maar worden ook geflankeerd door verklarende informatie van Arthur Conan Doyle-biografen, Holmeskenners en moderne forensische pathologen. Deze 'talking heads' hebben dikwijls interessante dingen te vertellen, die meer diepgang én authenticiteit geven aan de belevenissen van Dr. Bell. Vooral de Conan Doyle biograaf diept allerlei interessante weetjes op. Maar de toevoeging van de forensische pathologen gaat een stap te ver. Telkens zij uit de doeken doen hoe moderne wetenschap bepaalde bewijsstukken van de door Bell behandelde zaken zouden hebben benaderd, verandert de documentaire radicaal van toon en focus. Ineens zitten we in een soort hypermoderne
CSI-aflevering, met fluorescerende stoffen die DNA-deeltjes doen oplichten of computerdatabases die duizenden vingerafdrukken opslaan. Het siert de makers dat ze de link willen leggen tussen Bells deductieve methodes en moderne forensische wetenschap, maar ze hadden daar beter een volledige nieuwe documentaire aan gewijd. Binnen
Sherlock Holmes: The True Story komt dit aspect immers over als een commerciële nevengedachte, gericht op het gigantische kijkerspotentieel van de
CSI-reeksen.
Een tweede nevenplotlijn in de docu schijnt ook al op commerciële gronden te zijn toegevoegd. Dr. Bell werd immers door Scotland Yard gevraagd om zijn opinie – en een potentiële dader – te geven voor de Jack The Ripper moorden die Londen in 1888 teisterden. Deze verhaallijn, die zo'n kwartier voor het einde wordt geïntroduceerd, rukt de documentaire opnieuw een andere richting uit. Het is alsof de makers geen vertrouwen hadden in hun centrale thema en dus er maar een populaire case bij sleurden. Ineens is Dr. Bell niet meer de focus, maar Jack The Ripper, wat al de derde distinctief verschillende protagonist oplevert – naast Bell en de forensische pathologen – in een documentaire van amper vijftig minuten.
Sherlock Holmes: The True Story blijft temidden deze meanderende verhaallijnen niettemin overeind als een entertainend docudrama dat zowel voor sherlock-o-fielen als voor de occasionele kijker heel wat interessante feiten op een populistische wijze behandelt. Het springen van de hak op de tak, van Dr. Bell naar het CSI-team naar Jack The Ripper, maakt een volledige appreciatie van de documentaire echter moeilijk. Hoe professioneel het werkstuk ook in elkaar zit, en hoe geïntrigeerd je ook blijft kijken, het gebrek aan vertrouwen in het eigen onderwerp is iets wat de makers overdragen op de kijker, waardoor je steeds met een wantrouwig oog wacht op het moment dat de documentaire onder het gewicht van zijn eigen besluitloosheid in elkaar stuikt. In
Sherlock Holmes: The True Story zitten kortom de kiemen van drie uitstekende docu's, die door de makers echter gedwongen zijn binnen een bestek van 50 minuten met elkaar voor de gunst van de kijker te wedijveren, wat de totale belevenis diminueert.
BEELD EN GELUID
Het is nooit eenvoudig een eerlijk verdict te vellen over de beeld- en geluidskwaliteiten van een documentaire, en nog minder als het een tv-productie betreft. De geënsceneerde dramatische passages bevatten nogal wat grain, maar of dat de bedoeling was of het gevolg van slecht bronmateriaal of een slechte transfer valt moeilijk te beoordelen. Ook de 'talking heads' bevinden zich niet in een optimale, extreem afgewerkte audiovisuele omgeving, maar was dat ooit wel de bedoeling? Het geluid staat in Dolby Digital 5.1 formaat op schijf, maar is feitelijk niet meer dan een veredelde stereotrack, waarbij de achterste boxen niet tot nauwelijks gebruikt worden. De dialogen en vertelstem komen echter helder en duidelijk over, wat het voornaamste is in een documentaire als deze.
EXTRA'S
Er zijn geen extra's aanwezig op de disc.
CONCLUSIE
Sherlock Holmes: The True Story geeft inzicht in de deductieve methodes van Dr. Joseph Bell, de man die model stond voor Arthur Conan Doyle's beroemde speurder. Zijsprongetjes naar modern CSI-onderzoek en Jack The Ripper zijn niet onlogisch, maar leiden wel af van het hoofdthema van de documentaire. Niettemin blijft de productie overeind als een uitstekend stukje populistisch infotainment. Beeld en geluid zijn degelijk, maar de bonussectie blijft leeg.