ENRON, THE SMARTEST GUYS IN THE ROOM
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-11-05
DOCUMENTAIRE
Halfweg de jaren '80 gooien de Amerikanen de energiemarkt open voor gas en elektriciteit. De Texaanse zakenman Kenneth Lay ziet nieuwe zakelijke mogelijkheden en sticht
Enron, een bedrijf dat zich aanvankelijk toelegt op het verwerven en beheren van gaspijpleidingen. In de volgende jaren groeit Enron snel. Het bedrijf waagt zich met succes op de elektriciteitsmarkt en treedt in de jaren '90 op als beheerder van kern- en elektriciteitscentrales, watermaatschappijen en gasdistributiebedrijven. In vijftien jaar stijgt de omzet van 10 naar 65 miljard dollar. Enron wordt de belangrijkste energieleverancier in de Verenigde Staten en in 2000 het zevende grootste bedrijf
coast to coast. Het kan rekenen op mega-investeerders zoals Deutsche Bank, Citibank, Credit Suisse, First Boston en tal van grote Amerikaanse pensioenfondsen die maar graag willen meeprofiteren van de duizelingwekkende winsten van Enron.
Eén vraag blijft de hele tijd onduidelijk en onbeantwoord: waar realiseert Enron die enorme winsten? De top van het bedrijf, stichter Ken Lay en algemeen directeur Jeff Skilling, hebben zich inmiddels opgewerkt tot de lievelingen van financiële magazines en dito redacties bij grote landelijke kranten en slagen erin met een mistgordijn van onduidelijkheden en halve waarheden de schijn op te houden van degelijkheid en betrouwbaarheid. De werkelijkheid ziet er evenwel anders uit: sinds het prille begin wordt de koers van Enron kunstmatig op peil gehouden door winsten uit beursspeculaties en pure gokactiviteiten. Wanneer het tij keert, neemt de top van Enron z'n toevlucht tot weinig fraaie praktijken om het gesjoemel en de massale verliezen toe te dekken: de toegevoegde waarde van (mogelijke) toekomstige investeringen wordt geschat en meteen in de boekhouding als winst opgenomen. Dat gebeurt onder andere in verband met de bouw van een elektriciteitscentrale in India. Het project wordt een financiële ramp omdat de geproduceerde elektriciteit te duur is voor de gemiddelde Indiër, maar toch ontvangen de topmedewerkers van Enron voor miljoenen dollars bonussen na voltooiing van het project. Vervolgens wordt de voorspelde (en dus eventueel te verwachten) winst meteen in de boekhouding ingeschreven. De effectieve verliezen worden gedekt met nieuwe leningen bij bevriende geldschieters en weggemoffeld achter nieuwe mistgordijnen. Financieel Directeur Andy Fastow zet een carrousel van nevenbedrijfjes op waaraan hij de verliezen 'verkoopt' met de bedoeling ze eventueel terug te kopen wanneer er toch nog winst kan worden gerealiseerd in de toekomst. Dat laatste is een illusie, maar de winsten die Fastow belooft aan de investeerders missen hun doel niet: de koers van het Enron- aandeel houdt tot midden 2001 stand. In augustus 2001 neemt Jeff Skilling plotseling ontslag. Wegens familiale omstandigheden, is zijn uitleg. Zijn besluit valt vrij kort na een artikel in
Fortune Magazine over de vraag of het Enron-aandeel niet overgewaardeerd is op de Amerikaanse beurs. Ken Lay, de stichter van het bedrijf, neemt de touwtjes opnieuw in handen en verzekert het personeel dat er niets aan de hand is, dat een aantal financiële tegenslagen (de elektriciteitscentrale in India en de mislukte investeringen in landelijke tv-on-demand) zijn afgeschreven en dat de recente daling van het aandeel heel gauw zal worden omgebogen naar nieuwe spectaculaire stijgingen wegens goede vooruitzichten in de nabije toekomst. In het vroege najaar worden de aandeelportefeuilles van het personeel geblokkeerd. Ondertussen – dat blijkt later – verkopen de Enron-kopstukken Lay, Skilling en Fastow stiekem voor honderden miljoenen dollars Enron-aandelen op de New Yorkse beurs. Het aandeel daalt van 32 naar 9 dollar. Midden december 2001 gaat Enron over kop en laat een schuldenberg achter van om en bij de 65 miljard Amerikaanse dollar, de financiële Titanic is gezonken.
Slachtoffers van het faillissement zijn de banken (maar die hebben in de jaren vóór het financiële drama enorm geprofiteerd van de gefingeerde winsten van Enron en zijn dus eerder medeplichtig dan wel direct benadeeld), de pensioenfondsen die een miljardenverlies moeten incasseren voor hun kleine beleggers en de 20.000 werknemers van Enron die hun werk verliezen én hun beleggingen. Arthur Anderson, het boekhoudkantoor dat de rekeningen van Enron geacht werd te controleren, verliest alle vertrouwen en moet op korte termijn saneren. Nog eens 25.000 werknemers belandden op straat, naast de duizenden werknemers van toeleveringsbedrijven die eveneens de dupe zijn van de teloorgang van Enron.
Eén van de spectaculairste ondernemingen van de Enron-top betreft het creëren van een reeks spraakmakende stroompannes in Californië in 2000-2001. Om een faillissement af te wenden, zet Jeff Skilling zijn makelaars onder druk om de winst te maximaliseren, desnoods via weinig ethische praktijken. Californië, de zevende grootste economie ter wereld, is hun belangrijkste doelwit, want de complete vrijmaking van de energiemarkt aldaar laat veel ruimte voor bewuste manipulaties en misbruik: de door Enron gecontroleerde kern- en elektriciteitsproducenten worden onder druk gezet of omgekocht om gelijktijdig hun productiemiddelen stil te leggen (zogenaamd wegens onderhoud of panne), waardoor een kunstmatig tekort op het Californische elektriciteitsnet wordt gecreëerd. De elektriciteitsprijs stijgt dramatisch (van ongeveer 50 dollar per eenheid tot 1000 dollar), mede omdat Enron beschikbare (schaarse) elektriciteit tegelijk verkoopt aan Mexico om die een paar uur later (als de prijs voldoende is gestegen) terug te kopen en met spectaculaire winst aan het wanhopige Californië te leveren. De hele operatie kost de Californische belastingbetaler ruim 30 miljard dollar en George W. Bush – als vertegenwoordiger van het federale gezag dat verantwoordelijk is voor de vrijmaking van de energiemarkt – belooft vanuit Washington een doortastende ingreep, maar doet uiteindelijk niets. Ken Lay is niet toevallig één van zijn (en zijn vaders) beste vrienden, over wie ooit werd gezegd dat ie kans maakte op een regeringspostje. Lay is ook niet toevallig de man die voor de herverkiezingscampagne van George W. Bush zo'n 300 miljoen Enron-dollars in diens verkiezingsfonds stortte.
Alex Gibney schetst in
Enron, The Smartest Guys In The Room op indrukwekkende wijze de hebzucht en het gebrek aan ethische waarden van een bepaalde topklassen van industriëlen en zakenlui. Om zijn standpunt te illustreren gebruikt de regisseur archiefmateriaal, nieuwe interviews en reconstrueert hij een aantal situaties. Hij ontleedt de ontstaansgeschiedenis en het verval van Enron op een voor leken begrijpelijke en bevattelijke manier en legt de vinger op de zwakke plekken van het Amerikaanse zakenleven dat door een sluipende corruptie beetje bij beetje wordt ingepalmd. Gibney wijst er ook op dat Enron niet de enige bedreigde maatschappij is, maar hij is voorzichtig en noemt geen namen. Die heeft de kijker na bijna 2 uur niet meer nodig om zelf conclusies te trekken over hoe het er aan toe gaat in de U.S.A. Bovendien hangt er rond de hele Enron-affaire een zeer ongezond luchtje met betrekking tot de familie Bush: die lijkt eens te meer betrokken te zijn bij affaires die ruiken naar omkoping, fraude en nauwelijks verholen bevoordeling, helemaal in de stijl van hun bevoorrechte relaties met de Saoedische koninklijke familie.
Voor zijn documentaire steunt Alex Gibney in grote mate op het boek dat Bethany McLean en Peter Elkind van
Fortunate Magazine eerder al over het Enron-faillissement schreven en waarin ze de
Rise and Fall van Enron reconstrueren en een grondige analyse maken van de betrokkenheid van de topleiders en de feiten die tot het faillissement leidden. Lay en Skilling weigerden Alex Gibney - uiteraard - alle medewerking. Hun standpunt kennen we alleen uit de schaarse archiefinterviews en de mededelingen die ze voor de onderzoekscommissie aflegden. Ondanks de documentaire aanpak en de vloed van technische en financiële informatie, heeft
Enron, The Smartest Guys In The Room alle eigenschappen van een spannende thriller. Naargelang de afloop nadert, worden de misbruiken en verdoezeloperatie steeds ingewikkelder, maar ook hallucinanter en vraagt de kijker zich af hoe het mogelijk is dat zowel de politieke wereld, het gerecht als de gespecialiseerde pers zo lang blind zijn kunnen blijven voor wat uiteindelijk één van de grootste financiële schandalen uit de Amerikaanse na-oorlogse geschiedenis zou worden. Als je bedenkt dat duizenden gewone mensen hun hele hebben en houden zijn kwijtgeraakt en de laatste jaren van hun leven in grote armoede zullen doorbrengen, dan wordt deze film tenslotte ook een beetje een horrorverhaal.
Enron-stichter Ken Lay overleed op 5 juli 2006 aan een hartaanval nog voor de rechtbank zich kon uitspreken over zijn aandeel in de fraude, corruptie, verduistering en handel met voorkennis. Eind oktober 2006 veroordeelde de rechtbank Jeff Skilling tot 24 jaar voor gelijkaardige feiten minus handel met voorkennis. Hij kreeg bovendien een belachelijke schadevergoeding opgelegd van 24 miljoen dollar. Op het proces stond de voormalige financiële directeur van Enron, Andy Fastow, in de getuigenbank nadat hem een strafvermindering tot tien jaar opsluiting was toegezegd.
BEELD EN GELUID
Enron, The Smartest Guys In The Room heeft alle kenmerken van een documentaire die is samengesteld met materiaal uit zeer diverse bronnen: televisiebeelden, audio-opnamen van Enron-medewerkers, interne bedrijfsfilmpjes, live-verslaggeving en studiocoverage van CNN, reconstructies en recente interviews met specialisten en betrokkenen. De kwaliteit varieert van uitstekend tot wazig en troebel, waarbij op het speciaal voor deze film gedraaide materiaal nauwelijks iets valt op te merken. Voor het geluid geldt dezelfde opmerking. Alex Gibney stopt bekende popdeuntjes onder zijn documentaire, met toepasselijke titels als
Son of a Preacher Man en
Dear Mister Fantasy, maar zijn scherpe toon is er niet minder om. Het geluid staat in 5.1, maar het effect is te verwaarlozen. Af en toe is sprake van stereo en surround.
EXTRA'S
Deze dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Enron, The Smartest Guys In The Room is een verhaal over hoogmoed en minachting, blufpoker en pure corruptie, perfect georganiseerd en uitgevoerd, waarbij de politieke kaste, het gerecht en de gespecialiseerde financiële pers zich als doetjes om de tuin hebben laten leiden. Bij het faillissement verloren tienduizenden werknemers direct of indirect hun baan en vele tienduizenden klanten van pensioenfondsen hun garantie voor een comfortabele oude dag. Enron staat sindsdien symbool voor de uitwassen van een zeer egoïstische en onethische vorm van kapitalisme met criminele karaktertrekken. Uit de banden die de kopstukken van het bedrijf hadden met de financiële wereld en het Witte Huis, mag blijken dat het gif veel dieper zit dan iemand ooit vermoedde.