HOBBIT, THE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2007-02-15
FILM
De hoogst on-avontuurlijk aangelegde hobbit Bilbo Baggins (Orson Bean) krijgt op een dag het bezoek van tovenaar Gandalf the Grey (John Huston), die dertien kabouters onder leiding van Thorin Oakenshield (Hans Conried) achter zich meezeult. De kabouters zijn op weg om hun schat terug op te eisen die honderd jaar ervoor de draak Smaug (Richard Boone) heeft ingepikt. Met een beetje extra stimulans van Gandalf, die Bilbo aanprijst als een expert-inbreker, én omdat een groep van dertien reisgenoten sowieso ongeluk brengt, vangt de hobbit aan met de reis van zijn leven, waarin hij vecht tegen trollen, goblins, reuzespinnen en een rad van tong zijnde draak, maar waarin hij ook een ontmoeting heeft met een slijmerig moeraswezen dat zichzelf Gollum (Brother Theodore) noemt. Aan de ontmoeting houdt hij een magische ring over, die in dat ándere bekende Tolkien-boek de aanschijn van de fantasy-wereld Midden-Aarde voor eens en altijd grondig zal veranderen.
Maar zo ver zijn we dus niet. Lang voor de intussen befaamde verfilming van
The Lord Of The Rings, en zelfs vóór het boek, was er dus
The Hobbit, een bewerking van een zelfgeschreven sprookje dat Tolkien placht voor te lezen aan zijn kinderen voor het slapengaan (nota aan M. Night Shyamalan: er zijn er dus nog die dat kunnen!) Het verhaal sluit chronologisch aan vóór Tolkiens vermaarde trilogie, en alhoewel een door liefhebbers erg geanticipeerde real action-verfilming van
The Hobbit intussen al een paar jaar de inzet is voor een hoop juridisch getouwtrek tussen Peter Jackson en New Line Cinema, hebben Jules Bass en Arthur Rankin jr. het boek in 1977 reeds een keer bewerkt tot een redelijk goeie, zij het inhoudelijk sterk ingekorte animatiefilm voor televisie. Tolkien was toen vier jaar overleden, en een opmerkelijk detail is dat de man testamentair heeft laten vastleggen dat een verfilming van
The Hobbit niet onmogelijk zou zijn, met één stringente randvoorwaarde: tekenfilmproducent Disney mocht onder geen enkel beding nog maar iets maken dat in de verte leek op zijn boek; het idee van de "wat is het toch fijn om een hobbit te zijn"-zingende hobbits doet me eerlijk gezegd wel de rillingen over de rug lopen, dus Tolkien had een punt. Tegen een verfilming door het duo Jules Bass en Arthur Rankin jr., twee animatoren die in Amerika meer naambekendheid genieten dan hier, alhoewel u de naam van de laatste misschien nog wel associeert met de tekenfilmp-remake van Rodgers en Hammerstein's
The King And I uit 1999, kregen wel het fiat en maakten van
The Hobbit een redelijk niet-innovatieve, maar nergens buiten de lijntjes kleurende kinderfilm. En over buiten de lijntjes kleuren gesproken: een jaar later zou Ralph Bakshi zijn beruchte rotoscoping-versie van
The Lord Of The Rings maken, maar wegens tijd- en geldgebrek dekte deze film nog niet de helft van de inhoud van de bekende trilogie. Ook al wegens Bakshi's gebrek aan succes kwam een tweede deel er nooit, tenminste niet van zijn hand. Uiteindelijk zouden uitgerekend Bass en Rankin de draad weer oppikken en in 1980 ook nog een
Return Of The King-tekenfilm maken; alleen al het feit dat ze terug werden opgepikt, betekent toch waarschijnlijk dat ze het de eerste keer er niet zo slecht vanaf hadden gebracht.
De geanimeerde
The Hobbit is een beetje een
mixed bag. Eerlijkheidshalve moet ik enkele zeer positieve punten aanstippen: eerst en vooral zijn verschillende van de in de film gebruikte liedjes (fragmenten van) teksten uit Tolkiens originele boek, een tiental in totaal, zij dat het daar alleen maar rijmpjes waren, en de muziek er achteraf is bijgevoegd. Als ik het boek niet zo door en door had gekend, zou ik er ongetwijfeld ingelopen zijn en zeggen dat de muziek speciaal voor de film is geschreven. En er zijn nog enkele details die flink overeind zijn gebleven, waaronder niet als minste de kaart van Lonely Mountain en de karakters uit het Elvish-alfabet, die alleen maar zichtbaar worden bij maanlicht. De makers hebben zich tenminste de moeite getroost om de boeken grondig te lezen, wat het siert, en alhoewel ze misschien met de wetenschap hoe de mythe vandaag is uitgegroeid, hier en daar andere keuzes zouden gemaakt hebben, is het geheel coherent genoeg opdat je onmogelijk zou kunnen gaan verwarren met een ander boek (het "Was dit nu
The Hobbit?"-syndroom).
De film kent helaas ook enkele flinke tekortkomingen, en de ergste daarvan is ongetwijfeld het feit dat men de speelduur van de film op kinderleest heeft geschoeid, en verschillende scènes daarvoor drastisch zijn ingekort of volledig verdwenen. De introductie van de dwergen ten huize Baggins wordt op minder dan één minuut afgehaspeld, en de herhaling daarvan, in het Last Homely House van Beorn, één van de grappigste fragmenten uit het boek, is helemaal verdwenen, zo'n beetje het analoge van wat er met de Tom Bombadil-scène in de Peter Jackson-verfilming is gebeurd. Het raadselspelletje tussen Bilbo en Gollum is flink ingekort van acht of negen raadsels naar drie, waardoor ook de dramatische impact van deze toch wel sleutelscène een flinke tik krijgt. Tegen het einde aan schijnt Gandalf ook te weten over welke ring het gaat, alhoewel het belangrijk is voor de samenhang van de mythe dat hij dat zich pas later zou realiseren, wanneer Bilbo de ring op Frodo zou overdragen. Ik kan de filmmakers van 1977 natuurlijk niet verwijten dat ze de impact van de 21e eeuwe versie niet konden inschatten. Ook het design van Gollum, die er net als de goblins eerder als een kikker uitziet, had beter gekund, vooral omdat elk beetje Tolkien-kenner weet dat er in de boeken meermaals wordt gesuggereerd dat Gollum een gedegenereerde hobbit is.
De andere elementen van de film laten me zo'n beetje warm noch koud: de muziek zwalpt zo een beetje tussen Celtisch en Country & Western, en helt soms iets te vaak over naar de tweede optie, alhoewel dus, zoals gezegd, de lyrics van de hand van Tolkien zelve zijn. Het character design is niet altijd even geslaagd: Gandalf, Bilbo, Bard en de menselijke wezens kunnen er mee door, aan stereotiepe kabouters valt er niet veel toe te voegen, maar er gaat één en ander mis wanneer er niet-menselijke wezens moeten getekend worden. Gollum ziet er te vissig uit, de boselven lijken wel het één of ander soort van Golems, en bij het lichtend kroontje rond Elronds hoofd is het ontzettend moeilijk om niet in lachen uit te barsten. Natuurlijk ook weer met de kennis over de 2001-2003 bewerking in het achterhoofd. Op niet-menselijk vlak zien alleen de trollen er nogal redelijk uit zoals ik ze bij het lezen van het boek voor de geest zag, maar Tolkien heeft daar nogal een gedetailleerde beschrijving van achtergelaten. De lichaamsverhoudingen tussen de mensen en dwergen enerzijds en de adelaars anderzijds worden ook nog eens blijkbaar door problemen in de hormonenhuishouding beïnvloed, want ze schijnen ten opzichte van elkaar voortdurend te krimpen en te groeien - én ze zien er voor reuze-adelaars niet schrikwekkender uit dan hetgeen we heden ten dage kunnen terugvinden in de Olmense Zoo.
De film is zeker beter dan Bakshi's prent, en zelfs met alle tekortkomingen is de enige merite die zeker overeind blijft staan dat het tot nader orde de enige verfilming van
The Hobbit is. Ik heb enerzijds wel bewondering voor wat er uiteindelijk gezien de beperkte middelen en technieken nog uiteindelijk van is geworden, maar met wat er allemaal aan Tolkienaria is verschenen is het een interessant randproduct. Ik hoop alleen maar dat er bepaalde producenten eindelijk eens tot de jaren van verstand gaan komen en Peter Jackson zijn ding gaan laten doen met een live action-verfilming van dit boek, want er zit méér in dan zomaar een simpel lineair sprookje, en dat aspect komt er bij deze verfilming helemaal niet uit de verf.
BEELD EN GELUID
De enige verkrijgbare versie is blijkbaar deze regio 1-release, die ook al niet zo heel makkelijk meer te vinden is, maar toch nog altijd niet overgeprijsd is. De NTSC-beeldkwaliteit in 1.33:1-formaat (het was van origine een televisieproductie, herinner u) is aanvaardbaar. De kleuren zijn scherp genoeg, maar in donkere scènes al iets softer, en gaat er een beetje scherpte verloren. Compressie-artefacts zijn er niet te bespeuren, een milde dosis ruis wel; het is in elk geval beter dan een VHS-transfer, waar ik eerlijk gezegd een beetje schrik voor had. Een groots opgezette filmrestauratie waar Warner voor befaamd is, zat er spijtig genoeg niet in. De dvd bevat alleen maar het originele Dolby Digital 1.0-monospoor, wat geheel in overeenstemming is met de tijdsgeest waarin de film gemaakt werd. Pluspunt is dat deze zeer duidelijk klinkt, de muziek op één kleine uitschuiver na redelijk toonzuiver is, en de dialogen erg natuurlijk zijn. Zelfs de gezongen (niet-ondertitelde) stukken zijn best te volgen. Ik moet echter wel een flinke rode kaart trekken ten opzichte van de censuurcommissie, die bij de dvd-release uit 2001 het nodig vond om eens lekker de schaar te zetten in de originele video-release. Vooral het doodsgerochtel wanneer personages sterven, maar ook enkele intensere veldslag-geluiden, zoals het verslaan van Smaug, het gehuil van de Wargs en diverse schreeuwen van de opgejaagde draak zijn uit de geluidsband gesneden, wat sommige van deze scènes niet gewoon kindvriendelijker heeft gemaakt, maar ronduit heeft gesteriliseerd.
EXTRA'S
Als bonusmateriaal vinden we enkel een paar zéér beknopte statische tekstpagina's terug met informatie over de filmmakers, over Tolkien en over hobbits in het algemeen. Als er niets op had gestaan had ik een nul gegeven, nu zal het de minimale score van 0,5 worden.
CONCLUSIE
De tekenfilmversie van
The Hobbit is iets voor completisten, alhoewel mensen die een manische afkeer van boeken hebben op deze manier ook het verhaal - zij het in zeer gecondenseerde vorm - een keertje kunnen oppikken. Maar om het met de woorden van de legendarische Simpsons-filosoof Krusty the Klown te zeggen: "Give a hoot! Read a book!" De technische afwerking is wat u zou kunnen verwachten van een release uit 1977.