STANLEY KUBRICK - A LIFE IN PICTURES
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-07-19
DOCUMENTAIRE
Stanley Kubrick – A Life In Pictures is een omstandige documentaire over het leven en het werk van één van de meest enigmatische en invloedrijke regisseurs van de tweede helft van de vorige eeuw. Zijn totale oeuvre van nauwelijks 14 lange bioscoopfilms kwam tot stond over een periode van net iets minder dan 50 jaar. Dat komt omdat Kubrick elk van zijn producties liet voorafgaan door een grondige en soms jarendurende researchperiode, gevolgd door eindeloze voorbereidingen, castings en financiële onderhandelingen. Ondanks zijn faam in het internationale cinemamilieu en redelijk wat bijval bij het filmpubliek waren Kubricks films zelden daverende successen. Daarvoor was zijn werk te eigenzinnig en zijn tijd ruim vooruit. De erkenning – zelfs door beroemde collega's als Woody Allen – was niet synoniem met rinkelende kassa's en lange rijen wachtenden aan de bioscoop. Aan het einde van zijn leven betreurde Kubrick het feit dat zijn oeuvre niet veel groter is, maar dan was het wellicht ook niet zo uniek en baanbrekend geweest.
Kubrick werd geboren in de Bronx en interesseerde zich voor fotografie. Toen hij 16 jaar oud was verkocht hij z'n eerste foto aan
Look, een toonaangevend magazine in de States en na z'n opleiding ging hij voor het blad aan de slag. Hij maakte duizenden foto's en na een fotoshoot met bokser Walter Cartier groeide het idee voor zijn eerste film
Day Of The Fight (1950) die weinig opzien baarde. Toch nam hij ontslag bij
Look en stortte zich volledig op zijn filmproducties die hij financierde met het draaien van korte documentaires en met de geldprijzen die hij won tijdens het schaakspel. In 1953 verzilverde zijn vader z'n levensverzekering om
Fear And Desire te financieren en in 1955 kwam
Killers' Kiss tot stand, dat Kubrick grotendeels financierde met z'n wekelijkse werkloosheidsuitkering van 30 Dollar. De film kon op de aandacht rekenen van de critici en bracht hem in contact met producer James B. Harris die toegang had tot belangrijke financiers. Toen hij 26 was leverde Stanley Kubrick onder diens toezicht
The Killing af, maar de grote doorbraak beleefde hij met
Paths Of Glory (1957), een eerlijke maar keiharde antioorlogsfilm over de Eerste Wereldoorlog die 20 jaar lang verboden was in Frankrijk wegens Kubricks vernietigende kritiek aan het adres van de Franse officier.
Spartacus (1960) zette Stanley Kubrick definitief op de kaart. Hoofdrolspeler Kirk Douglas – tevens uitvoerend producer - was ontevreden met het regiewerk van Tony Mann en deed een beroep op Kubrick om de film te redden. Die introduceerde indrukwekkende gevechtsscènes, verplaatste de opnamen naar Spanje en maakte van de film een internationale kaskraker. Maar Kubrick was ongelukkig over de bemoeienissen van Douglas en nam zich voor om nooit meer in dergelijke omstandigheden te werken.
Full control was zijn doel en na het succes van
Spartacus kon hij die eis ook doordrukken bij zijn broodheren.
Lolita van de Amerikaanse schrijver Vladimir Nabokov werd wegens de aanstootgevende inhoud geweigerd door Amerikaanse en Engelse uitgevers. Het boek verscheen uiteindelijk in Parijs als een
dirty story. In 1955 zette de Britse schrijver Graham Greene
Lolita in zijn eindejaarslijstje van favoriete boeken in de Londense Sunday Times en Kubrick nodigde Nabokov uit om van het boek een filmscript te maken.
Lolita (1962) werd de eerste echte Kubrickfilm, maar zorgde bij z'n release voor een schandaal wegens de relatie van een jong meisje met een veel oudere man die Kubrick vrij expliciet in beeld bracht. De censuur van de katholieke kerk in Amerika noemde het bekijken van de film zondig en de regisseur zag zich verplicht om de film opnieuw te monteren. Met
Dr. Strangelove (1964) ging Kubrick door op de ingeslagen weg. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog kwam hij met een satirische film over de problematiek van atoomwapens en de Kafkaiaanse manier waarop de besluitvorming over het inzetten van een waterstofbom werd aangepakt. De film werd oneerbiedig genoemd, subversief en anti-Amerikaans, want hij kwam op het moment van de Cuba-crisis en de grote misverstanden met Rusland. Woody Allen noemt
Dr. Strangelove een
knock out en volgens Martin Scorsese kon je na de spectaculaire
opening credits om het even wat verwachten. Maar
Dr. Strangelove had de vinger aan de pols als het gaat om waanzin, idioterie, dwaasheid en de complete krankzinnigheid van een doldraaiende politiek en militair systeem.
In 1968 leverde Stanley Kubrick uiteindelijk één van de meesterwerken van de filmgeschiedenis af met
2001: A Space Odyssey naar een verhaal van de SF-schrijver Arthur C. Clarke. Voor het eerst werden de toeschouwers geconfronteerd met een film waarin de toekomst onbekend was, een product dat geen drama, geen documentaire, geen avonturenfilm en zelfs geen sciencefictionfilm was en dat steunde op een gebrekkige continuïteit en logica qua voortgang en verhaalstof, wat volgens SF-schrijver Brian Aldiss de geheimzinnigheid van de film alleen maar ten goede kwam. Kubrick stopte de film vol gedurfde en experimentele
special effects en nooit eerder geziene opnamen van moeder Aarde. Voor de cruciale scène met de
sterrenpoort werden totaal nieuwe technieken ontwikkeld om de illusie van ongebreidelde snelheid in een driedimensionaal vlak geloofwaardig te maken op koormuziek van de Hongaarse componist György Ligeti. Het cirkelen en ronddraaien van de gigantische wielvormige werkcabine van het
spaceship kreeg extra dimensie op de tonen van walsmuziek van de Oostenrijkse componist J. Strauss. De manier waarop Kubrick klassieke muziek in zijn film integreerde was uniek en zou het samenspel van film en muziek voor altijd bepalen. In
2001: A Space Odyssey is de muziek essentieel en zijn film en muziek onscheidbaar. De kritiek was evenwel niet mals voor Kubrick. De man was zijn tijd 20 jaar vooruit. Tijdens een besloten projectie voor het bestuur en de medewerkers van de filmstudio, liepen 241 toeschouwers de zaal uit en het hoofd van MGM noemde
A Space Odyssey het einde van Stanley Kubrick. Maar het publiek vond het een prachtige film en de katholieke censuur – nog zo negatief over Kubrick ten tijde van
Lolita kende hem haar grote prijs toe. In Los Angeles kreeg de regisseur dat jaar de Oscar voor de
Best Visual Effects.
A Clockwork Orange (1971) naar Anthony Burgess, Kubricks sombere kijk op de menselijke aard, zorgde opnieuw voor controverse wegens de onverbloemde geweldscènes. Kubrick, die inmiddels in Engeland woonde, kreeg doodsbedreigingen en kreeg het verwijt verantwoordelijk te zijn voor het toenemend geweld in de samenleving. Na 61 succesvolle weken in de Londense bioscopen besloot Kubrick te zwichten voor de druk van kritiek en publiek: de film werd teruggetrokken en zou 20 jaar lang niet meer te zien zijn in Engeland. Warner, de filmstudio, stond volledig achter de regisseur, want wat Kubrick deed was gewoon redelijk en wijs, want was hij niet de leverancier van Warners best lopende langspeelfilm sinds
My Fair Lady? In 1975 draaide Kubrick het kostuumdrama
Barry Lyndon met Ryan O'Neal in de hoofdrol, een film waarvoor oude BNC-camera's werden opgebouwd en met een Zeiss-lens van Nasa uitgerust zodat ze de interieurscènes met puur kaarslicht konden registreren met behoud van diepte en detail. De Amerikaanse kritiek noemde de film langdradig en saai, maar in Europa groeide
Barry Lyndon uit tot een respectabel succes. Toch werd de film een financieel kerkhof, ondanks de vier Oscars voor decor, kostumering cinematografie en muziek. Tijd dus voor een commercieel succes met de bovennatuurlijke griezelfilm
The Shining (1980) naar een scenario van Stephen King, een raadselachtige en geheimzinnige productie op muziek van György Ligeti en de Pool Krzysztof Penderecki. In
Full Metal Jacket (1987) hing Kubrick een beeld op van de tragedie en de smerigheid van de moderne oorlogsvoering, geen antioorlogsfilm in de stijl van
Dr. Strangelove, maar een portret van een fenomeen. Jammer genoeg was de concurrentie hem te snel af met een aantal Vietnamfilms en kwam
Full Metal Jacket ondanks de unieke boodschap en de prachtige fotografie te laat om brokken te maken.
De volgende twaalf jaar werd het stil rond Stanley Kubrick. Zijn project
Aryan Papers was helemaal geresearched toen Steven Spielbergs
Schindler's List de zalen bereikte, een film met een gelijklopende inhoud. Kubrick voerde het project af en begon aan een scenario op basis van een SF-verhaal van Brian Aldiss, maar dat project werd uitgesteld omdat Kubrick meende dat de computertechnologie nog niet ver genoeg opgeschoten was om zijn fantastische decors te realiseren. In 1999 verscheen zijn laatste film
Eyes Wide Shut met Tom Cruise en Nicole Kidman in de hoofdrol, een film over toewijding, loyauteit en trouw binnen een relatie. De draaiperiode van de film overschreed alle redelijkheid en duurde 2 jaar. Een week na de première overleed Stanley Kubrick.
Stanley Kubrick: A Life In Pictures van regisseur Jan Harlan is een uitgebreide, boeiende en veelzijdige documentaire. Een interview met Kubrick zit er niet in, daarvoor was de man al tijdens z'n leven te veel een eenzaat en een kluizenaar die de pers vermeed, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door overvloedig beeldmateriaal uit al zijn films en een lange rij interviews met zijn echtgenote, zijn kinderen, vrienden en medewerkers sinds de beginperiode. Stanley Kubrick wordt getypeerd als een zeer intelligente man, een gedreven fotograaf en een zeer toegewijd filmregisseur. Hij was ziekelijk punctueel en bleef dagenlang
takes maken tot ie de precieze emotionele sfeer te pakken had. Zijn medewerkers praten over hem als een minzaam man die z'n stem zelden verhief, maar die precies wist wat ie wilde en niet af gaf tot het punt was bereikt waarop hij zat te wachten. Duidelijke instructies gaf hij daarbij zelden en hij beperkte de omvang van zijn
cast en
crew ook altijd tot het strikte minimum: bij hem geen overtollig personeel, geen koffiedames, geen grote groepen mensen die werkloos over de set kuierden. Kubrick was gedreven, toegewijd en bezeten om elk
frame perfect te krijgen. Zijn werklust was legendarisch en zijn creativiteit schijnbaar oneindig groot, maar hij stond ook open voor de ideeën van de mensen in zijn omgeving, met zijn echtgenote als eeuwige klankbord.
Jan Harlan, regisseur van
Stanley Kubrick: A Life In Pictures, was
executive producer van Kubriks films sinds
Barry Lyndon uit 1975 en is dus een bevoorrecht kenner van de meester en zijn werk.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze zeer uitgebreide documentaire is uitstekend. De oudere films zijn uiteraard in zwart-wit met de gebruikelijke technische beperkingen qua contrast en detaillering, in het latere materiaal komen alle nuances van kleur en sfeer perfect tot hun recht. Ook de interviews waarmee de filmbeelden aan elkaar gelast zijn, zijn van een goede technische kwaliteit.
Het geluid staat in 5.1 en dat is geen overbodige luxe voor een regisseur die geluid en met name klassieke muziek een vooraanstaande plaats toekende in zijn oeuvre. Ligeti en Penderecki hebben heel veel aan Kubrick te danken wat betreft het tijdstip van hun grote doorbraak in West-Europa en de U.S.A. en zij behoren tot vandaag tot de grote moderne componisten in de westerse cultuur. Kubrick heeft er overigens bijna op z'n eentje voor gezorgd dat klassieke muziek z’n weg vond naar een kunstvorm die er zonder zijn fundamenteel ingrijpen wellicht nog veel lucratiever en oppervlakkiger had uitgezien dan nu al het geval is. Hij is de wegbereider voor de instroom van hedendaagse klassieke componisten in het filmvak die, mede door zijn toedoen, op hun beurt in hun compositorisch werk beïnvloed worden door het nieuwe medium waarvoor ze werken en dat is positief in een vakgebied (de moderne klassieke muziek) dat zich in de loop van de 20ste eeuw van het publiek had verwijderd.
EXTRA'S
De dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Stanley Kubrick: A Life in Pictures is een prachtige en zeer volledige documentaire over het leven en het werk van één van de interessantste regisseurs uit de filmgeschiedenis, een man die zich nauwelijks liet beïnvloeden door de commercie en de smaak van het publiek en die een oeuvre uitbouwde dat indruk maakt door de hoge kwaliteit van het materiaal
an sich, de grote variatie van onderwerpen en de diepmenselijke bekommernis die eraan ten grondslag ligt. De documentaire is overvloedig geïllustreerd met cruciale beeldfragmenten uit het werk van de regisseur waardoor hij de vorm van een klein standaardwerk aanneemt.