PARIS JE T'AIME
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-09-19
FILM
Het aantal geslaagde anthologiefilms valt op de vingers van één hand te tellen. Op de vingers van één vinger zelfs. En zelfs dat is een overstatement. Het mag dus niet verwonderen dat ook
Paris, Je t’Aime, een verzameling van achttien kortfilms van evenveel regisseurs, geen onvolprezen succes is. Dit soort prenten gaat nu eenmaal in tegen enkele grondregels van het medium. Vergelijk het met het vervangen van één lekkere hoofdmaaltijd door achttien kleine porties van evenveel lievelingsgerechten. Het klinkt als een goed idee, maar de kans dat je er een indigestie aan overhoudt is redelijk groot. Maar ook al overtuigt
Paris Je t’Aime als coherent thematisch geheel niet volkomen, tussen een stevige dosis kaf bevindt zich gelukkig ook wat glanzend koren dat je met smaak verorbert.
Hoe kan het ook anders als je de waslijst aan talent overloopt die aan de prent heeft meegewerkt? Zulke uiteenlopende namen als Wes Craven en Nobuhiro Suwa duiken op in de regiecredits, aangevuld met o.a. de Coens, Walter Salles, Isabel Coixet en Tom Tykwer. En als de eclectische groep cineasten je al doet watertanden, wat dan te denken van de cast? Maggie Gyllenhaal, Juliette Biniche, Ben Gazzara, Eliah Wood, Nick Nolte, Fanny Ardant, allemaal werden ze bereid gevonden hun diensten te verlenen aan
Paris Je t’Aime. Voeg daar nog eens een concept aan toe dat de liefde voor film combineert met de passie voor een stad en voor de liefde zelf, en je zou op het minst een intrigerende prent moeten hebben. Wat
Paris Je t’Aime ook is geworden. Zij het een bijzonder onevenwichtige.
Alle pogingen immers ten spijt om via korte tussenstukjes de coherentie aan te zwengelen, krijg je achttien aparte opussen voorgeschoteld. Echt slechte zitten daar niet tussen. De bijdrage van de Hong Kongse filmer Christopher Doyle mag bijvoorbeeld wel bizar en onbegrijpelijk zijn tot in het extreme, net als bij een luguber autowrak kan je op een vreemde manier je ogen er niet van af houden. In die optiek is de zonde die zeker de helft van de andere kortfilms begaat een stuk groter: mediocriteit. Het zijn vaak tussendoortjes die men vergeten is te kruiden met één stevige ‘hook’, waarvan de moraal te opzichtig is of die in eender welke andere thematische film in eender welke andere stad gedraaid hadden kunnen worden. Wanneer je de bijdragen optelt die zowel het thema – een liefde voor Parijs én de liefde – als het medium film zelf een interessante invulling geven, blijf je over met een kwartet prentjes die je zonder meer geslaagd kan noemen.
De eerste die zo je pad passeert is
Tuileries van Joel & Ethan Coen. Bij een eerste visie lijkt hun bijdrage wat te licht en frivool, maar meerdere kijkbeurten voegen steeds nieuwe lagen toe om te ontdekken.
Père-Lachaise, de film van Wes Craven, is zowel de ultieme toeristische briefkaart voor het beroemde kerkhof als een zeemzoete maar niet kleffe blik op de geheimen van een goede relatie. Acteerspel triomfeert dan weer in
Quartier Latin, waarin de combinatie van Ben Gazarra’s venijnige blikken en Gena Rowlands’ gevatte dialogen genoeg vonken oplevert om gans Parijs in lichterlaaie te zetten. En als ieder film zo goed zou zijn als zijn laatste vijf minuten, dan zou je
Paris Je t’Aime een meesterwerk moeten noemen, want Alexander Payne’s segment –
14e Arrondissement – is precies dat: een vakkundig afgemeten koorddans tussen komedie en drama, eindigend in een vrije val vol emoties.
Hoe je ook kijkt naar
Paris Je t’Aime – als een ambitieus experiment, een staalkaart van moderne cineasten of een avondje gezellig voor de buis – iedereen zal ergens in de prent wel zijn gading vinden en tegelijkertijd de schouders ophalen voor andere segmenten. Als geheel is de film helaas te wisselvallig om zomaar aan te raden, maar wie ook maar een beetje in de zevende kunst geïnteresseerd is zal – of je dat nu goed of slecht interpreteert – zich vast niet vervelen.
DE ACHTTIEN SEGMENTEN
Montmartre
Regie: Bruno Podalydes
Een man op zoek naar een parkeerplaats vindt de liefde wanneer een voetgangster aan zijn wagen flauwvalt. Podalydes tracht een bitterzoet verhaaltje te vertellen zonder veel plot, maar helaas ook zonder veel gevoel of richting. Het resultaat is een filmpje dat op de rand van saaiheid balanceert en allerminst de ideale opening is voor
Paris Je t’Aime.
Quais de Seine
Regie: Gurinder Chadha
Aan de oevers van de Seine valt een jongeman halsoverkop voor een gesluierd moslimmeisje. De politieke boodschap ligt er zo vingerdik op dat dit segment een serieus tekort vertoont aan subtiliteit. Maar dat wordt grotendeels goedgemaakt door de charmante naïviteit van zowel de centrale plot als de aangename acteurs.
Le Marais
Regie: Gus Van Sant
De tolk van een Britse artieste raakt aan de praat met een drukkerijmedewerker met wie hij een onverklaarbare band voelt. Helemaal in lijn met zijn laatste langspelers, is
Le Marais een te babbelzieke, voorspelbare, pseudo-provocerende Van Sant. Professioneel gemaakt, dat wel, en zelfs redelijk bekijkbaar, maar volledig gespeend van aanraadbare elementen.
Tuileries
Regie: Joel & Ethan Coen
Het eerste segment dat écht overtuigt is niet toevallig afkomstig van de Coen broertjes. Steve Buscemi maakt in een metrostation oogcontact met een knappe meid, ondanks de waarschuwing hierover in zijn stadsgids. Met treffende humor, enkele knappe visuele vondsten en een leuke centrale performance doet
Tuileries precies wat je van een Coenfilmpje verwacht: verrassen én amuseren.
Loin du 16e
Regie: Walter Salles & Daniela Thomas
Een kindermeisje laat ‘s ochtends haar eigen baby in een crèche achter om voor het kindje van een rijk gezin te zorgen. De boodschap die Salles en Thomas willen overbrengen mist subtiliteit, maar de poëtische, dromerige sfeer waarin dit filmpje baadt, compenseert dat grotendeels. Kers op de taart is een sobere maar ontroerende acteerprestatie van Catalina Sandino Moreno.
Porte de Choisy
Regie: Christopher Doyle
Buiten het feit dat er een vertegenwoordiger rondloopt in dit segment en date en Chinese kapperszaak een belangrijke rol speelt, valt er geen touw vast te knopen aan Doyles bijdrage. Niet alleen breekt dit segment met toon, stijl en thema van de andere filmpjes, de hypergestileerde regie en algehele bizarheid maken dit eerder geschikt als kijkvooer voor junkies dan voor cinefielen.
Bastille
Regie: Isabel Coixet
Op het moment date en man zijn echtgenote wil verlaten voor een ander, meldt ze hem dat ze terminal ziek is. Op zich valt er weinig slechts te zeggen over Coixets film, maar haar ambitie is gewoonweg te groot om in een tijdspanne van 5 minuten verteld te worden. De overladen plot moet dan ook met een uitleggerige voice-over verduidelijkt worden, wat het kijkplezier niet verhoogt.
Place des Victoires
Regie: Nobuhiro Suwa
Een moeder die net haar zoon verloor, wordt ‘s nachts gewekt door een cowboy die haar een wens gunt. De frivoliteit van andere segmenten ruimt hier plaats voor oprecht drama. Iets té oprecht, want ondanks een goede Juliette Binoche en een leuke Willem Dafoe verdrinkt
Place des Victoires in een zee van opgeklopte ernst.
Tour Eiffel
Regie: Sylvain Chomet
Chomet, de man achter
Les Triplettes de Belville, maakt zijn live-action debuut hoewel zijn bijdrage nog steeds meer van een cartoon wegheeft. Het verhaal van twee mimespelers die op elkaar verliefd worden, is visueel echter een voltreffer, en hoewel niet alle grappen even geslaagd zijn, weet dit segment een milde glimlach op de lippen te toveren.
Parc Monceau
Regie: Alfonso Cuaron
Een oudere man en een jonge vrouw zien elkaar na lange tijd terug. Meer vertellen zou het kijkplezier bederven, ook al is de pointe niet de meest originele uit de filmgeschiedenis. Cuaron gebruikt zijn segment dan ook vooral om zijn technische kunde te showen, aangezien het filmpje bestaat uit één lange, continue camerabeweging. Nog een pluspunt is de no-nonsenseperformance van Nick Nolte.
Quartier des Enfants Rouges
Regie: Olivier Assayas
Een Amerikaanse actrice koopt wat sterke hasj van een dealer, maar ziet misschien meer in hem. De regisseur werkt hier met zo’n dunne plot, eentje die zich bovendien ijl en subtiel ontrafelt, dat je als kijker vaker op je horloge blikt dan naar het scherm. Een ongeïnteresseerde performance van Maggie Gyllenhaal en een anticlimactisch einde helpen evenmin.
Places des Fêtes
Regie: Olivier Schmitz
Een Afrikaanse inwijkeling vraagt een medische assistente een kop koffie te drinken op een ongewone plek en tijdstip. Schmitz vertelt zijn verhaal grotendeels in flashback en die structuur werkt wonderwel. Echte verrassingen zijn er wel niet te vinden zin zijn relaas, terwijl ook de ontknoping wat minder wrang en ambigu had gemogen. Niettemin blijft het segment zeker bij.
Pigalle
Regie: Richard Lagravenese
Een al wat ouder koppel tracht hun relatie nieuw leven in te blazen via een rollenspel. Het verhaal heeft niet veel om het lijf, maar met steengoede acteurs als Bob Hoskins en Fanny Ardant blijkt dat in dit geval ook niet nodig. Ook opvallend is dat dit een van de weinige segmenten is met een waarachtig, onverwacht, bevredigend slot.
Quartier de la Madeleine
Regie: Vincenzo Natali
Een Amerikaanse rugzaktoerist kruist in het holst van de nacht het pad van een beeldschone vampier. Dit is zonder twijfel de vreemdste eend in de bijt (pun intended): een zwaar gestileerd bloedrode romance, die niet alleen schril afsteekt tegen de andere episodes maar ook het thema van de film wat te vrijelijk interpreteert. Geen hoogvlieger. Goede observatoren herkennen als uitgezogen slachtoffer wellicht een horrorgrootmeester.
Père-Lachaise
Regie: Wes Craven
Diezelfde grootmeester verrast met zijn atypische bijdrage, waarin een drukbezet koppel op huwelijksreis is een maand voor hun huwelijk. Criticasters zullen ongetwijfeld struikelen over de zeemzoete voorspelbaarheid van dit magisch-komische soufflétje, maar ik vond de oprechte naïviteit ervan juist onweerstaanbaar. Rufus Sewell en Emily Mortimer zijn bovendien perfect gecast en er is een leuke cameo voor cineast Alexander Payne.
Faubourg Saint-Denis
Regie : Tom Tykwer
Wanneer zijn vriendin het over de telefoon uitmaakt, denkt een blinde Parijzenaar in terug aan hun tumultueuze relatie. Het mag niet verwonderen dat Tykwers filmpje het meest hippe van de hoop is, met een montage die steeds sneller de beelden verknipt. Erg aandoenlijk is het allemaal niet, o.a. door een Natalie Portman op autopiloot, en ook de gebruikelijke Tykweriaanse overkill is een moeilijke horde. Om één keer te bekijken en dan weer te vergeten.
Quartier Latin
Regie: Gérard Depardieu & Frédéric Auburtin
In de laatste rechte lijn hervindt
Paris Je t’Aime zijn beste vorm. De simpele premisse van een ouder koppel dat samenkomt in een café om de scheiding te finaliseren, verdient bonuspunten voor gevatheid en zwartgallige humor. Daarenboven is het een plezier om Ben Gazzara en Gena Rowlands (die het script schreef) de pannen van het dak te zien spelen. Waarschijnlijk is dit segment de meest onverwachte triomf van de ganse prent.
14e Arrondissement
Regie: Alexander Payne
Paris Je t’Aime eindigt met een van de filmische hoogtepunten van het jaar. Alexander Payne injecteert zijn sublieme gevoel voor tragikomedie in het relaas van een Amerikaanse vrouwelijke postbode die op haar eentje een week in Parijs verblijft. Het segment is een ode aan de eenzaamheid, maar ook aan de liefde, aan Parijs en aan zowat iedere emotie die je kan bedenken. Met een verbluffende centrale performance van Margo Martindale, een hilarische voice-over en zakken vol oprechte emotie, is dit de beste climax van eender welke film die ik dit jaar zag.
BEELD EN GELUID
Deze film was de eerste Europese productie die volledig digitaal op 6K gescand en op 4K gemasterd werd i.p.v. de normale 2K. Je zou dus verwachten dat de beeldkwaliteit eruit springt. Dat is niet het geval. Alle parameters van het beeld zijn weliswaar in goede conditie, maar niet meer of niet minder dan eender welke andere degelijke transfer van eender welke andere maatschappij. Er is geen afwijking in positieve of negatieve zin merkbaar tussen de segmenten: allen schijnen in gelijke mate behandeld te zijn geweest. De soundtrack bestaat uit een 5.1-track die wat dynamiek mist omdat de achterste kanalen nauwelijks gebruikt worden. Dit is een gemiste kans om Parijs als karakter d.m.v. omgevingsgeluiden beter in de verf te zetten.
EXTRA’S
De Beneluxversie bevat enkel een
Trailer (2 min.) voor de hoofdfilm en drie andere releases van de distributeur. Jammer, want andere landen kregen er als bonus o.a. de twee segmenten bij die de finale cut van
Paris Je t’Aime niet haalden.
CONCLUSIE
Paris Je t’Aime is een anthologiefilm met een enkele laagte, veel middelmatigheid en een handvol hoogtes. Vooral de bijdragen van de Coenbroertjes, Wes Craven, Gérard Depardieu en Alexander Payne blijven ook na het rollen van de generiek nog nazinderen. De beeld- en geluidskwaliteit van deze release zijn degelijk zonder meer, maar de bonussectie blijft nagenoeg leeg.