BEOWULF
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2008-04-11
FILM
Koning Hrotgar (Anthony Hopkins) is nog maar net bezig om ladderzat de buit van zijn laatste strooptocht te verdelen, wanneer een helse demon, Grendel (Crispin Glover) binnenvalt en een slachting onder zijn manschappen aanricht. De koning looft de helft van zijn goud uit als beloning voor degene die Grendel een kopje kleiner maakt. De Geaten onder leiding van Beowulf (Ray Winstone) geven gehoor aan de noodoproep en presenteren zich als degenen die Grendel mores zullen leren. Om het beest uit te dagen houden ze een drinkgelag en wanneer Grendel toeslaat gaat Beowulf hem zonder wapens te lijf. Hij slaagt erin de demon een arm af te rukken. Wanneer hij zich naar de moerassen begeeft om het werk af te maken, komt hij oog in oog te staan met Grendels moeder (Angelina Jolie), een waterdemon en de laatste in haar soort. Ze belooft Beowulf macht en aanzien als hij haar laat leven; Beowulf vertelt overal dat hij haar gedood heeft. Hij volgt Hrotgar op als koning, maar de leugen blijft hem achtervolgen.
Robert Zemeckis tast na
The Polar Express met deze
Beowulf opnieuw de grenzen af van wat er met computeranimatie mogelijk is. We zijn intussen al een eeuwigheid verwijderd van de strapatsen van
Roger Rabbit uit de naar het hyperkinetische konijn genoemde film, maar Zemeckis' voorliefde voor animatie en zijn zoektocht naar het ultieme animatie-experiment is nog verre van over. Nog een stapje verder gaand dan de standaard voor de realistische variant van CGI dan Hironobu Sakaguchi in
Final Fantasy deed, is
Beowulf een impressionante staalkaart van de state-of-the-art technologie die nog net niet helemaal volmaakt is. De huidtinten van de acteurs blijven bijvoorbeeld nog iets te stabiel en ook de animatie rond de ogen is niet bij alle personages even geslaagd: bij de 3D-modellen van Anthony Hopkins en Angelina Jolie is bijvoorbeeld de gelijkenis treffend, maar Ray Winstone ziet er bijvoorbeeld nog iets te houterig uit om de scheidingswand tussen trucage en realiteit te doen oplossen. De bewegingen van sommige personages, vooral als er veel volk het scherm vult, zijn soms nog net iets te artificieel en enkele van de dames deden me aanvankelijk flink denken aan de derderangstravestiet uit de
Shrek-franchise, maar het moment waarop we geen verschil meer zullen zien tussen computergegenereerde
synthesipans en acteurs van vlees en bloed komt angstaanjagend snel dichterbij.
Beowulf is alleszins geen kindertekenfilm zoals
Monster House: Grendel trekt bijvoorbeeld in een scène een lichaam in twee om vervolgens gulzig het uit het halve lichaam gutsende bloed op te drinken, waardoor een avondje tekenfilm voor uw koters ongetwijfeld zal resulteren in maanden en maanden bezoek aan de kinderpsychiater, én ze vallen gegarandeerd terug in bedplassen. Vreemd genoeg zorgt dit uitzonderlijk voor een disk met een hogere leeftijdsklassicifactie voor de Benelux (16) dan voor het Verenigd Koninkrijk (slechts 12), waardoor het toch wel lijkt alsof "het is maar computeranimatie" een geldig excuus is voor een hoog gehalte aan gore. In één bijzonder grafische scène knabbelt Grendel vrolijk het hoofd af van één van Beowulfs manschappen en laat het zich vervolgens goed smaken, te horen aan de gedetailleerde knarsgeluiden wanneer hij het hoofd fijnknauwt als een
Napoleon-bolleke. De film is een oefening in stijl boven substantie: veel inhoudelijks is er niet te beleven en de karakters missen motivatie, maar dat was exact dezelfde kritiek die kon worden geformuleerd bij de live-actionverfilming
Beowulf & Grendel van Sturla Gunnarson uit 2005, dus in zekere zin zal het wel aan de origine van het bronmateriaal, één van de oudste stukken uit de Scandinavische proza, te wijten zijn. De acteurs die doorheen de façade van illusie toch nog hun stempel op hun vertolking kunnen drukken, Anthony Hopkins die zich met een majestueus aura omgeeft, Angelina Jolie die uit het water komt gekronkeld en John Malkovich die arrogantie uitstraalt, bewijzen hun talent, maar steken wat af tegen de acteurs die niet met deze gave gezegend zijn; zo is de stemvertolking van Ray Winstone in de titelrol niet echt memorabel. Spektakelwaarde heeft de prent echter genoeg in huis, de dialogen zijn dan weer zo blasé dat, als het hier niet om een experiment in revolutionaire animatie betrof, en als de film daar alleen zou op moeten worden afgerekend, deze mordicus neergesabeld zou worden. Of u een dergelijke, bijna twee uur durende rit door de CGI-achtbaan met volle aandacht kan uitzitten zal vooral afhangen van het feit of u ook zo onder de indruk bent van de animatie, dat u de inhoudelijke tekorten voor lief neemt.
Desondanks kunnen we ons de vraag stellen wat het nut is van dergelijke films: de acteurs worden voor deze motion capture-technieken vol infrarode sensoren geplakt, om vervolgens speciale camera's en dure telemetrie-apparatuur elke beweging te laten optekenen. Waarschijnlijk is het veel eenvoudiger om al de technische poeha achterwege te laten en de acteurs gewoon te laten doen waar ze voor betaald worden, namelijk acteren. Maar net als de beste reden om de berg te beklimmen nog altijd is omdat 'ie er staat, is het aftasten van de rekencapaciteit van computers en een grenzeloze ambitie om met de technieken te kunnen uitpakken waarschijnlijk al een reden op zich. Wat de computertechniek wel mogelijk maakt is dat we sommige camerastandpunten en staaltjes inzoomwerk zien die met gewone camera's ongetwijfeld óók uren computergestuurde montage zouden vergen en dan is deze manier van werken wel een binnenweg. Klassiek moeilijk te animeren zaken zoals textuur en haar, worden op afdoende wijze aangepakt. Mij viel het vooral op dat de technieken van belichting bij een schemerend vuurtje of bij het schaarse maanlicht gedetailleerder worden en minder kunstmatig overkomen. De computerprogrammeurs moeten bovendien de tijd van hun leven gehad hebben, want virtueel mochten ze Angelina Jolie tot op de huid uitkleden; ik durf liever geen extrapolatie te maken over waar ze zich na de uren mee bezig hebben gehouden. De gevechtsscènes lijken soms een beetje te veel op een uit de kluiten gewassen computerspel.
U merkt het, het is bijzonder moeilijk om meer in detail een bespreking af te leveren over de inhoudelijke kwaliteiten van de film en minder over het vormelijke aspect.
Beowulf moet dan ook vooral op dit laatste worden beoordeeld, want het zal toch voornamelijk de bedoeling geweest zijn om te kunnen pochen over wie de beste grafische kaart in zijn computer heeft zitten. Toch is het ook verhaalsmatig een evenwichtige film, die weliswaar in twee duidelijk aparte stukken uiteenvalt (Beowulf als jonge krijger en Beowulf als oude koning). Bovendien is de film een showcase van goede ideeën voor andere regisseurs die zich geheel of gedeeltelijk op animatie willen storten voor hun eigen film.
BEELD EN GELUID
De Dolby Digital 5.1-track opent alvast heel aggressief met feestgedruis waarbij er uit alle speakers een ambiënte mix van dronkemansgelal weerklinkt, gevolgd door de spectaculaire entree van Grendel, die met zijn gegil de boxen van de muur kan doen vallen. De toon is daarmee ineens gezet voor de rest van de disk: geluidseffecten, geluidseffecten, en nog eens geluidseffecten. Of het nu luid voorbijdravende paarden zijn of eerder creepy klinkende reflecties in de grot waar Grendels moeder zich schuilhoudt,
Beowulf is een mooi staaltje demonstratiemateriaal dat netjes naast de betere DTS-track mag staan. De dialogen klinken scherp en warm en heel duidelijk. De beeldtransfer is excellent, met zeer stabiele en scherp afgelijnde kleuren, die wel wat aan de grimmige kant van het spectrum zitten, goed schaduwdetail en een bijna complete afwezigheid van compressie-artefacts.
EXTRA'S
Ons testexemplaar van
Beowulf werd geleverd in een mooie steelbookuitvoering met alle extra's op een tweede disk. Er staan redelijk wat featurettes op die nogal een hoge ratio inhoud/tijd hebben, wat altijd beter is dan nodeloos gerokken promotionele peptalk.
A Hero's Journey: The Making Of Beowulf (24 min.) is een solide featurette met beeldmateriaal van achter de schermen, waarin we de acteurs zien rondhuppelen met hun gezicht vol sensoren, afgewisseld met interviewfragmenten en een reportage van een cameraploeg die Ray Winstone's ochtendhumeur is mogen gaan filmen. Tien kortere featurettes
Beowulf: Mapping The Journey (21 min.) bevatten kortere bijdragen die allemaal te maken hebben met het schieten van de film op een studiostage vol rasters, het genereren van computerrekwisieten, previsualisaties en diens meer.
The Origins Of Beowulf (5 min.) is een uitgebreide slideshow waarin de makers vertellen over hoe ze het bronmateriaal hebben aan moeten passen aan de film.
Beasts Of Burden: Designing The Creatures Of Beowulf (7 min.) gaat over de artistieke vormgeving van de vier voornaamste monsters uit de film: Grendel, zijn moeder, een zeemonster en de draak. De featurette is werkelijk te kort om alle details van en de symboliek achter het ontwerp uiteen te zetten.
Creating The Ultimate Beowulf (2 min.) gaat over de casting van Ray Winstone, die in tegenstelling tot bijvoorbeeld Anthony Hopkins en Brendan Gleeson niet echt fysiek erg veel lijkt op zijn computeralter ego, vooral dan in het departement bierbuik. In
The Art Of Beowulf krijgen we wat kostuumontwerp, het ontwerp van onder meer de drinkbeker en nog enkele props waarvan production designer Doug Chiang ons vertelt of ze authentiek zesde-eeuws zijn of niet. Als afsluiter krijgen we zes
verwijderde scènes (10 min.) te zien, grotendeels in een half afgewerkt stadium van de animatie.
CONCLUSIE
Beowulf is inhoudelijk niet dadelijk de meest interessante film, maar voor de spektakelwaarde en vooral voor de ongelofelijk vergevorderde staat van computeranimatie moet u deze toch minstens een keertje bekeken hebben. Beeld en geluid zijn prima, de extra's zijn kort maar informatief.