FILM
De twee kleine criminelen Durell Washington (Ice Cube) en LeeJohn Jackson (Tracy Morgan) hebben zich een hoop narigheid op de hals gehaald: ze zijn gepakt met een lading gestolen rolstoelen. De rechter beoordeelt hen nog redelijk mild: in plaats van gevangenisstraf krijgen de heren vijfduizend (!) uur gemeenschapsdienst aan hun broek. Durells vrouw Omunique (Regina Hall) dreigt om met hun zoontje naar Atlanta te verhuizen, en tot overmaat van ramp wil
crime boss Blakha (Paul Campbell) het geld van zijn rolstoelen terug. De enige uitweg die de twee nog zien is de goedgevulde donatieschaal van de kerk te gaan leegroven. De timing van hun rooftocht is echter niet bepaald ideaal, want de volledige congregatie heeft net verzamelen geblazen, en tot overmaat van ramp is iemand voor hen al langs de kassa gepasseerd. Het tweetal gijzelt de aanwezigen, maar worden - gelukkig - voorwerp van een flink geval va het Stockholm-syndroom, en het tweetal weet bovendien nog een priester aan het kruis te hangen die een deel van de giften van de parochianen heeft achtergehouden.
Dat rapper Ice Cube keer op keer weer wordt gecast in komedies als
Are We Done Yet? en
Barbershop, is een complete vergissing. Het gegeven van deze comedy leek ons aanvankelijk heel leuk, en de openingsscène waarin het tweetal aan de haal gaat met een bestelwagen vol rolstoelen beloofde veel goeds, maar spijtig genoeg was het ook meteen het hoogtepunt, al wat er daarop volgt is zelfs voor een comedy pijnlijk ongeloofwaardig. De film verbleekt bij het gebrek aan grappigheid, en als regisseur David E. Talbert nog eens dramatische elementen wil toevoegen aan een comedy die al bleek ziet van de bloedarmoede, is het resultaat doffe ellende: komedie zonder grappen, drama zonder emotie en moraal zonder bezieling. De plot (twee losers breken de offerblok open) en de karakteruitwerking (vader moet met lede ogen toezien hoe hij het hoederecht over zijn zoontje verliest) passen ruimschoots op een bierviltje. Obsceen of vulgair wordt de film niet echt, het is zelfs opvallend hoe de makers hebben geprobeerd om niemand, maar dan ook niemand, te schofferen, maar de prent is jammer genoeg tijdverlies voor alle betrokken partijen, inclusief de kijker.
BEELD EN GELUID
We vergelijken het beeld met de iets superieurdere
blu ray-release. De kleuren zijn nog steeds aanvaardbaar met goeie schaduwtinten, contrast en realistische kleuren, alhoewel deze meer naar donkere zwarte en bruine tinten afglijdt, maar het geheel heeft wat aan scherpte ingeboet. In de scènes in de kerk zijn de details minder alomtegenwoordig, en al heeft de presentatie niet veel om het lijf, ook al omdat zowat de hele film zich binnen de vier muren van de kerk afspeelt, is het detailniveau op de blu-ray echt beter. Het beeld ziet er nog steeds een klein beetje korzelig uit. Ook de Dolby Digital 5.1-geluidstrack is meer dan adequaat genoeg voor een film die nagenoeg helemaal op dialogen drijft, waarbij wellicht de galmende gospelmuziek als positieve uitschieter mag genoteerd worden. Je merkt dat deze iets minder geprononceerd is dan de Dolby TrueHD 5.1op de blu-ray release. maar voor het beoogde doen zeker genoeg.
EXTRA'S
Regisseur Talbert heeft de disc voorzien van een audiocommentaar, die laveert tussen anecdotisch en technisch. Maar liefst 35 minuten aan verwijderde scènes zijn present, alsook een standaard-promotionele documentaire "Hood Robbin' with the First Sunday Cast and Crew" (16 min.). Verder bevat de blu-ray nog een blooperband van 4 minuten, een paar outtakes van 5 minuten en een korte afsluitspeech van regisseur Talbert van drie minuten. Ten opzichte van de
blu-ray is de fact track verdwenen, en een paar trailers toegevoegd.
CONCLUSIE
First Sunday is onschuldig familiaal vertier, maar heel mager qua inhoud.