HISTORY OF ESPIONAGE, THE - TOP SECRET
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2010-08-25
SERIE
The History of Espionage is een zeer goed gestoffeerde documentaire waarin de geschiedenis van spionage uit de doeken wordt gedaan. Gaat het op de eerste disk nog over een paar geïsoleerde gevallen, zoals Mata Hari en Sorge, worden op het einde van deze eerste disk al de gevolgen duidelijk: de wapenwedloop tussen Amerika en de USSR was nooit zo gelijklopend geweest zonder de wederzijdse spionage. In het tweede deel kijken we naar wat spionage betekende tijdens de Koude Oorlog, waarin vooral in landen als de DDR de persoonlijke vrijheden van de individuen met de voeten traden. Het derde deel focust op de periode na de val van de muur, waarin de expertise van spionnen als wapen wordt ingezet in de oorlog tegen terrorisme. De documentaire is niet helemaal objectief. Het is bijvoorbeeld storend dat in bepaalde stukken van de 2de documentaire een duidelijk pro-DDR standpunt wordt ingenomen. Over de vele slachtoffers van terreuraanslagen van hun geestesgenoten wordt zedig gezwegen, en er wordt nogal vergoelijkend gepraat over wat Oost-Europese spionnen allemaal hebben uitgevreten. Nochtans zou uit de documentaire net moeten blijken dat de vuile streken die werden uitgehaald niet het monopolie waren van één politieke strekking. En natuurlijk komt in deel 3 altijd weer een potje Amerika-bashing om de hoek piepen, waarbij toch voor ééns en altijd eens moet gesteld dat de Amerikanen nooit om een aanval van de omvang van 9/11 hebben gevraagd.
AFLEVERINGEN
1. Helden En Verraders (42:02)
De romantiek die men associeert bij "spionagefilms" van het James Bond-type is fel overroepen. Spionnen zijn zeker geen dandy's die met de duurste auto's rijden, zich omringen voor adembenemende vrouwen, integendeel: onopvallendheid is troef. Ondanks de aanwezigheid van legendarische figuren als Mata Hari, die van te veel walletjes tegelijk wilde eten en zowel voor de Fransen als voor de Duitsers te spioneren, heeft ze zichzelf de das omgedaan. De échte spionage ontstond bij de machtsovername door de bolsjewieken in 1917, en diende voornamelijk als instrument voor de verschillende Oostblokstaten om te zien of ze nog in het communistische gareel liepen. Toch waren er flamboyanbte figuren als Sorge, die zowel in Duitsland vitale informatie wist te vergaren, als bij aartsvijand Japan. Sorge verloor echter om onduidelijke redenen zijn status van geloofwaardigheid in Rusland, en de man werd opgehangen, nadat zijn collega's verklaarden dat ze van hem nog nooit gehoord hadden. Sorge had een vriendin, Ruth Werner, die ook door de communistische microbe gebeten werd, speelde een belangrijke rol bij het verzet in China tegen de Japanse invasie van Mantsoerije. En zelfs na de oorlog, toen Ruth Werner naar Engeland verhuisde, bleef het bloed kruipen waar het niet gaan kon, en binnen de kortste keren stond er een zendantennetje in haar tuin, via hetwelke ze informatie over het Amerikaanse A-bomprogramma aan Rusland doorspeelde, waardoor de Russen slechts vier jaar na de Amerikanen hun eerste kernontploffing konden realiseren. Zelfs een figuur als Kim Philby, een typisch produkt van de Britse upper middle class en hoofd van de contraspionage, wist zijn ware politieke affiliatie lang genoeg verborgen te houden. Zijn overlopen naar de USSR sloeg dan ook als een bom. Hij werd naar Rusland verbannen, en werd daar de rest van zijn leven als een held vereerd. Een spion als Walker had dan weer geen enkele politieke affiliatie, maar wel acuut geldgebrek, en hij verkocht zonber boe of ba de geheime correspondentiecodes aan de meestbiedende. De grootste flater was wel het benoemen van de Rus Polyakov bij de Verenigde Naties, die gewoon alles waar hij zijn handen op kon leggen, doorspeelde aan de Amerikanen. Dankzij die informatie werden heelder lijsten Russische spionnen in de States opgerold. Polyakov kreeg de kogel en ligt in een massagraf.
2. Spionage Tijdens De Koude Oorlog (42:59)
In de Koude Oorlog werd het mogelijk nog wat erger. De herverdeling van Europa in 1945 zorgde voor enorme wrevel tussen de verschillende naties, die plots bij het éne, dan wel het andere blok hoorden. Zoiets is natuurlijk een broedhaard voor spionnen allerlei. De Amerikanen hebben anders ook hun best gedaan met verlopen SS'ers gratie te bedienen opdat ze in ruil hun technologie zouden aanwenden voor de nieuwe vijand, de USSR, te bestrijden. Maar dan was er Duitsland: het land dat verscheurd werd door de twee invloedssferen, alhoewel er vaak families waren waarvan een deel in Oost en een deel in West woonde. Al naargelang hun familiale politieke voorkeur werden ze de meest virulente verraders voor de tegenpartij. De situatie liep compleet uit de hand in Oost-en West-Duitsland, wat de aanleiding was om het land fysiek met een muur op te delen, alsook de hoofdstad Berlijn, dé broeihaard van spionage. De ondergrond van Berlijn veranderde in de kortste keren in een labyrint van tunnels en geheime gangen, waar de beide partijen elkaar bijna letterlijk aan de andere kant van de muur elkaars telefoon konden aftappen. Enkele figuren die erg geleden hadden onder de vervolgingen en de repressie werden in hun extremistische gedachtengoed bevestigd: figuren als Markus Wolf zouden een belangrijke rol spelen bij de oprichting van de Stasi, de grootste schandvlek in de geschiedenis van inbreuk op individuele vrijheden ooit. Eens de structuur op poten stond, was één van de volgende logische stappen dat de Stasi in West-Duitsland zo veel mogelijk mensen voor hun zaak wilden winnen. Onder meer typistes en ander voetvolk dat omwille van hun beroep in contact komen met vertrouwelijke data, moesten zo veel mogelijk informatie, nuttig of niet nuttig, overbrieven, zodat de tegenstander zich een zo groot mogelijk beeld kon vormen van de tegenstander. Het was ook de tijd dat uitvindingen als fotokopieerapparaten hun intrede deden in het kantoor. En wat erger was: de Verenigde Staten en de USSR zagen het allebei als de speerpunt voor hun rakettenpolitiek. Uiteindelijk heeft het gezond verstand gezegevierd, en vooral omdat de democratie heeft gezegevierd en de Berlijnse Muur in het eind van de jaren '80 viel, was het hele spionagegegeven zonder voorwerp geworden. Zovele jaren later likt Duitsland nog altijd zijn wonden: onder de vlag van een dubieuze ideologie hebben bepaalde individuën elkaars leven en dat van hun families verwoest.
3. De Wereldwijde Uitdaging (42:28)
In 1991 probeerde een vierkoppige trojka Sovjetleider Michael Gorbatsjov af te zetten. Mee door de inzet van Boris Jeltsin werd de invasie geblokkeerd, maar ook de stekker uit de USSR getrokken, en de koude oorlog was over. Maar zitten alle spionnen nu zonder werk? Zeker niet! Een deel is geïntegreerd in de gewone politiemacht, waar ze met hun intellectuele capaciteiten meer dan welkom zijn om de reguliere federale politie te versterken. Maar een deel heeft een nieuwe markt aangeboord: industriële spionage. Nu zowel in Oost als West geld de voornaamste drijfveer is geworden, is het afsnoepen van elkaars patenten een miljoenenbusiness geworden. Het probleem is ingewikkelder geworden, want het is niet langer een conflict tussen twee over elkaar staande blokken. De Chinezen investeren meer in productie dan in ontwikkeling, en hebben ondervonden dat industriële spionage veel goedkoper is dan research. De Britten, de Duitsers... allemaal hebben ze wel bedrijfsspionnen bij internationale concurrenten binnenzitten. Maar het is niet altijd uit economische overwegingen dat er gespioneerd wordt: het meest gevaarlijke voorbeeld is dat van Iran, dat door spionage hoopt de nodige technologie voor het vervaardigen van kernwapens bij elkaar te puzzelen. Kennis wordt macht, en wanneer op gegeven moment blijkt dat er zelfs in de vergaderzalen van de EU afluisterapparatuur aanwezig is, wordt pas duidelijk hoe de spionnen er nu uitzien als een veelkoppige draak, waarbij, als je er één hoofd afhakt, er drie bijkomen. Spionage heeft ook een globaal tintje gekregen: telefoongesprekken en e-mails worden tegenwoordig systematisch gescreend in een poging internationale terreurnetwerken in kaart te brengen. De wake up call kwam er op 9/11/2001, wanneer Al Qaeda het World Trade Center vernietigde. Nu pas wordt duidelijk hoe de elektronische netwerken die ons omringen een centrale rol spelen bij het opsporen van terroristen. Het is maar de vraag wat hierbij het zwaarste doorweegt: de privacy van de burger of het streven naar veiligheid. Ook bij het bestrijden van radicaal islamisme moet de politie daarbij soms over de schreef gaan, omdat in tegenstelling van de vorige conflicten het eens niet over geld gaat, maar over godsdienstige overtuiging en prosetylisme.
BEELD EN GELUID
De oudere beelden in de eerste twee delen zijn natuurlijk door de tand des tijds aangetast, en ook in het derde deel werden niet alle beelden onder de meest optimale omstandigheden geschoten. De manier waarop de reportage tot één geheel is verweven, kan dienen als voorbeeld hoe het perfect mogelijk is om oudere beelden te incorporeren in een hedendaagse documentaire. De Dolby Digital 5.1-track is misschien een beetje overkill.
EXTRA'S
Deze disk heeft geen extra's, behalve misschien de play all-functie.
CONCLUSIE
Dit is een bovengemiddelde documentaire over de geschiedenis over hoe spionage van honderd jaar geleden nu als wapen bij antiterreurbestrijding kan dienen. Af en toe maken de makers een kleine uitschuiver maar het gros van de documentaire is politiek vrij neutraal en laat beide kanten aan het woord waar mogelijk.