Regie: Gus Van Sant
Met: Alex Frost, Eric Deulen, John Robinson, Elias McConnell, Jordan Taylor, Carrie Finklea, Nicole George, Brittany Mountain, Alicia Miles, Kristen Hicks, Bennie Dixon, Nathan Tyson, Timothy Bottoms, Matt Malloy, Ellis Williams
Van Sant heeft een voorliefde voor camera’s die z’n personages in lange takes volgen, liefst op de rug en met een beperkt aantal dialogen. Karakteruitdieping is aan deze regisseur niet besteed, want hij gaat vooral voor sfeer en spanning en die brengt hij vanaf de eerste minuut in Elephant in positie. We zien hoe John door z’n vader afgezet wordt aan het campusterrein en er een conflict ontstaat omdat de vaderfiguur ondanks het vroege uur te diep in het glas gekeken heeft. Terwijl John z’n oudere broer belt met het verzoek z’n vader én de auto op te halen zien we een iets oudere jongen met z’n vriendinnetje op het secretariaat van de school, vervolgens een wat ouderwets gekleed meisje dat van de gymlerares een uitbrander krijgt omdat ze shorts meegebracht heeft, een medeleerling die op het gazonnetje vóór de schoolgebouwen punks fotografeert en daarna richting doka trekt om z’n foto’s af te drukken, drie vriendinnen die afspreken om na de les samen te gaan shoppen, etc. Het is een doodgewone dag op een doodgewone school. Maar in een flashback toont Van Sant hoe in één van de klassen een donkerharige jongen gepest wordt door de medeleerlingen en achteraf in het toilet de smurrie van z’n trui veegt. Het is Alex, de jongen die ondertussen met z’n eveneens gepest homovriendje een jachtgeweer en twee pistolen laadt nadat op drie verschillende plekken kleine dynamietladingen zijn aangebracht om paniek te veroorzaken. Als ze door de gang rennen, knallen we ze één voor één af, geeft hij z’n maatje als opdracht.
Van Sant illustreert het doen en laten op de school aan de hand van de personages die hij ons na elkaar voorstelt. Hij gebruikt daarvoor een procedé dat al eerder in z’n films aan bod kwam: dezelfde scène via de ogen van verschillende personages weergeven waardoor de chronologie verstoord wordt en het ultieme moment uitgesteld zonder dat de spanning daaronder lijdt. Het is een handigheidje, maar in Elephant bewijst het z’n doelmatigheid, veel meer dan bijv. in Last Days over de dood van een rockster, waarin hij met het trucje al een keer voorzichtig experimenteerde. In de epiloog zien we het bloedbad dat aangericht wordt. Andere regisseurs zouden de scène als aanleiding gebruiken, Van Sant monteert ze helemaal op het eind. Hij is nl. niet geïnteresseerd in het waarom en waardoor; hij beperkt zich tot de vaststelling dat dergelijke moordpartijen gebeuren. De toon is rustig en afstandelijk. Van Sant hoeft geen verklaring voor het gedrag van de daders, geen excuus voor het bloedbad dat ze aanrichten, geen sociaal-maatschappelijke poeha in een poging het fenomeen te verklaren. Rampen gebeuren en geen enkele redelijke verklaring kan hun impact afzwakken.
Wellicht vindt u dat Van Sants aanpak een gebrek aan morele verantwoordelijkheid verraadt, dat een dergelijke zinloze moordpartij niet zonder verklaring kan blijven. Maar dan moet u beseffen dat de regisseur ook maar een buitenstaander is die geconfronteerd wordt met feiten waarvoor hij geen verklaring heeft. Ik wil dat het publiek observeert en z’n eigen conclusies trekt, zegt hij daarover, welbeseffend dat z’n werkwijze ingaat tegen de gebruikelijke gang van zaken. Vandaar dat Van Sant geen financiers vond voor Elephant, want een dergelijk onderwerp is nauwelijks tot een commercieel succes om te smeden. De bijval die z’n eerder film Good Will Hunting genoot verschafte hem evenwel een zekere financiële onafhankelijkheid waardoor hij de film uit eigen middelen kon realiseren.
Er wordt weinig echt geacteerd in Elephant, want nogal wat situaties zijn uit het leven van de acteurs/studenten geplukt. Alleen de blonde jongen John en de beide jongens die de aanslag op hun medestudenten voorbereiden hebben een specifieke rol in de film. Precies daardoor kan de film bogen op een zeer groot realisme. Het aantal dialogen is tot het strikte minimum beperkt en wat wordt gezegd heeft meestal betrekking op doodgewone zaken: de kwaliteit van een foto, de looks van een sexy medestudent, de ontmoeting met een vriend, een confrontatie tussen een leerling en een leraar (in dit geval John omdat hij als gevolg van de dronkenschap van z’n vader te laat op school verschijnt), etc. Van Sant houdt het allemaal heel gewoon en direct, terwijl de spanning wordt opgebouwd met wat de kijker maar af en toe te zien krijgt: de voorbereidingen van Alex en z’n vriend Eric in een leeg schoollokaal.