Regie: John Cameron Mitchell
Met: John Cameron Mitchell, Miriam Shor, Stephen Trask, Theodore Liscinski, Rob Campbell, Michael Aronov, Andrea Martin, Ben Mayer-Goodman, Alberta Watson, Gene Pyrz, Michael Pitt
Als Hedwig en Tommy op een keer intiemer worden in Hedwigs huiskamer, merkt Tommy evenwel dat zijn vriendin iets te veel heeft op plekken waar hij dat niet verwacht. Hij vertrekt met slaande deuren, richt z’n eigen rockband op en oogst internationaal succes… met de liedjes die hij samen met Hedwig geschreven heeft. Maar de songs zijn niet gedeclareerd bij een auteursrechtenvereniging en dus krijgt Hedwig geen cent. Met haar eigen Angry Inch-band besluit ze op tournee te gaan en precies hetzelfde traject te volgen als Tommy Gnosis met het oog op een copyrightproces, maar meer dan groezelige coffeeshops, goedkope restaurants en rokerige striptenten zitten er niet in en bijgevolg is er bijna voortdurend een financieel probleem, mede omdat Hedwig de goede raad van haar manager om de zaken anders aan te pakken en de Tommy Gnosis-affaire achter zich te laten, in de wind slaat met een zo goed als uitzichtloze situatie als gevolg.
Vergis u niet, Hedwig And The Angry Inch is pure fictie. De idee, van de hand van John Cameron Mitchell, diende eerder als uitgangspunt voor zijn gelijknamige rockmusical die in 1998 in première ging en die sindsdien over de hele wereld met succes is opgevoerd. Op aanbeveling van Stephen Trask (die de muziek en de songteksten schreef) werkte Cameron z’n manuscript uit tot een filmscenario en het resultaat, Hedwig and the Angry Inch, waarin John Cameron Mitchell de hoofdrol voor zijn rekening neemt, groeide in de loop van het voorbije decennium uit tot een ware culthit in navolging van o.a. The Adventures Of Priscilla, Queen of the Desert (Stephan Elliott, 1994), The Celluloid Closet (Rob Epstein, 1995) en The Angelic Conversation (Derek Jarman, 1987), waarmee de film niet noodzakelijk inhoudelijke overeenkomsten heeft, maar via de homo-erotische en/of androgene insteek en de barokke vormgeving wel verwant is. Cameron laat z’n hoofdpersonage Hansel/Hedwig zelf zijn/haar levensverhaal vertellen als een monoloog die geïllustreerd wordt met o.a. oude 16 mm-filmpjes uit zijn/haar DDR-tijd, tv-beelden over de val van de Berlijnse Muur en animaties waarin gerefereerd wordt naar de speech van Aristophanes uit Plato’s Symposium over boze goden die besluiten om menselijke wezens met twee hoofden, vier armen en vier benen te splitsen waardoor die aparte individuen levenslang naar hun andere helft blijven zoeken.
Regisseur John Cameron Campbell holt door z’n eigen film als een depressieve dragqueen, als een te fel opgemaakt travestiet in te heftige kleuren en te grillige kleren die regelmatig uitvalt tegen zijn/haar medewerkers en die geobsedeerd is door Tommy Gnosis’ succes waaraan hij/zij geen deel mag hebben. Campbells acteerwerk is er vaak over, maar net zoals Hugo Weaving in Priscilla, Queen Of The Desert, slaagt hij erin om mét behoud van alle mogelijke clichés over travestieten en transseksuelen een personage neer te zetten dat intrigeert, beklijft en dat ondanks de hele poppenkast die wordt opgevoerd de kijker ook emotioneert. Dat de regisseur er uiteindelijk niet in slaagt om meer te bieden dan een zeer open einde is dan ook jammer, want de kijker zou niet liever zien dan dat het goed afloopt met Hedwig na een leven vol tegenslagen en foute keuzes. In de belangrijkste bijrollen herkent u een zeer jonge Michael Pitt (Enoch Thompsons protegé Jimmy Darmody uit Boardwalk Empire)) als rockster Tommy Gnosis en ziet u actrice Miriam Shor (Shortbus, 2006) in de verrassende rol van de bebaarde en piraatachtige Yitzhak, het Angry Inch-bandlid dat verliefdheid simuleert om straks Hedwigs rol in de band over te nemen?
In navolging van de musical is er heel veel muziek in Hedwig And The Angry Inch gestopt en John Cameron Mitchell is een overtuigende punkrocker die ook in de ballades overeind blijft. In de songs vertelt Hedwig over haar leven in de DDR, over haar onfortuinlijke operatie en over haar latere levenservaring. In het commentaar tussendoor moet uiteraarhaar voormalige bijna-minnaar Tommy Gnosis het keer op keer ontgelden wat bij het schaarse (onvoorbereide) publiek dat zijn/haar optredens bijwoont afwisselend voor een zekere mate van gêne en vervolgens verveling zorgt, want Hedwig neemt geen doekje voor de mond. Op Hedwig maakt het allemaal weinig indruk, want hij/zij is vooral met zichzelf bezig en het heeft er alle schijn van dat hij/zij het belangrijker vindt om Tommy te pesten dan aan de eigen carrière te werken. Maar het komt schijnbaar goed op het einde, want in een droomscène gevolgd door een kort animatiefilmpje zien we hoe Hedwig met haar andere helft verenigd wordt waardoor de harmonie hersteld is. Een hoop esoterische blabla die de film uiteindelijk geen goed doet, maar dat krijg je natuurlijk bij dit soort exotische verzinsels.