Regie: Iain Riddick, Martin Williams, Nathan Williams
Met: Stephen Hawking
In drie documentaires praat Stephen Hawking over buitenaards leven, tijdreizen en de levenscyclus van ons heelal:
1. Aliens
Zijn wij de enige intelligente soort in de kosmos? Het is een vraagstuk waarover Hawking zich in z’n leven heel lang en uitgebreid heeft gebogen. Aan de ontvoering van mensen door ufo’s waarover sinds de jaren 50 van de vorige eeuw bericht wordt, hecht hij weinig geloof. Het verhaal is nl. ingewikkelder dan dat: in de voorbije vijftig jaar hebben radiotelescopen precies één signaal opgevangen dat op intelligent leven in het heelal zou kunnen wijzen, maar het is sindsdien niet meer waargenomen in dat deel van de hemel en naar alle waarschijnlijkheid was het van een heel andere oorsprong. Bovendien zijn de afstanden in ons heelal gigantisch en gezien er overal dezelfde wetten gelden, zouden buitenaardse levensvormen precies dezelfde problemen ondervinden om zich te verplaatsen. En om tegen lichtsnelheid door het heelal te suizen zijn krachten nodig die wij ons nauwelijks voor kunnen stellen, laat staan dat we ooit over de technologie zouden beschikken om ze op te wekken.
Als leven in het heelal onder dezelfde voorwaarden ontstaat als op onze eigen aarde, dan heeft het wellicht dezelfde karakteristieken hoewel de uiterlijke vorm beslist anders zal zijn wegens een unieke evolutie. Voedsel zal wellicht als basis dienen om te overleven en poten zijn beslist een voordeel om zich te verplaatsen. Indien het leven ontstaat op planeten die verlicht worden door een zon, dan is het waarschijnlijk dat de levensvormen ook ogen of gelijksoortige instrumenten gebruiken om hun omgeving waar te nemen. Maar wat indien bijv. stikstof als bouwsteen voor levende organismen heeft gediend? Dan zien de levensvormen er misschien helemaal anders uit en zijn ze voor ons in het slechtste geval niet herkenbaar als intelligent of niet in staat tot communicatie. Misschien zijn er wel wolkenformaties in het heelal die een zekere intelligentie bezitten of is er sprake van levensvormen die geen stoffelijk lichaam hebben. Hoe kunnen we die ooit herkennen en ermee in contact treden?
Eén ding staat vast: na meer dan 50 jaar intense observatie van de hemel is er nog geen bruikbaar teken van intelligent leven in het heelal gevonden. Stephen Hawking is er overigens niet van overtuigd dat een eventueel contact een goede zaak zou zijn voor de mensheid. Van aardse bacteriën weten we dat ze dodelijk kunnen zijn, welke impact buitenaardse levensvormen op ons ecosysteem zouden hebben is niet te becijferen, maar het risico bestaat dat ze alle leven op onze planeet uit kunnen schakelen. Wellicht is het geen goed idee om de coördinaten over onze positie in de Melkweg kosmoskundig te maken, aldus Hawking, wie weet wie of wat er ooit op onze deur aanklopt.
2. Time Travel
Reizen in het heelal kost tijd, veel tijd, want de afstanden zijn dermate gigantisch dat een mensenleven niet volstaat om met de huidige stand van de technologie een planeet buiten ons zonnestelsel te bereiken. De onbemande ruimtesonde Voyager 1 die in september 1977 werd gelanceerd is met 18 km per seconde het snelste ruimtetuig dat door mensenhanden is gebouwd. Maar mocht de Voyager zich tegen 1000 keer die snelheid kunnen voortbewegen dan bereikte hij de dichtst bijzijnde planeet over 78 jaar. Alleen zijn we niet in staat om snelheden van die grootte te realiseren.
Stephen Hawking suggereert dat wormgaten een oplossing kunnen bieden, dat zijn uiterst kleine (en vooralsnog hypothetische) structuren van de ruimtetijd waardoor het mogelijk zou zijn om sneller dan het licht te reizen. Jammer genoeg zijn ze weinig stabiel en vallen ze ook snel uit elkaar en bovendien zijn ze zo piepklein dat ze duizenden keren vergroot moet worden wil je er een ruimteschip door kunnen jagen. Bovendien zou je nooit weten waar je aan de andere kant terechtkomt. Maar zegt Hawking, misschien kunnen we zelf ooit een wormgat bouwen, over 500 jaar of zo, en dat opent perspectieven voor tijdreizen. Naar het verleden reizen sluit Hawking evenwel definitief uit, dan stuit je op de zgn. Paradox, meent hij en bovendien zijn er in het heelal geen aanduidingen die wijzen op die mogelijkheid. Dus vooruit in de tijd, bijv. via een zwart gat, maar daar is het probleem dat je ruimtetuig niet naar binnen mag gezogen worden, want dan is de pret voorbij. De enige bruikbare oplossing op middellange termijn is volgens Stephen Hawking het ontwikkelen van snellere ruimtetuigen die ongeveer tegen lichtsnelheid door het heelal kunnen suizen. Op die manier wordt de tijd met maximaal 50 procent vertraagd, waardoor lange afstanden veel meer binnen ons bereik liggen. Maar ook in dat geval zadel je samenlevingen met kosten op waarvan ze de vruchten nooit zelf zullen plukken.
3. The Story Of Everything
In de laatste documentaire vertelt Stephen Hawking over het ontstaan van ons heelal, over de Big Bang, het gevecht tussen materie en antimaterie, het ontstaan van de zwaartekracht en het doorzichtige heelal dat 330 miljoen jaar later ontstond. Ons heelal is jong, zo’n 14.5 miljard jaar, en volgens de meest voorzichtige voorspellingen zal het wellicht over 30 miljard jaar opnieuw samenklappen, tenzij andere krachten voor een andere uitkomst zorgen. In elk geval zal onze aarde al veel eerder verdwenen zijn, want onze zon heeft over maximaal 5 miljard jaar z’n beste tijd gehad en zal z’n eigen planeten verzwelgen vooraleer uit te doven of gewoon uiteen te spatten, wie zal het zeggen, want getuigen zullen er in elk geval niet meer zijn. Hawking durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken, maar hij veronderstelt dat ons heelal niet uniek is. Dat zou tegen de bekende wetten indruisen, zegt hij. Wellicht is ons heelal één van ontelbare heelallen in een nog veel grotere constellatie, waar heelallen voortdurend ontstaan en verdwijnen en misschien lijken ze op het onze of zijn ze gewoon van een heel andere aard.
Op de vraag waarom de kosmos bestaat en wat de zin ervan is moet ook Stephen Hawking het antwoord schuldig blijven. En ook over de Bouwmeester spreekt hij zich niet uit. Het is twijfelachtig, zegt hij, waardoor hij paard en koe spaart, maar het is wel duidelijk dat een eventuele Maker niet past binnen de wetten waaraan materie en energie onderworpen zijn. Het zijn filosofische kwesties waaraan de kosmische machinerie geen boodschap en geen nood heeft.
Stephen Hawking leidt de hoofdstukken van zijn verhaal zelf in via z’n spraakcomputer en een commentaarstem neemt het vervolgens van hem over. De documentaires zijn gelukkig zonder de herhalingen en samenvattingen gemonteerd die we kennen van National Geographic waardoor films van die zender meestal grondig om zeep worden geholpen. Om het verhaal te illustreren wordt beeldmateriaal gebruikt van ruimtesondes en sterrenkijkers, maar ook heel veel computeranimatie en jammer genoeg is het niet altijd even duidelijk wat nu precies wat is, vooral niet als echt beeldmateriaal in de animatie is verwerkt. Dat neemt niet weg dat er sprake is van spectaculaire opnamen die een uniek inzicht bieden inzake het functioneren van ons heelal, waarbij soms teruggegrepen wordt op heel eenvoudige voorbeelden uit het dagelijkse leven om ingewikkelde technische principes voor de toeschouwer te verduidelijken. Maar dat laatste hoeft niet te verbazen, want naast z’n belangrijk wetenschappelijk werk heeft Stephen Hawking ook altijd veel aandacht besteed aan het vulgariseren en populariseren van kennis die anders nooit uit de ivoren torens van zijn milieu zou ontsnappen.