Regie: -
Met: -
1. Het Hangende Klooster van Hunyan Meer dan 1500 jaar geleden, toen de Wei-dynastie over Noord-China heerste (386-534) is het Huayan-klooster zoals het in de volksmond genoemd wordt opgetrokken tegen de steile wand van het Heng-gebergte. Daar hangt het 75 meter boven de begane grond en de rivier als een adelaarsnet dat aardbevingen en stormen heeft overleefd en dat op een paar details na (de beschadigingen tijdens Mao’s Culturele Revolutie) nog helemaal in z’n oorspronkelijke staat is (inclusief de originele kleuren en dessins). Dat heeft het tempelcomplex te danken aan de overhangende rotsen die het beschutten tegen regen en fel zonnelicht en een natuurkundig fenomeen waardoor de gebouwtjes in een windstille zone liggen. Maar het complex heeft oorlogen en plunderingen vooral overleefd omdat er drie grote godsdiensten samenvloeien, nl. het Boeddhisme, Taoïsme en Confucianisme en in de Temple of the Three Religions staan de drie godenbeelden netjes naast elkaar. Tot in de jaren zestig woonden er monniken in het Hangende Klooster, maar die werden door Mao verplicht om op het land te werken en keerden nadien niet meer terug. Ondertussen staat de site op de lijst van belangrijke Chinese monumenten en trekt het miljoenen bezoekers.
2. Het Terracottaleger van Qian
Het Terracottaleger van Keizer Qin bestaat in deze documentaire uit 2006 uit zo’n 8.000 soldaten. Volgens de huidige telling zijn er al ruim 9000 levensgrote figuren vanonder het stof gehaald op de keizerlijke mausoleumsite die een oppervlakte inneemt van – u leest het goed – ruim 90 km2 (een vierkant van bijna 10 op 10 km), waarvan nog maar een fractie is onderzocht door specialisten. De site waarvan de bouw is aangevat in de periode 221-214 v. Chr. – en waaraan door ruim 700.000 arbeiders is gewerkt - werd pas in 1978 ontdekt door boeren tijdens het graven van een waterput. Zes jaar later vond men in de buurt een renwagen met menner en vier paarden in brons, maar het ziet er naar uit dat de grafheuvel in het midden van de site – toen 115 meter hoog, nu nog zo’n 75 meter – schatten van een veel hogere kwaliteit bevat. De grafkelder, de zgn. tombe van keizer Qin, die volgens de Chinese historicus Sima Qian (eerste eeuw v. Chr.) ontworpen is als een ondergrondse weergave van het heelal, heeft men nog niet geopend en wel om twee redenen: de site zou zwaar beveiligd zijn tegen inbrekers én het ontbreekt de Chinezen aan gepaste conserveringsmethoden voor als de meer dan 2000 jaar oude kunstschatten het daglicht zien. Men wil vermijden dat ze in navolging van de Terracottasoldaten destijds hun originele kleur binnen de tijdspanne van een paar minuten verliezen.
3. De Tempels in de Wudangbergen
De Wudangbergen in de noodwestelijke provincie Hubei herbergen het grootste tempelcomplex van China. Met meer dan 40 tempels en klooster, verspreid over een oppervlakte van 250 km2, is het tegelijk het grootste én het oudste in z’n soort in de wereld. Tijdens de Han-dynastie (618-907) werd op bevel van de keizer de indrukwekkende Drakentempel opgericht en het gebied werd ontsloten met een gigantisch pad van 65 km dat een rivier symboliseert. Tijdens de Ming-dynastie (14de – 17de eeuw) werd het overgrote deel van de andere gebouwen opgetrokken. De streek wordt evenwel al sinds de 7de eeuw veelvuldig bezocht door Taoïstische pelgrims en in onze tijd door miljoenen toeristen, maar die hebben dan wel een kabelbaan ter beschikking om het hooggelegen terrein te bereiken. Het taoïsme legt o.a. de nadruk op de harmonie in en met de natuur en dus is alles in het werk gesteld om de tempels en kloosters perfect in het landschap te integreren. De gebouwen zijn bovendien in uitstekende staat, want alleen het beste materiaal is in overweging genomen. Hoe men erin geslaagd is om tot op de hoogste toppen van de Wudang tempeltjes te bouwen, het blijft tot vandaag een technisch raadsel. Sinds 1994 is het Wudanggebergte - overigens één van de heilige bergen van China - een UNESCO World Heritage Site. Het complex liep nogal wat schade op tijdens de Culturele Revolutie en in 2003 werd het 600 jaar oude Yushengonpaleis vernield door een brand. Gelukkig was het gouden standbeeld van Zhang Sanfeng – de taoïstische priester die volgens de legende onsterfelijkheid verwierf en die aan de basis ligt van het Wudangcomplex – een paar dagen voordien naar een belendend pand verhuisd waardoor het gespaard bleef.
5. Het Boeddhabeeld van Leshan
De Boeddha van Leshan is de grootste van alle Boeddhabeelden. Hij s meer dan 70 meter hoog en helemaal uit de rotsen gekapt. De werkzaamheden duurden 90 jaar en de monnik die de opdracht gaf zag alleen de schouders en het hoofd toen hij stierf. Aanvankelijk stond een beeld onder een pagode van meer dan 7 etages om het te beschermen tegen regen en wind, maar die stortte nadien in en dat er een beschutting heeft gestaan merkt de bezoeker nog alleen aan de diepe vierkantige gaten in de rotsen links en rechts van het immense beeld. Om te voorkomen dat het door de regen zou worden beschadigd was er bovendien een ingenieus afwateringssysteem voorzien met goten en afvoerkanalen in het hoofd en de borst van de boeddha, maar het beeld heeft in onze tijd vooral last van de luchtvervuiling in en om de rivieren Dadu en Min die in Leshan samenvloeien. De lokale overheid heeft de meest vervuilende industrieën ondertussen verplaatst naar plekken op een veilige afstand, doch laseronderzoek wijst uit dat het beeld sinds de restauratie in 2006 opnieuw veel schade heeft opgelopen en volgens specialisten bestaat zelfs het gevaar dat de fragiele ogen en neus van de boeddha op termijn afbreken en in de rivier terechtkomen. Of hoe de vooruitgang een hoge prijs eist van het eeuwenoude patrimonium.
7. De Verboden Stad van Peking
Maar het indrukwekkendste wonder van China is uiteraard de Verboden stad vanwaaruit 24 generaties keizers in de grootste geheimzinnigheid over het immense land regeerden. Het terrein beslaat een oppervlakte van 65.000 m2 of 80 voetbalvelden in het hartje van de Chinese hoofdstad. Het bevat in totaal 999.5 kamers, wat net een halve kamer minder is dan het paleis van de goden in de hemel waarvan het volgens de overlevering een perfecte kopie is. De verboden stad dateert uit het begin van de 15de eeuw. Ze is helemaal uit hout opgetrokken en voorzien van een vijf meter hoge en drie meter dikke omwalling met een indrukwekkende wachttoren op elk van de vier hoeken én een zes meter diepe gracht van meer dan 50 meter breed. Het verschafte een miljoen werklieden werk gedurende 14 jaar. Als gevolg van verschillende grote branden in de loop van de 16de eeuw, dateren de meeste gebouwen uit de 17de eeuw. Ooit woonden er ruim 9000 mensen in de Verboden Stad: de keizerlijke familie met entourage, de keizerlijke concubines, de eunuchen, de bedienden, etc. Het was de plek waar de keizer met z’n ministers onderhandelde en waar ambassadeurs ontvangen werden. Gewone Chinezen hadden geen idee van wat er zich achter de roodgeschilderde muren afspeelde. De Verboden Stad is het grootste paleizencomplex ter wereld en het feit dat behalve de tegels en de funderingen alles uit hout is opgetrokken maakt het extra uniek.