Regie: Volker Schlöndorff
Met: André Dussollier, Niels Arestrup, Burghart Klaussner, Robert Stadlober, Charlie Nelson, Jean-Marc Roulot, Stefan Wilkening, Thomas Arnold
Het nieuws over de aanstaande verwoesting van de Franse hoofdstad heeft de buitenwereld evenwel bereikt en in de vroege ochtend van 25 augustus, terwijl het donker nog in de straten van Parijs hangt, verschijnt de Zweedse diplomaat Raoul Nordling in het kantoor van Von Choltitz. Hij heeft zichzelf binnengelaten via een geheime deur die het stadkasteel verbindt met het nabijgelegen Louvre (en waarlangs de koning zijn maîtresse ongezien kon bezoeken). Von Choltitz is even uit z’n normale doen als gevolg van het plotse opdoemen van de Zweed, maar hij herstelt zich en bovendien kent hij Nordling, want eerder hebben ze al onderhandeld over de vrijlating van opgepakte Franse onderdanen. Nordling steekt meteen van wal en vraagt de Duitser om Parijs niet te vernietigen, waarop Von Choltitz reageert met de opmerking dat Hitler twee keer in de Parijse Opéra is geweest en dat hij niet zou verdragen dat die overeind bleef terwijl het operagebouw van Berlijn in puin ligt. De Zweed wijst de Duitser op z’n historische verantwoordelijkheid en op het feit dat Parijs van geen enkel strategisch belang is om de Amerikaanse opmars naar Berlijn te verhinderen of zelfs maar even tegen te houden, maar de generaal wijst hem op de Sippenhaft-wet en de desastreuze consequenties voor z’n familie.
Ondertussen heeft het Franse verzet in de vroege ochtend een deel van de aangebrachte springstof aan de bruggen over de Seine onschadelijk gemaakt en doen de Duitsers er alles aan om de ladingen weer te activeren. Het radiocontact tussen het hoofdkwartier van Von Choltitz en de eigen springstofspecialisten wordt evenwel voortdurend onderbroken en dus krijgt Nordling meer tijd om te pogen z’n doel te bereiken. Von Choltitz wijst elk compromis evenwel van de hand, niet omdat hij meent dat Hitler de oorlog nog kan winnen en ook niet omdat hij eerder met eigen ogen heeft vastgesteld dat de Führer niet meer de man is die het Duitse volk ooit z’n zelfvertrouwen en fierheid teruggaf. Hij denkt nog alleen aan z’n familie en het lot van de mensen in z’n omgeving, want wellicht worden ook zij het slachtoffer van Hitlers wraak indien hem ter ore komt dat z’n bevelen zijn genegeerd. Maar Raoul Nordling zou geen geraffineerd en door de wol geverfd diplomaat zijn mocht hij niet in staat zijn om aan het weerwerk van de Duitser een mouw te passen…
Diplomatie is een bioscoopfilm naar het toneelstuk van de Franse Schrijver Cyril Gely, dat in 2011 in première ging in het Parijse Théâtre de la Madeleine. Voor de verfilming werd naar buitenlandse investeerders gezocht en die vond men bij de Südwestdeutscher Rundfunk (SDR), de Filmförderungsanstalt (FFA) in Berlijn en bij de Medien- und Filmgesellschaft Baden-Würtemberg, die Volker Schlöndorff naar voren schoven om de productie te regisseren. Schlöndorff trok op z’n 16de naar Parijs, studeerde er politieke wetenschappen aan de Sorbonne en later film aan het Institut des Hautes Etudes Cinematographiques, ging aan de slag als assistent-regisseur bij o.a. Louis Malle (Zazie dans le Metro, 1960) en Alain Resnais (La Nuit Dernière À Marienbad, 1961), oogstte nadien veel succes met z’n verfilming van Die Verlorene Ehre Der Katharina Blum (1975) naar een scenario van Heinrich Böll en brak internationaal door toen hem de Oscar voor beste buitenlandse film werd toegekend voor Die Blechtrommel (1979). In Frankrijk is hij m.a.w. geen onbekende en bovendien beheerst hij de Franse taal zo goed als perfect, waardoor hij voor alle partijen acceptabel was.
Schlöndorff besloot vanaf het begin om met de twee hoofdacteurs uit de toneelvoorstelling aan de slag te gaan en dat blijkt een uitstekende keuze, want André Dussollier (Nordling) en Niels Arestrup (Von Choltitz) zijn perfect op elkaar ingespeeld en ze voeren twee sterke persoonlijkheden op waarvan je gelooft dat ze al eerder met elkaar over gelijksoortige delicate onderwerpen onderhandeld hebben. Dat een toneelstuk aan de basis ligt van Diplomatie is gedurende de hele film merkbaar, want de actie speelt zich hoofdzakelijk in het kantoor van Von Choltitz af. Schlöndorff zorgt voor variatie door archiefmateriaal over de verwoesting van Warschau in te lassen en de actie af en toe te verplaatsen naar het hoofdkwartier van de springstofspecialisten, maar veel speelruimte heeft hij niet. Bijgevolg is Diplomatie niet een film waarmee je een groot publiek bereikt, want van actie is er nauwelijks sprake en van een verrassingeffect al evenmin, want hoe de onderhandelingen zijn afgelopen is algemeen bekend. Dat de regisseur er desondanks in slaagt om een spannende en onderhoudende film af te leveren is dan ook helemaal de verdienste van André Dussolier, die een zeer rustige, maar tegelijk zeer betrokken diplomaat opvoert, en van Niels Arestrup, die een Duitse generaal portretteert die verscheurd wordt door de keuze tussen trouw aan een gezworen eed en eigenbelang.