Regie: John Dower
Met: Louis Theroux, Rob Alter, Paz de la Huerta, Tom De Vocht, Jefferson Hawkins, Marc Headley, Marty Rathbun, Andrew Perez
Church of Scientology is het geesteskind van de Amerikaanse sciencefictionauteur L. Ron Hobbard. Hij formuleerde de basisprincipes in Dianetics: the Modern Science of Mental Health (mei 1950) en Dianetics: The Evolution of a Science (april 1950). Twee jaar later stichtte hij de Dianetics Foundation die evenwel failliet ging. In 1954 stichtte Hobbard de Church of Scientology waaraan hij leiding gaf tot zijn dood in 1986. De American Psychological Association noemde Hobbards beweringen in Dianetics niet ondersteund door empirisch bewijs, maar het boek verkocht als zoete broodjes (55.000 exemplaren in de eerste vier maanden, een wekelijkse omzet van 4.000 exemplaren nadien en vertalingen in het Frans, Duits en Japans). Een kerk of religie is Scientology evenwel niet want er is geen sprake van een godheid. Het gaat veel meer om een vorm van zelfrealisatie via een aantal methodes waarvan auditing (vergelijkbaar met de biecht in de katholieke kerk) de belangrijkste is. Maar Scientology is vooral een geldmachine, want om de hoogste graad van persoonlijke volmaking te bereiken, moeten de leden zich door 7 niveaus werken en daarmee is volgens ex-Scientologist Marty Rathbun algauw een investering van een half miljoen tot een miljoen dollar gemoeid. Het hoogste niveau van Scientology is de zgn. Sea Organization (of Sea Org.) waartoe zo’n 5000 zeer toegewijde leden behoren die tegen een laag salaris werken en een arbeidscontract van een miljard jaar (!) hebben ondertekend. Sinds de dood van L. Ron Hubbard wordt de sekte geleid door z’n opvolger David Miscavige, een man die vaak wordt afgeschilderd als een geweldenaar die de interne discipline van de sekte handhaaft met militaire methodes.
Wie zich als journalist aan een reportage of kritische documentaire over Scientology waagt, moet zich er dus van bewust zijn dat de organisatie alles in het werk zal stellen om die onderneming te dwarsbomen en er niet voor terug zal deinzen om methodes te gebruiken die een conventionele kerk nooit zou hanteren. Nog voor hij goed en wel met de opnames is begonnen, krijgt Theroux de eerste dreigbrieven van de advocaten van Scientology in de bus. Doortastende Scientology-medewerkers staan voor de deur van de opnamestudio (waar de nagespeelde scènes worden opgenomen), ze intimideren de cameraploeg als die aan de gebouwen van de Scientology-filmstudio de van camera’s, schijnwerpers en bewegingsverklikkers voorziene omheining filmt, ze sluiten een openbare weg af om te voorkomen dat de cameraploeg de dag nadien het terrein opnieuw bereikt en ze bellen zelfs de politie, al blijkt gauw dat ze zelf in de fout zijn gegaan. Ze proberen nieuwgierige buitenstaanders te intimideren, zegt Marty Rathbun, en ze filmen de confrontatie om bij hun leider op een goed blaadje te staan. De opname is het bewijs van hun loyauteit…
Marty Rathbun, ondertussen woonachtig in Texas, kan het weten want hij is niet de eerste de beste. Ooit was hij de rechterhand van David Miscavige als inspecteur-generaal van Scientology, een functie die tot de belangrijkste van de organisatie wordt gerekend. Na 22 jaar ging Rathbun ervandoor en werd een zgn. Independent Scientologist. Ondertussen noemt hij zich niet-religieus. Hij gaat in op Louis Theroux’ uitnodiging om in Los Angeles de nagespeelde auditing-sessies in goede banen te leiden en over zijn eigen ervaringen te vertellen. Maar Theroux en zijn acteurs nemen de sessies zeer ernstig waardoor Rathbun de indruk krijgt dat hij ze klaarstoomt voor lidmaatschap van Scientology (of zoals hij het noemt: de bende van Louis Theroux). Het is net niet het einde van hun samenwerking, maar Rathbun is duidelijk geschrokken van het effect van zijn optreden (hoewel hij zich duidelijk vergist in de reacties van zijn publiek) en als kijker voel je de angst en de twijfel van de man die ooit één van de machtigste leiders van de organisatie was. Zelfs Theroux – zelden uit z’n lood geslagen – knippert even met de ogen, maar het is ook het moment waarop hij heeft gewacht, want Marc Headley, ook een voormalig Scientology-lid, heeft hem verteld hoe Rathbun hem ooit een flinke klap in het gezicht gaf. Theroux gebruikt Rathbuns zwakke moment om hem daarmee te confronteren, maar de uitkomst is een tegenvaller: de vos verliest zijn haren maar niet zijn streken…
Wie zijn koelbloedigheid nooit verliest is Louis Theroux en als gevolg van zijn aparte aanpak (hij is een personage in z’n eigen documentaire) is My Scientology Movie een zeer onderhoudende en vaak humoristische film, want Theroux beantwoordt de intimidaties van de Scientology-vertegenwoordigers op een gedurfde, uitdagende of gewoon absurde manier, waardoor ze niet alleen bij voorbaat kansloos lijken, maar ook doen wat je (hoopt en) verwacht: met de staart tussen de benen afdruipen. Uiteraard heeft Theroux een zeer sterke organisatie als de BBC achter zich staan die via haar Amerikaanse afdeling precies weet wat nog net legaal is waardoor een confrontaties met de vaak door de Scientologisten opgetrommelde Amerikaanse politie in zijn voordeel wordt beslecht. Je hebt zelfs een beetje medelijden met die gehersenspoelde mannen en vrouwen en je vraagt je af wat ze bezielt om ermee door te gaan.