Regie: Martin Scorsese
Met: Andrew Garfield, Adam Driver, Liam Neeson, Tadanobu Asano, Ciarán Hinds, Issei Ogata, Shin’ya Tsukamoto, Yoshi Oida, Yosuke Kubozuka, Kaoru Endo
1640. De jonge Jezuïetenpaters Rodriques (Andrew Garfield) en Garupe (Adam Driver) vernemen van het hoofd van hun orde dat pater Ferreira volgens Nederlandse bronnen in Japan zijn geloof heeft afgezworen, in het huwelijk is getreden en kinderen heeft. De berichten zijn oud en hebben er jaren over gedaan om Europa te bereiken, maar al die tijd is er ook niets meer van pater Ferreira vernomen, wat zou kunnen betekenen dat hij door de Japanners is vermoord. Rodriques en Garupe zijn uit hun lood geslagen door wat ze te horen krijgen, doch ze weigeren geloof te hechten aan de mededeling. Ze kennen pater Ferreira. Hij heeft hen destijds persoonlijk opgeleid. Na een lange discussie krijgen ze van de overste van hun orde de toestemming om naar Japan te gaan om pater Ferreira op te sporen.
Dat wordt evenwel een moeilijk onderneming, want de Japanse bevolking in de dorpen langs de kust wordt door de overheid in het oog gehouden en elk teken van afvalligheid van de eigen godsdienst wordt bestraft met gijzelnemingen, folteringen en een bloederige doodsstrijd. De Japanse christenen zijn de beide Jezuïeten uiteraard goedgezind want ze hebben al sinds lang geen priesters meer gezien, maar vooral Garupe is ongeduldig en verwijt zijn collega hun doel uit het oog te verliezen. Hij wil naar Nagasaki, waar Ferreira zich volgens een oude reiziger zou ophouden. Rodriques besluit om voorlopig bij de boerenbevolking te blijven, maar hij wordt verraden door Kichijiro, die eerder in China was opgepikt om het tweetal als gids naar Japan te brengen. Rodriques komt in een cel van inquisiteur Inoue terecht en zal na veel omzwervingen z’n mentor pater Ferreira in Nagasaki ontmoeten.
Halfweg de film is pater Rodriques getuige van de dood van zijn collega pater Garupe op het moment dat die tevergeefs probeert om een veroordeelde christelijke vrouw van de verdrinkingsdood te redden. Ze sterft niet voor jullie Jezus, is het commentaar van de vertaler die Rodriques begeleidt, zij en die anderen sterven voor Garupe omdat hij weigert z’n geloof af te zweren. Het is een uitleg die de jonge pater weigert te accepteren, ook al weet hij dat de vijf christenen het nieuwe geloof meermaals hebben afgezworen.
Silence is de verfilming van de roman 沈黙 (1966) van de christelijke Japanse schrijver Shûsako Endô. Martin Scorsese kreeg het boek in datzelfde jaar onder ogen via de Engelse vertaling van William Johnston (uitgeverij Peter Owen Publishers, Londen). Het werd eerder verfilmd door de Japanse regisseur Masahiro Shinoda (1971) en door de Portugese regisseur João Mária Grilo (1996). Scorsese heeft m.a.w. z’n tijd genomen om het verhaal naar het witte doek te brengen, en samen met Jay Cocks (Gangs Of New York, 2002) schreef hij een indrukwekkend scenario dat resulteerde in een bioscoopfilm van ruim twee en een half uur.
Silence is een film over geloof en lijden, met aan de ene kant Jezuïetenpaters die soms twijfelen aan de bedoelingen van God maar daarom hun geloof niet afvallen, en aan de andere kant een kaste van hoogontwikkelde Japanners die niet onder de indruk is van een lijdensverhaal dat zich aan de andere kant van de aardbol heeft afgespeeld en dat totaal geen raakpunten heeft met de eigen Boeddhistische religie waarin wedergeboorte, het onderdrukken van materiële verlangens, ethische gedragsregels en het ontwikkelen van de geest een belangrijke rol spelen. Het expansionistische christendom van de jezuïeten was trouwens niet alleen een bedreiging voor de religieuze principes van de Japanners, maar voor hun hele culturele patrimonium, want het wilde wegdrukken en opleggen in naam van de enige echte religie die de Spaanse, Portugese, Nederlandse en Engelse ontdekkingsreizigers en zakenlui vergezelde tijdens hun veroveringstochten op de grote oceanen.
Martin Scorsese neemt z’n tijd om het verhaal over de beide Jezuïetenpaters te vertellen en dat betekent dat de voortgang eerder traag is met heel veel aandacht voor de religieuze overpeinzingen en twijfels van pater Rodriques en voor de folteringen die de christelijke boerenbevolking moet ondergaan. Wie niet echt met God en geloof bezig is, heeft er beslist een stevige kluif aan, terwijl in sommige scènes het religieus gebazel eerder op een slecht geacteerde toneelopvoering lijkt of gewoon op de lachspieren werkt, zoals de zoveelste biecht van verrader Kichijiro, die ondanks een groot berouw elke keer toch opnieuw mensen verraadt. Als de lijdende pater Rodriques uiteindelijk de Jezus-figuur van deze film wordt, dan mogen we Kichijiro de Japanse Judas noemen, want je kan je voorstellen dat de verrader uit de bijbel ondanks zijn berouw gewoon hetzelfde opnieuw zou doen mocht hij daartoe de kans krijgen.
De aankleding van deze film is minimalistisch. Heel veel scènes spelen zich af in de mist of tijdens zware regenbuien. Voor de rest zien we vooral primitieve hutten, lege stranden, veel struikgewas en primitieve Japanse kazernes, opgetrokken uit bamboe en stromatten. De boerenbevolking én de paters zijn in donkere vormloze kleren gestopt, de leden van de Inquisitie in strakke blauw-grijze jassen met typische Japanse hoofddeksels. De inquisiteur heeft een paard ter beschikking en klapstoeltjes tijdens de openbare zittingen van zijn administratie. Van de indrukwekkende culturele schatten van de Ming-dynastie (1368-1644) krijgt u niets te zien, behalve een typische binnentuin tijdens de confrontatie tussen pater Rodriques en pater Ferreira op het einde van de film.
Hét hoofdpersonage in deze film is pater Rodriques, op een uitstekende manier gestalte gegeven door Andrew Garfield (Boy A, 2007; Lions For Lambs, 2007), in wat we toch een beetje de moeilijkste rol uit z’n carrière durven te noemen, want in deze film moet Garfield letterlijk door het slijk, terwijl z’n twijfels aan de goede bedoelingen van God voor heel wat emotionele en psychologische spanning zorgen. Andrew Garfield wordt hier gedwongen om te bewijzen dat hij als karakteracteur overeind blijft en dat doet hij ook, al mocht het wat ons betreft allemaal wat minder zijn, maar dat is uiteraard de keuze van Martin Scorsese. Bovendien kunnen we ons voorstellen dat het effect een stuk groter is in een land als Amerika, waar de secularisatie van de maatschappij nog niet het Europese niveau heeft bereikt en religie dus een veel grotere rol speelt in het dagelijkse leven. Maar een knip van 30 minuten had beslist een betere film opgeleverd. Over Liam Neeson (Schindler’s List, 1993; Before And After, 1996) zal u van ons geen kwaad woord horen, maar zijn rol in deze film is te beperkt om indruk te maken. Hetzelfde geldt overigens voor Adam Driver (Inside Llewyn Davis, 2013) die al na een paar scènes uit de film verdwijnt.