BICENTENNIAL MAN
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2001-01-05
FILM
Oorspronkelijk was Bicentennial Man een kortverhaal van Isaac Asimov. Asimov is een van de speerpunten van de SF-literatuur geweest, en beschreef in zijn toekomstvisies vaak de gerobotiseerde maatschappij. Zijn principe omvatte onder meer dat robotten onveranderlijk zijn gebonden aan drie wetten: 1. een robot kan nooit een levend wezen doden, of toestaan dat door zijn nalatigheid een levend wezen wordt gedood; 2. een robot is gehoorzaam aan een mens, tenzij dit in strijd is met wet 1; 3. een robot moet zichzelf beschermen, tenzij dit in strijd is met wet 1 en 2. Deze wonderlijk consistente logica is door veel andere SF-auteurs overgenomen en verder uitgewerkt. Asimovs meesterknecht, Robert Silverberg, heeft het verhaal omgewerkt tot een novelle, getiteld Positronisch brein.
Voor deze verfilming heeft regisseur Chris Columbus blijkbaar terug voor de originele titel van Asimov gekozen, heeft de uitwerkingen van Silverberg gelaten voor wat het was, en uitgaande van het originele gegeven van het verhaal van Asimov opnieuw een diepgaandere uitwerking gemaakt. Uiteraard is de film veel omvattender dan het hooguit twintig bladzijden tellende kortverhaal; enkel het basisgegeven en een paar personages zijn overgebleven.
Ergens in de nabije toekomst koort de familie van professor Martin (Sam Neill) en zijn vrouw (Wendy Crewson) een huishoudrobot, de NDR-114 (Robin Williams), die door het dochtertje Amanda prompt Andrew wordt genoemd. Oudere dochter Grace heeft het echter niet hoog op met het omhooggevallen huishoudapparaat, en laat hem, bij wijze van experiment om te zien of de tweede wet der robotica wel degelijk de derde overstijgt, door het raam springen. Hierop krijgen de kinderen van de professor een flink standje: hij wil dat Andrew voortaan als persoon wordt behandeld.
Merkwaardiger wordt het wanneer Andrew per ongeluk het kristallen paardje van Amanda stuk maakt. Om het terug goed te maken, snijdt hij een houten paardje uit een stuk wrakhout. Apart van de geste, die het begin is van een langdurige en diepgaande vriendschap tussen Amanda en Andrew, heeft de professor zijn bedenkingen bij het feit dat Andrew, een huishoudapparaat, aanleg heeft voor creativiteit. Andrew is ook in staat om zelfstandig dingen te repareren, zoals een oude platendraaier. Wanneer hij de robot ter revisie aanbiedt bij North American Robotics, het bedrijf dat de NDR-114 produceert, komt hij te weten dat Andrew feitelijk een 'productiefout' is, en het bedrijf wil hem terugkopen. De professor weigert, en vindt dat, als Andrew dan toch over menselijke kwaliteiten beschikt, hij deze maar ten volle moet ontplooien. Andrew verdient op korte tijd een fortuin met houtsnijwerk en klokkenmakerij, en professor Martin laat hem het geld houden. Bovendien probeert hij de leerhonger van Andrew te stillen, en leert hem naast de 'facts-of-life', ook nog eigenschappen zoals humor aan.
Enkele jaren later huwt Amanda (Embeth Davidtz) - die Andrew altijd Little Miss blijft noemen - en bij die gelegenheid draagt Andrew voor het eerst kleren. Stilaan begint Andrew te verlangen naar zijn vrijheid, en vraagt op een avond aan professor Martin of hij zichzelf kan uitkopen. De inmiddels ouder geworden Martin kan zich hier moeilijk mee verzoenen, maar stemt uiteindelijk toch in. Andrew stopt vanaf dat moment om naar zichzelf te refereren met het persoonlijk voornaamwoord 'men'. Na de dood van professor Martin besluit Andrew de wijde wereld in te trekken, op zoek naar eventuele andere 'productiefouten' uit zijn reeks. Wanneer hij bijna rond is, vindt hij een vrouwelijke versie van zichzelf, Galatea, die eigendom is van industrieel-aan-de-grond Rupert Burns (Oliver Platt). Platt, producent van lichaamsprothesen, stelt aan Andrew voor om hem tenminste een menselijk uiterlijk te geven, en bouwt Andrew een eerste keer om.
Andrew keert terug naar huis, en denkt op gegeven moment dat hij Little Miss terugziet. Het meisje is echter niet Amanda maar haar kleindochter, Portia (ook Embeth Davidtz), die als twee druppels water op haar lijkt. Little Miss is intussen een oud vrouwtje geworden, en wanneer ze ook sterft dringt het voor het eerst tot Andrew door dat hij iedereen van wie hij houdt, vroeg of laat overleeft. Andrew wordt onvermijdelijk verliefd op Portia, en slaagt er, in tegenstelling tot eertijds bij Amanda, in om haar zijn gevoelens te tonen en haar aanstaande huwelijk uit het hoofd te praten. Hij bezoekt Burns een tweede keer, en vraagt of hij hem niet nog meer menselijke trekken kan geven. Andrew kan enorm snel gegevens over anatomie verwerken, en samen met Burns werkt hij aan een complete reeks inbouw-organen, een kunstmatig centraal zenuwstelsel, en na een paar operaties is Andrew fysiek zo goed als menselijk, en zijn beide vennoten stinkend rijk geworden door de prothesenhandel, die ze dankzij hun expertise hebben kunnen opzetten.
Wanneer Andrew aan de wereldregering vraagt een wet te stemmen om hem volledig mens te laten verklaren (en hem inzonder het recht zou kunnen verlenen om met Portia te huwen), weigert deze: zijn brein is immers nog steeds van robotische aard, en als dusdanig praktisch gezien is Andrew onsterfelijk. Is Andrew ook bereid om het ultieme offer te brengen voor zijn verlangen om mens te worden?
Ik ben bekend met alle drie de versies van het verhaal (Asimov, Silverberg, Columbus), en vind uiteindelijk deze bewerking toch nog de beste. Omdat het verhaal zich over een periode van tweehonderd jaar uitstrekt, laat Asimov buiten de robot waar het allemaal om draait meer personages verschijnen en weer verdwijnen dan zijn kortverhaal bladzijden telt, en voor een film kan dat uiteraard niet. Columbus heeft hier dan de briljante vondst voor gedaan om de familielijn van de Martins voort te zetten, die in het boek eindigt bij Amanda. Robin Williams acteert niet in zijn welbekende overdreven stijl, loopt tijdens de eerste helft van de film in een ontwerpmatig briljant gevonden robotkostuum rond, inclusief de houterige bewegingen, en is perfect gecast als Andrew. Het idee van een persoon zoals Andrew die 100 % moreel en perfect is, is misschien niet realistisch, maar ook dit valt in het kader van de film netjes op zijn plaats. Ook Sam Neill en Oliver Platt zorgen voor de respectievelijke ernstige en komische noot, en spelen hun rol met bezieling. Anders dan in andere romantische komedies is deze tenminste ontdaan van alle franje, bevat geen onrealistische karakters die in geval van verliefdheid gedrag gaan vertonen waarvoor je in realistische omstandigheden het gekkenhuis voor zou invliegen, en ook de humor is subtiel, geen taartengooierij a la Laurel en Hardy, en ook geen lach-als-ik-een-boer-laat toestanden a la Jim Carrey. Bicentennial Man is zeker geen schudden-van-het-lachen film, maar is mijns inziens zo ook niet bedoeld. De grapjes zijn fijn, wel uitgebalanceerd, en hebben naast iets komisch tevens ook iets tragisch (zo bijvoorbeeld Andrew die voor de eerste keer in zijn bestaan een mop tracht te vertellen, maar hier miserabel in mislukt).
Het verhaal is nog best te catalogeren als een romantisch futuristisch sprookje, maar dan een waar, zoals Asimov het gewild zou hebben, niets in voorkomt dat wetenschappelijk ondenkbaar is. Verder valt de zeer positieve toekomstvisie van de makers op: binnen tweehonderd jaar schijnt de mensheid eindelijk tot een duurzame wereldvrede gekomen te zijn, is de mensheid een gouden eeuw van technologie binnengestapt, waar iedereen kan profiteren van de wetenschappelijke vooruitgang. Het verteltempo blijft zeer consistent, er zitten geen hiaten in het verhaal, en de steeds wederkerende thema's geven het verhaal een mooie samenhang. Bijvoorbeeld telkens wanneer Andrew, zelfs als mens, zich aan de wil van de meerderheid moet onderwerpen, herhaalt hij zijn slagzin van toen hij nog robot was, 'One is glad to be of service'.
BEELD EN GELUID
Het 16:9-enhanced beeld is kristalhelder, de kleuren zijn rijk en levendig, en het kan een detail zijn, maar het artwork op deze UK-versie is stukken beter dan de Benelux-versie. De film is grotendeels een dialoogfilm, maar voor de occasionele rondvliegende luchttaxi's en dergelijke had ik toch een betere geluidsmix verwacht.
EXTRA'S
Naast informatie over cast en crew bevat deze DVD 3 bioscooptrailers van films met Robin Williams (Bicentennial Man, Jumanji en Hook), en een amper vijf minuten durende documentaire over het maken van de film. Dit had wat meer mogen zijn, maar zeker in deze UK-versie is het verbazend dat alle extra's wel in het Nederlands en niet in de meeste andere ondertitelingstalen van de hoofdfilm zijn ondertiteld.
CONCLUSIE
Geschikt voor alle leeftijden, een evenwichtige mix van humor, romantiek en science-fiction. Isaac Asimov heeft uiteraard de film nooit kunnen zien, maar ik denk dat hij tevreden zou geweest zijn.