BURT MUNRO, THE WORLD'S FASTEST INDIAN
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-09-24
FILM
Forrest Gump bestaat blijkbaar echt. Alleen is hij geen Amerikaan, maar een excentrieke Nieuw-Zeelandse zestigplusser met de naam Burt Munro en een fixatie op snelheid en motorfietsen. Dat is de conclusie die je moet trekken na het zien van
Burt Munro, The World's Fastest Indian, het droomproject van Kiwi-regisseur Roger Donaldson, waarvoor hij voor het eerst in een kwarteeuw terugkeerde naar het thuisfront. De film is deels road-movie, deels coming-of-age – hoe raar dat ook klinkt met een zestiger als protagonist – maar bovenal een feelgoodprent. Helemaal foutloos is de film echter niet en halverwege lijkt het er zelfs op dat
Burt Munro, The World's Fastest Indian de pedalen verliest, maar met een goed geconstrueerde laatste act laat de kijker niettemin met een goed gevoel achter.
De prent negeert de eerste 65 jaren van Burt Munro's leven volledig en start de plot op het moment dat hij zich opmaakt om een reis naar Amerika te ondernemen. Op de befaamde zoutvlaktes van Utah wil hij met zijn Indian motorfiets een nieuw snelheidsrecord vestigen. Voordat hij de Mormonenstaat bereikt moet Burt echter heel wat obstakels overwinnen. Eerst moet hij het geld zien te vinden om de oversteek te maken. Dan wacht hem een lange reis met de wagen van Los Angeles naar Bonneville. En daar moet hij zijn motorfiets nog door de technische keuring krijgen. Geen sinecure, als je weet dat het ding zo’n veertig jaar oud is en allerlei onorthodoxe zelf in elkaar gestoken ‘verbeteringen’ bevat.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom Roger Donaldson al zijn ganse leven probeert deze biopic van Burt Munro gefinancierd te krijgen. Zijn verhaal fascineert immers en het karakter van Munro leent zich perfect voor een filmische benadering. Maar door de focus te leggen op de weg naar de Speed Week in Utah, vergeet het scenario regelmatig dat de passie voor motorracen de basis vormt van het verhaal, en niet de ontmoetingen met de lokale bevolking. De bedoeling van Donaldson – die zelf het scenario schreef – is duidelijk: hij wil Burt Munro's tocht als een Odyssee afschilderen. En daar is op zich niets mis mee. Maar de naïviteit en het geluk waarmee de Nieuw-Zeelander zich een weg naar Utah baant, is vaak moeilijk te geloven. Iedereen staat zomaar te springen om hem te helpen, zonder een nevenagenda te hebben, wat het realisme niet ten goede komt. Ik weet niet in welke mate deze belevenissen van Munro op ware feiten gebaseerd zijn, maar het vermoeden is dat ze stevig werden aangedikt om het drama te voeden. Hoe ironisch is het dan ook dat juist het tegengestelde effect bereikt wordt.
In een film als
Burt Munro, The World's Fastest Indian is het logisch dat de prent grotendeels staat of valt met de casting van het hoofdpersonage. Anthony Hopkins is in die optiek een goede keuze. Hij meet zich een vrij geloofwaardig Kiwi-accent aan, dompelt zich volledig onder in de rol en omarmt de excentrische kanten van Burt Munro. Toch krijg je – zoals wel vaker de laatste jaren – ook een te berekende Hopkins te zien, een meester in zijn vak, die zich vooral op instinct door zijn vertolking sleurt. De rest van de cast fungeert als reactiepunt voor Hopkins, zonder een spectaculaire impact te hebben op het verhaal. Toch trekken de acteurs zich goed uit de slag in hun secundaire rollen. Het meeste indruk maken Chris Williams als een transseksuele motelbediende en Aaron Murphy als de enthousiaste buurjongen van Burt Munro.
Eveneens respectabel is de technische bijdrage. De crew kreeg de taak op zich de vroege jaren zestig te recreëren in zowel Nieuw-Zeeland als de Verenigde Staten en ze slaagt daar wonderwel in. Het contrast tussen de beide landen wordt uitvergroot, maar levert geen stereotiepe benadering op. Cruciaal is ook het production design van de Indian waarmee Burt Munro zich een plaats in de geschiedenisboeken tracht te racen. Niet te futuristisch, niet te klassiek, oogt de motor tegelijkertijd ontzettend snel en ontzettend knullig. De fotografie wordt enigszins gekortwiekt door een verkeerde aspectratio op de dvd, maar behoudt niettemin zijn klasse: een uitstekend evenwicht tussen epische beeldcompositie en intimiteit, met het gebruik van een opzwepend kleurenpalet. Een gemiste kans is echter de muziek van J. Peter Robinson, die de emoties nooit naar een hoger niveau kan tillen.
Ondanks de tekortkomingen van de tweede act – die niet meer is dan een opeenstapeling van toevallige ontmoetingen – blijkt
Burt Munro, The World's Fastest Indian uiteindelijk toch de moeite waard. Het laatste halfuur brengt ons immers Burt Munro's strijd tegen de klok, waardoor we de kans krijgen ons volledig achter zijn missie te scharen. De naïviteit van zowel het hoofdpersonage als de verhaalstructuur krijg je dan wel niet volledig verbannen, maar de volharding van Munro en Roger Donaldson om je mee te sleuren in de film werpt zijn vruchten af.
The World's Fastest Indian eindigt met de melding dat een record van Burt Munro uit 1967 nog steeds niet verbroken is. Een leuke maar uiteindelijk irrelevante anekdote om een dito prent mee af te sluiten.
BEELD EN GELUID
Universal biedt audiotracks aan in zowel het Dolby- als het DTS-formaat. Beide sporen zijn even indrukwekkend. Ze geven de karakterscènes kalm en waardig weer, en creëren een aanstekelijk geluidsspectrum in de racesequenties. Tussen de twee tracks is er nauwelijks een verschil hoorbaar. Ook het beeld ziet er fantastisch uit. Vooral de kleurenweergave en de scherpte zijn pluspunten, terwijl zwartniveaus en contrast ook hoge toppen scheren. Grain en beschadigingen zijn bovendien zo goed als afwezig. Een score van 9,5/10 lijkt op zijn plaats, maar aangezien het originele 2.35:1-formaat werd verknipt tot 16:9, komt de onverbiddelijke
Aviator-doctrine in het spel. Dat kost het voor het overige prachtige beeld dus een dikke onvoldoende.
EXTRA'S
Er is heel wat extra materiaal aanwezig op de schijf, maar de wijze waarop dat gepresenteerd wordt is niet ideaal. Over de inclusie van een
Trailer (2 min.) en een nietszeggende, promotionele
Featurette (6 min.) valt weinig te klagen. Maar de
Interviews, die verdeeld over een dozijn hoofdstukken de regisseur en zijn cast aan het woord laten, zijn niet ideaal gebruikt. De interviews leveren best wat aardige informatie op, maar geïntegreerd in een lange documentaire over de prent, waren ze veel beter tot hun recht gekomen.
CONCLUSIE
Burt Munro, The World's Fastest Indian vertelt een fijn verhaal dat in het midden de richting verliest, maar met een gedenkwaardige climax de meubelen redt. De bijdragen van cast en crew zijn solide en de affectie van regisseur Donaldson voor het onderwerp straalt van de film af. De geluidssporen klinken prima en ook het beeld oogt uitstekend, maar dat werd jammerlijk verknipt naar een ander formaat dan de originele aspectratio. De bonussectie levert interessante weetjes op, helaas gebracht op een saaie manier.