IN THE PRESENCE OF MINE ENEMIES
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2010-05-28
FILM
De tv-film
In The Presence Of Mine Enemies heeft sinds z’n release in 1997 al heel wat inkt doen vloeien. Regisseur Joan Micklin Silver en haar scenarist Rod Serling (
The Twilight Zone, 1959-2003) voeren in deze productie nl. een jonge Duitse nazisergeant op die een Joodse meisje het leven redt in het getto van Warschau in 1943, een scenario dat niet alleen door de nabestaanden van de 450.000 joodse gettoslachtoffers, maar ook door de Joodse gemeenschap in z’n geheel en bij uitbreiding door ieder weldenkend mens als ongeloofwaardig, onfatsoenlijk en zelfs misdadig wordt afgedaan.
In het getto van Warschau waren er geen goede nazi’s en zeker geen waarop je als jood kon rekenen om te ontkomen aan het onontkoombare, is de redenering. De veralgemening is uiteraard geen goede zaak, anderzijds zijn er in de naoorlogse getuigenisliteratuur ook geen bewijzen gevonden voor de stelling dat nazi’s in Warschau hun leven op het spel zouden hebben gezet om dat van joden te redden. Onder die omstandigheden is het dus heel delicaat om een fictief verhaal te verzinnen waarin die stelling wél wordt geprojecteerd, omdat het onderwerp gevoelig ligt, maar vooral omdat dergelijke goedkope verzinsels de indruk wekken dat het allemaal nog wel meeviel in het getto van Warschau indien je een beetje geluk had. Het is een stelling die niet alleen vandaag, maar ook morgen en alle dagen nadien moet worden bestreden om te voorkomen dat de massamoord op 6 miljoen Joden, grote aantallen zigeuners, homoseksuelen en politieke tegenstanders als een samenzwering van de vijand of gewoon als een niemendalletje wordt afgedaan.
Scenarist Rod Serling, zelf van joodse afkomst, is evenwel een man met een onverdacht verleden, die bekend staat om zijn groot humanisme in het haast ontelbaar aantal draaiboeken voor theater, tv-series en films die hij in de loop van een lange en succesvolle carrière (1950-1975) heeft geschreven. Z’n grote passie was sciencefiction en fantasy, maar hij ging ook controversiële onderwerpen als racisme, de Koude Oorlog en de gruwel van de oorlog in het algemeen niet uit de weg. In 2004 voerde hij de lijst aan van de zgn. 25 Greatest Sci-Fi Legends in het Amerikaanse blad TV Guide en in 2009 werd hij in de States vereeuwigd op een postzegel. Het is niet duidelijk wat hem heeft bezield om een goede nazi in het getto van Warschau neer te zetten, maar wellicht werd hij beïnvloed door documentaires uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 waarin komaf werd gemaakt met de opvatting dat alle Duitsers nazi’s waren en alle nazi’s misdadigers pur sang. En misschien had hij zelf ervaren tijdens WOII hoe doodbrave jonge mannen in oorlogsmachines veranderden door de omstandigheden of door de druk van bovenaf.
De nuancering is hem niet in dank afgenomen en ze blijft tot vandaag een heikele aangelegenheid. Toch beperkt Rod Serling zich niet tot dat ene geval, want ook de manier waarop hij het echte hoofdpersonage van In The Presence Of Mine Enemies, nl. rabbijn Adam Heller, portretteert, is bijzonder. De oudere man, vader van een zoon en een dochter, is zowat de geestelijke leider in het getto van Warschau anno 1942. Halsstarrig blijft hij geloven in de goede bedoelingen van God i.v.m. zijn uitverkoren volk. Het leed, de miserie, de hongerdoden en het bijna dagelijks afvoeren van joodse mannen, vrouwen en kinderen naar onbekende oorden in het oosten, ondergaat hij lijdzaam, ook al wijst niets erop dat God tussenbeide zal komen of een plan heeft waarin het allemaal zin heeft. Pas op het moment dat het getto zo goed als leeg is en z’n eigen dochter Rachel het slachtoffer dreigt te worden van de situatie, stelt de rabbi vast dat z’n tot dan toe onwankelbare geloof in een oplossing vanwege de goddelijke voorzienigheid aan scherven ligt en dat hij nu zelf aan eentje zal moeten werken, die hem als een deus ex machina aangereikt wordt door een jonge nazi die al altijd twijfels had bij de politiek van z’n hiërarchische oversten. Voor een dergelijke psychologisch evolutie (bij de rabbijn) zijn er in de naoorlogse getuigenisliteratuur evenmin bewijzen voor handen. Het lijkt veel meer op een westerse poging om de schuldvraag over de eigen nalatigheden tijdens het naziregime te camoufleren door te wijzen op de naïeve manier waarop de joden in West-Europa zich als gedweeë schapen hebben laten wegvoeren zonder weerstand te bieden, waarbij men uit het oog verliest dat de Entlösung probleemloos haar uiteindelijke omvang kon krijgen precies omdát niemand zich geroepen voelde om Hitler een strobreed in de weg te leggen. We vergeten daarbij maar al te gemakkelijk dat racisme tegen joden een wijdverbreid gebruik was in de periode vóór WOII, niet alleen in Duitsland, maar in heel Europa én Amerika.
De gedachtegang achter In The Presence Of Mine Enemies is met andere woorden twee keer fout: er waren geen goede nazi’s in het getto van Warschau, maar er waren ook geen diepgelovige rabbi’s die twijfelden en die de opstand predikten. Die kwam er omdat jonge joodse mannen die op het slagveld (als soldaat in het Poolse leger, bijv.) met het geweld van de oorlog en de gruwelijke praktijken van het Duitse leger kennis hadden gemaakt, tot de conclusie kwamen dat de redding niet van God zou komen, maar in het beste geval van zelf georganiseerde weerstand. Dat ze geen schijn van kans hadden, beseften ze eigenlijk zelf wel, maar hun ging het om het laatste restje zelfrespect dat misschien het verschil kon maken.
Ondanks al deze bedenkingen en in het bijzonder de dubieuze geloofwaardigheid van de verhaalstof, is In The Presence Of Mine Enemies een film die wel degelijk iets te vertellen heeft, niet over de gang van zaken in het getto (want dat komt maar zijdelings ter sprake) en evenmin over de concentratie- en vernietigingskampen van de nazi’s, maar over de innerlijke strijd van één man, een man die z’n leven en z’n geloof op God heeft gebouwd en die nooit heeft getwijfeld aan de goedheid en de rechtvaardigheid van zijn schepper, die al die jaren z’n kudde moed heeft ingesproken, ze gewezen heeft op de kracht van het gebed en ze bezworen heeft God niet te verloochenen; dié man is uiteindelijk de wanhoop nabij, dementeert om z’n desillusie te vergeten en breekt, knapt af als een scheepsmast in een allesverwoestende storm en dat alles dankzij de verpletterende acteerprestatie van Armin Mueller-Stahl. Wat hij in In The Presence Of Mine Enemies doet is alleen voor de allergrootsten weggelegd. De manier waarop hij de psychische desintegratie van Adam Heller, maar ook diens manier om zichzelf weer in de hand te krijgen, voelbaar maakt, het dwingt respect af en het doet er niet toe dat het hier dan wellicht om de foute persoon in de foute situatie gaat, want rabbijn Adam Heller staat symbool voor alle idealisten die hun gedachtegoed in rook zien opgaan en die in het puin van hun ideologie toch dat kleine stukje hoop vinden om een nieuw begin te maken, misschien in eerste instantie uit zelfbehoud, maar uiteindelijk voor een hoger en edeler doel.
BEELD EN GELUID
Regisseur Joan Micklin Silver maakt van In The Presence Of Mine Enemies een vrij donkere film, waarin ze tegelijk de tijdsgeest probeert vast te houden met veel bruin en beige ter compensatie van het grijs van de uniformen het zwart van de lompen. De decors zijn verzorgd en geloofwaardig, maar klein, wat terug te voeren is op het beperkte budget dat ze ter beschikking had. Het heeft als voordeel dat bekende scènes zoals grootscheepse razzia’s en vogelperspectiefopnamen van het getto achterwege blijven en plaats maken voor kleine, raak getypeerde ensceneringen met niet meer dan een handvol personages, waarmee in ze in een paar trekken toch de hele dramatiek van de situatie schetst. Technisch is er weinig op de kwaliteit van film en dvd aan te merken, behalve een zekere neiging tot korrelvorming, wat wellicht toe te schrijven is aan het minimale gebruik van kunstlicht. Er zijn voor de rest weinig of geen opvallende ongerechtigheden. De film is jammer genoeg in een 1.33:1-beeldverhouding opgenomen – wellicht opnieuw een kostenbesparende factor – en dat is toch een beetje jammer.
Het geluid is eenvoudig, maar de stereotrack volstaat om alle geluiden in deze productie tot hun recht te laten komen. De muziek is van de hand van Dead Can Dance, meer bepaald van Lisa Gerrard en haar weemoedige melodieën met bijpassende sirenenzang passen perfect bij de sfeer die de regisseur probeert op te roepen.
EXTRA’S
Geen
CONCLUSIE
In The Presence Of Mine Enemies is een film met een handleiding. Op Internet wordt er hier en daar flink uitgehaald naar regisseur en scenarist wegens het opvoeren van een
goede nazi, maar diezelfde lieden kijken makkelijk voorbij de rest van de film die ook vrij inconsequent is met betrekking tot de psychologische ontwikkeling van de rabbijn (in dát tijdskader) en weinig geloofwaardig wat de finale van de productie betreft. Desondanks bevat de film ook pakkende rake scènes die een groot humanisme uitstralen. Armin Mueller-Stahl (
Buddenbrooks, 2008) brengt een perfecte interpretatie van het hoofdpersonage rabbijn Adam Heller, met in zijn kielzog een overtuigende Elina Löwensohn (
Schindler’s List, 1993) als diens dochter Rachel.