FILM
De jonge leeuwenwelp Simba (Matthew Broderick) wordt door zijn vader Mufasa (James Earl Jones) voorbestemd voor het koningschap, flink tegen de zin van Mufasa's broer Scar (Jeremy Irons), die de troon aan zijn neus voorbij ziet gaan. Scar werkt daarom een diabolisch plan uit, waarin hij met behulp van een stel onfrisse hyena's (Whoopi Goldberg, Cheech Marin en Jim Cummings) vader en zoon om zeep wil helpen. Zijn plan lukt echter maar half: de door de hyena's opgejaagde gnoes vertrappelen wel Mufasa, maar Simba kan ontkomen. Scar praat wel zodanig op hem in dat Simba zich schuldig gaat voelen aan de dood van zijn vader, en hij vertrekt vrijwillig in ballingschap uit de Pridelands. Simba maakt nieuwe vrienden, het wrattenzwijn Pumbaa (Ernie Sabella) en de meerkat Timon (Nathan Lane), twee vrolijke bohémiens, die Simba de filosofie van
Hakuna Matata bijbrengen, dag per dag laten voorbijgaan zonder aan verleden of toekomst te denken. Maar zowel verleden als toekomst halen Simba uiteindelijk in, wanneer zijn pad toevallig met dat van zijn jeugdvriendinnetje Nala (Moira Kelly) kruist. De roep om zijn dode vader te wreken wordt steeds luider.
Toen Mickey Mouse in 2002 75 kaarsjes mocht uitblazen, was Disney als de dood voor de regel dat de auteursrechten op dergelijke figuurtjes zouden verjaren, en dat omzeggens iedereen vanaf dan een Mickey Mouse-embleem op het uithangbord van zijn winkel zou mogen hangen. Vreemd als je bedenkt dat Disney zelf niet vies is om "creatief te lenen" van andere bronnen: de meeste films zijn gebaseerd op eeuwenoude sprookjes, maar ook de erfgenamen van modernere auteurs als Victor Hugo moesten lijdzaam toezien hoe het Huis van de Muis schaamteloos de creaties van hun voorvaderen inpikten. Met deze
Lion King heeft Disney zich wel érg recent in het verleden begeven, en heeft een adaptatie gemaakt van de Japanse tekenfilm
Kimba The White Lion (merk op de K in plaats van de S), die op wel héél erg veel plaatsen meer dan toevallige gelijkenissen vertoont. Zeker toen de film een groter succes werd dan Disney had verwacht, was het vernoemen van het K-woord al genoeg om werknemers van Disney de stuipen op het lijf te jagen, en wrongen hun advocaten zich in allerlei bochten om toch maar de gelijkenissen niet te moeten toegeven.
Maar als ze bij Disney plagiëren, doen ze het wel ineens goed, en
The Lion King heeft een grotere impact op de tekenfilmindustrie van de jaren '90 gehad dan tien
Kimba's ooit hadden kunnen verwezenlijken. Eigenlijk is het verhaal van
The Lion King al veel ouder, en is in wezen niets meer of minder dan een dierenallegorie van het wereldberoemde
Hamlet van William Shakespeare, zij het dan met een iets meer Hollywood-getint
happy end dan dat we van
Shakey gewoon zouden zijn. Nu we dit allemaal eerlijkheidshalve hebben vermeld (iemand moest het toch doen, niet?), kunnen we onze aandacht op de film zelf richten, en moeten we toegeven dat deze film zowel commercieel als artistiek een hoogtepunt is. Er is bijzonder veel aandacht besteed aan de verschillende settings waar de diverse delen van de film zich afspelen, die ook allemaal een eigen uitstraling hebben. Eerst de onbezorgde steppen van de Pridelands, dan het griezelige olifantenkerkhof, om vervolgens over de bijna Jamaïcaanse eilandsfeer van Timon en Pumbaa's habitat over te gaan naar de mystieke avondervaring met Rafiki en vervolgens de nachtmerrieversie van de Pridelands, nadat die door de nieuwe koning Scar zijn herschapen in een véél groter kerkhof. De decors weerspiegelen hierbij op brutaal mooie wijze de gemoedstoestand van Simba (jeugdige onbezorgdheid, angst, verliefdheid, strijdvaardigheid), wat het verhaal een enorme
drive meegeeft. Timon en Pumbaa zijn in de loop de jaren uitgegroeid tot dé archetypes van
comical sidekicks, die in tal van daaropvolgende films terug te vinden waren, maar die Disney nu weer een beetje aan de kant schijnt te willen schuiven. Maar in deze film konden de bedenkers van humoristische nevenkarakters hun verbeelding de vrije loop laten, en zo bedachten ze ook de perfect als een baviaan voorgestelde Rafiki, die de rol vervult van een mystieke hogepriester. Daarnaast wordt de hofmaarschalk van Mufasa, de vogel Zazu,
gevoicet door niemand minder dan Rowan "Mr. Bean" Atkinson. Dé verrassing in de cast is toch wel Jeremy Irons als de verbitterde Scar, die in deze rol meer vuur en passie legt dan in alle andere rollen van zijn filmcarrière bij elkaar.
Maar
The Lion King heeft nog veel meer kwaliteiten, die, in combinatie met de andere, de film tot zo'n unieke bruisende cocktail maken. Zo is er bijvoorbeeld de score van Hans Zimmer, na
Gladiator één van zijn artistiek meest geacclameerde composities, doorspekt met de schitterende collectie meezingers van het duo Tim Rice-Elton John, waarvan
Circle Of Life en
Can You Feel The Love Tonight alleen maar de twee belangrijkste exponenten waren. Jammer dat zo weinig mensen schijnen te weten dat dit gouden trio met de Dreamworks-tekenfilm
The Road To Eldorado deze combinatie nog eens hebben overgedaan, en daarmee bijna dezelfde kwaliteit bereikten. Het idee van een popster bij een film te betrekken voor meer dan zomaar een liedje, maar voor de hele soundtrack, was toen ook nog niet eerder vertoond. Disney zou het later onder meer bij
Tarzan met redelijk succes nog eens overdoen met Phil Collins. Het publiek liet zich alleszins dit soort van combines welgevallen, die zoveel méér diepgang aan een film bieden dan een zoveelste playbackliedje van een hoop kindsterretjes die nog in hun luier plassen.
Wat weerhoudt ons dan om
The Lion King inhoudelijk een maximale score te geven? Wel, de Boodschap, immer zo nadrukkelijk aanwezig in elke Disneyfilm, ligt er bij deze wel héél erg dicht opgesmeerd, wat soms leidt tot iets te kleffe dialogen. Daarom 9,5/10 voor de inhoud. We willen overigens ook waarschuwen dat sommige scènes toch iets té schokkend kunnen zijn voor de allerkleinste kinderen, en dan denken we vooral aan de finale scène waarin Scar de rekening gepresenteerd krijgt voor zijn machinaties - u weet wel wat ik bedoel.
Grote films hebben eigenlijk altijd dezelfde thema's die erin verweven zitten: schuld, boete,
coming of age van een jongeman die moet opleven naar het voorbeeld van zijn voorouders, overwinnen van persoonlijke angsten, de leraar en de pupil, het grootste gevaar dat van binnen de eigen rangen komt, verraad, liefde die al dan niet voorbestemd hoeft te zijn... Yep,
The Lion King has it all, en dus mogen we met recht en reden spreken van een grote film!
BEELD EN GELUID
Na de
dvd-release uit 2003 stond
The Lion King weer eens op het lijstje uit te brengen Platinum-classics, waarbij nogal arbitrair over wordt geoordeeld welke films erin thuis horen en welke niet, en waarbij Disney om de twee jaar de plannen radicaal omgooit. De reden waarom juist nú met
The Lion King wordt uitgepakt is eerder ingegeven door platte commercie en het op de trein van de 3D te willen springen, waarbij het nut van het herwerken van oudere films me evenzeer ontgaat als het plegen van heiligschennis van het allooi van het willen inkleuren van zwart-witfilms. Qua beeld en geluid hebben we met deze UK-versie zeker en vast geen reden tot klagen. De studio heeft alleszins de moeite gedaan om ook de 2D-versie op te waarderen tot een adembenemende high definition-ervaring, die niet moet onderdoen voor recentere films. De kleuren zijn fel en briljant en steken in scènes zoals die waarin Timon en Pumbaa hun junglestek aan Simba tonen, de ogen uit. In de lucht boven de steppen van Afrika zijn zelfs de penseelstreken nog te onderscheiden; de enige imperfecties die de film vertoont liggen aan het bronmateriaal zelf en bewijzen alleen dat de film nog grotendeels ambachtelijk geproduceerd werd. De film bevat overigens opvallend veel "duistere" scènes, zoals de doortocht door het olifantenkerkhof en de scène waarbij Scar zichzelf als leider van de hyena's opwerpt. Hierin voeren grijs en een ziek soort groen de boventoon, maar dat gaat niet ten koste van de detaillering. De zwarttinten zoals in de scène waarin Simba zijn vader in de hemel meent te zien, zijn diep inktachtig en vertonen een haarscherp contrast. Het gebruik van CGI in de fameuze stampede-scène is niet zozeer opvallend dat het zou storen. Van het DTS-HD 7.1-geluid liepen alvast de rillingen meer dan eens over mijn rug: de striemende gezangen waarmee de film opent, de donderende stem van James Earl Jones, het gefluister van Rafiki in de nacht, de trillingen van de meute losgebroken
wildebeests, de onheilspellende drums in Scars schuilplaats: alles heeft zijn plaats in het geluidslandschap. In de score van Hans Zimmer zit er net nog dat beetje zweving dat het geheel niet te steriel doet klinken. Zelfs de ietwat pijnlijke beperking van de zangcapaciteiten van Rowan Atkinson komt levensecht over.
EXTRA'S
Nu hebben we denk ik deze release genoeg de hemel ingeprezen, dan is het nu tijd voor een streepje snoeiharde kritiek. De hoeveelheid en de kwaliteit van bonusmateriaal is, vergeleken met de prachtige
2-disk dvd, nog het best in twee woorden te omschrijven als een
fucking joke. Eens de marktleider op gebied van innovatief bonusmateriaal en het gebruik van allerlei leuke
gimmicks om de home-theatreliefhebber meerwaarde te bieden, is Disney compleet de pedalen aan het verliezen. Het geval
Pirates Of The Caribbean 4: On Stranger Tides was géén geïsoleerd incident, maar op een release als deze het Platinum-label opkleven is de schaamte voorbij. Eerste grof mankement is dat men bij de dvd nog kon kiezen uit de
theatrical cut en een
special edition waarbij de speciaal voor de IMAX-versie aangevulde
Morning Report-scène was toegevoegd. Hier moet u het met de eerste cut van de film stellen. Tweede grootse vergissing is het weglaten van de
archival features die op de eerste uitgave te vinden waren. Weliswaar belooft Disney dat een deel hiervan via een internetverbinding raadpleegbaar is, maar grofweg de helft ontbreekt, en blijkbaar vindt men het niet te moeite om deze toch soms kostbare featurettes op een tweede disk te zetten. Blijkbaar is er wél ruimte voor een tweede (dvd)-disk met een nutteloze
low definition-kopie van de film zelf. Voor dit soort van luiaardij heeft men zelfs een speciale term bedacht ("Virtual Vault"), waarmee het hele idee van iets op een fysieke drager uit te brengen ondergraven wordt.
Wat er dan nog wel aan bonusmateriaal te vinden is, is, één of twee uitzonderingen daar gelaten, niet dadelijk de moeite. Wie zich wil inleven in de zaterdagavonden van een dronken Japanner kan de film in een
karaoke-modus bekijken. De film bevat een
audiocommentaartrack door producent Don Hahn en regisseurs Roger Allers en Rob Minkoff, maar de track is ergens verborgen; men heeft de optie nergens op de disk in een menu gestopt, en de track is alleen activeerbaar via de geluidsoptie op de afstandsbediening. De slordigheid straalt hier vanaf.
Bloopers & outtakes (3:44) is een geforceerd grappige rij versprekingen die niets aan de release bijdraagt. De enige twee waardevolle stukjes bonusmateriaal zijn de retrospectieve documentaire
Pride of The Lion King (38:06), waarbij vooral anno 2011 het verloop van personeel bij Disney opvalt, en
The Lion King: A Memoir - Don Hahn (19:30), waarin de ontwikkeling van de film wordt geschetst. De beide featurettes zijn aardig maar in niets te vergelijken met de documentaire die op andere Platinum-releases zoals
Snow White And The Seven Dwarfs te vinden zijn. De regisseurs presenteren
5 verwijderde en alternatieve scènes (14:33), en daarnaast is ook
The Morning Report (2:30) nog als bijvoegsel te vinden. De
interactieve gallerij met storyboards en productietekeningen is nog wel aardig, maar dan is het feest afgelopen. Een
promofilmpje waarin Timon en Pumbaa nog proberen geld uit uw zakken te kloppen voor een 3D-Blu-ray speler en enkele cross-
promotionele trailers waarin Disney probeert om nog geld uit uw zakken te kloppen met andere releases besluiten deze zeer onvolledige bonussectie.
CONCLUSIE
The Lion King is nog altijd een meesterlijke film die op high definition qua beeld en geluid nog eens dubbel zo goed tot zijn recht komt. Wie echter het bonusmateriaal voor deze release bij elkaar geharkt heeft, verdient het om uit het koninkrijk verbannen te worden en de rest van zijn schamele leven te gaan mediteren in een hol, uit schaamte.