Regie: Jean-Michel Vecchiet
Met: Bruno Bischofberger, Kai Eric, Suzanne Mallouk, Kaidin Monique Le Houelleur, Maripol, Glenn O’Brien
In het begin van de jaren 80 zijn het abstract expressionisme (De Kooning, Rothko en Pollock) en de popart (Warhol, Rausenberg en Lichtenstein) in Amerika definitief op hun retour ten voordele van een nieuwe generatie jonge artiesten die is opgegroeid op straat en die met een primitieve, doch expressieve stijl een nieuwe wind door de kunstwereld laat waaien. Jean-Michel Basquiat is één van hen, maar hij is geen typische vertegenwoordiger van het genre, want hij werkt niet zoals de meeste graffitiartiesten in groepsverband en bovendien beheerst hij hun tekentechniek niet. Basquiat schrijft vooral korte zinnetjes op de muren van de Village en z’n tekeningetjes maken een expressieve, doch kinderlijke indruk. Met de hulp van Johnson en z’n vrienden heeft hij na verloop van tijd een dak boven z’n hoofd en maakt hij in hun kantoor z’n tekeningen met het schildersmateriaal dat ze voor hem kopen. Een journalist van The New York Times, op zoek naar info voor een bijdrage over Julien Schabel, ziet bijna toevallig een grote tekening van Basquiat en besluit om aan hem een artikel te wijden. Jean-Michel Basquiat wordt de eerste zwarte beeldende kunstenaar op de cover van de weekendbijlage van The New York Times.
Regisseur Jean-Michel Vicchiet maakt een omstandig portret van de New Yorkse artiest aan de hand van gesprekken met z’n vriendin en z’n vrienden, kunsthandelaars en artiesten met wie hij regelmatig optrok in de Village. Ter illustratie gebruikt hij materiaal uit het 8 mm-filmpje van Eric Johnson, opnamen uit een tweetal tv-interviews, jeugdfoto’s, foto’s van Basquiat in z’n atelier, met Andy Warhol en Madonna (met wie hij een kortstondige affaire had vóór ze zelf internationaal doorbrak) en uiteraard toont de regisseur ook heel veel werk van Basquiat, zowel tekeningen en schilderijen als de ondertussen peperdure ansichtkaarten waarop hij eind jaren 70 overleefde (ze zijn tegenwoordig meer dan 15.000 dollar waard). De geïnterviewden vertellen over Basquiats grote talent, z’n open geest en z’n niet te stuiten werkdrift, maar ook over zijn drugverslaving, z’n depressies en z’n agressieve buien waardoor hij alle galerijhouders in New York tegen zich in het harnas joeg. Hij was goedhartig en sprak altijd met zachte stem, zegt een oude vriendin, maar de drugs maakten hem zo. En Glenn O’Brien: toen ik hem een paar dagen voor z’n dood op straat tegen het lijf liep zag hij eruit als een man van zestig.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze film is acceptabel en doet niet onder voor die van gelijksoortige producties. De recente opnamen zijn mooi van kleur en textuur, het oudere beeldmateriaal (8 mm-film, tv-opnamen) is korrelig en bevat weinig kleur. Het geluid staat in 2.0 en dat is meer dan voldoende voor een dergelijke productie.