Regie: Gilles Bannier
Met: Simon Abkarian, Soufiane Guerrab, Dimitri Storoge, Philippe Lucas, Olivier Rabourdin, Fejria Deliba, Pierre-Alain Chapuis, Philippe du Janerand, Mousa Mansaly, Samir Djama, Paco Boublard
Het centrale karakter in deze serie is Tony le Dingue en veel minder de jonge Magrebijnse garde, want die lijkt vooral bedoeld als lokmiddel voor een jong publiek. In lange flashbacks leert de kijker het hoofdpersonage kennen sinds z’n prille jeugd: z’n moeder was een prostituee en van kindsbeen af werd Tony door haar pooier ingezet voor kleine boodschappen. In één scene zien we hoe z’n moeder “La Gazette” hem meeneemt naar een cafeetje nadat hij onwel geworden is op straat. Later informeert haar pooier naar hoe het is afgelopen. Ik heb hem een limonade betaald en ben weer aan de slag gegaan, antwoord La Gazette, waarop een nietsvermoedende Tony reageert met: niet waar, je bent de hele tijd bij mij gebleven, wat La Gazette een paar flink klappen in het gezicht kost in aanwezigheid van haar zoontje. Als jonge adolescent speelt Tony chauffeur voor de pooier en z’n handlangers tijdens hun overvallen op winkels en banken en niet veel later wordt hij zelf bendelid. Na een conflict met z’n moeders pooier duikt hij onder bij concurrenten in Marseille waar hij kennismaakt met de man die hij later z’n beste vriend zal noemen: Guido.
In acht afleveringen van elk 52 minuten vertelt regisseur Gilles Bannier over het leven van Tony le Dingue (Gekke Tony) tussen 1950 en 1980. Over zijn verblijf van 25 jaar in de gevangenis vernemen we weinig. Eigenlijk niets. Tony’s Revenge krijgt de stijl van een film noir aangemeten en de referenties zijn niet min: Coppola, Al Pacino, Arsène Lupin, Maurice Le Blanc… Bannier kiest voor een zeer klassieke aanpak en z’n serie ziet er dan ook degelijk en solide uit, zij het met weinig echte verrassingen. Waar het Tony om te doen is blijft lang een mysterie. Te lang, zodat de aandacht halfweg minstens voor een deel verslapt. Het hele flashbackgedeelte is interessant maar te lang uitgesponnen waardoor het verhaal traag opschiet. Je krijgt de indruk dat er te veel op vorm en stijl is ingezet en te weinig op entertainment en dat is dodelijk voor een dergelijke serie. Als je de prijzenregen op de twee eerder genoemde Filmfestivals afmeet tegen de interesse van IMDB-lezers voor deze serie, dan is er sprake van een grote discrepantie: nauwelijks 50 lezers hebben een beoordeling gegeven en in de afdeling recensies zitten precies twee teksten. Zelfs in Frankrijk is m.a.w. eerder lauw gereageerd op deze serie.
Simon Abkarian kruipt in de huid van Tony le Dingue en maakt van de gangster een geloofwaardig personage. Anderzijds is het moeilijk voor de toeschouwer om zich met Tony te vereenzelvigen, want de regisseur houdt z’n hoofdfiguur altijd op een zekere afstand: de toeschouwer mag naar Tony kijken, naar de manier waarop hij zich gedraagt, praat en kijkt, maar diezelfde toeschouwer mag nooit in het hoofd van Tony kijken en dus is het moeilijk om te beslissen wat hem stuurt: wraak of een grote behoefte aan liefde? Soufiane Guerrab (Kenz) is de kleine crimineel die niet verder denkt dan de dag van morgen. Professionele criminaliteit is niet zijn ding. Hij en z’n maten leven bij de dag en houden er rekening mee dat ze regelmatig achter de tralies vliegen. Zo is het leven. De rebelse Kenz heeft veel weg van de jonge Al Pacino. Alleen jammer dat hij niet over hetzelfde grote acteertalent beschikt om van Kenz meer te maken dan een eendimensionaal karakter dat snel op de zenuwen gaat werken. Zijn oudere zus Nassima is wat dat betreft een stuk interessanter en finaal misschien het enige personage dat een band kan smeden met de kijker. Victoria Abril herkent u met een beetje geluk als de prostituee en maîtresse van Tony in de beginafleveringen van de serie. Ze is zoals altijd sexy en duivels temperamentvol. We hadden niet anders verwacht.