Regie: Xavier Dolan
Met: Melvil Poupaud, Nathalie Baye, Suzanne Clément, Monia Chokri, Susan Almgren, Yves Jacques
FILM
In vrij korte tijd slaagde Xavier Dolan erin om als koning van de queer cinema de troon te bestijgen. Aan (bijna arrogante) zelfzekerheid ontbreekt het de jonge filmmaker in geen geval. Hij vindt zichzelf een geniale filmmaker en als jaarlijkse gast op het Film Festival van Cannes houdt hij zich niet in om aan de wereld te vertellen dat het een schande is dat zijn jongste spruit (Laurence Anyways) niet tot de officiële selectie behoort, maar het met een nominatie in de (mindere) Un Certain Regard-rubriek moet stellen. Met zo'n ingesteldheid kweek je natuurlijk zowel voor- als tegenstanders. Ondanks de superlatieven waaronder zijn twee voorgaande films (J'ai Tué Ma Mère en Les Amours Imaginaires) zijn bedolven verweet men Dolan dat zijn kunst pure egotripperij is. Deze kritiek werd nog extra gevoed door het feit dat de jonge Canadees niet alleen zijn films enorm bombastisch maakt, maar ook omdat hij zelf maar al te graag de hoofdrol vertolkt. Niet iedereen is evenwel tuk op een modepop die zichzelf te pas en te onpas etaleert. In zijn derde film neemt het wonderkind gelukkig een stap terug. Hij is wel te zien in een (zeer korte) cameo, doch gaf hij de hoofdrol door aan een ander. Alhoewel dit travestiedrama niet vies is van majestueuze (misschien zelfs te overdreven) beelden, ontpopt Laurence Anyways zich na enkele ogenblikken tot het beste van Dolans kunnen. Meer zelfs, het is een triomf. Zoiets kan Dolans ego alleen maar vergroten, deze keer is het evenwel terecht.
De prent start op imponerende wijze met een collage van afkeurende blikken die Laurence Alia (Melvil Poupaud) in het vizier houden. Hij (of eigenlijk zij) is trots op haar transformatie. De man die vrouw werd loopt fier over straat, doch spreken de gezichten boekdelen. Zij verfoeien deze mens; het is een wezen dat ze niet in hun enge wereldje kunnen plaatsen, laat staan accepteren. In de handen van vele andere regisseurs zou zo'n verhaal tot een zeemzoeterige aanpak ontaarden, doch Dolan doet er zijn eigen mooie ding mee. Laurence Anyways is niet het zoveelste verhaal over een homo die door de maatschappij niet wordt begrepen, wel is het een bijna drie uur durend epos over een onmogelijke liefde. Laurence wil wel vrouw worden en optrekken met extravagante soortgenoten, doch zijn/haar onverwoestbare liefde voor echtgenote Frédérique (Suzanne Clément) is intact gebleven. Zij accepteert de keuze van haar man en ze wil zelfs voor hem door het vuur gaan, alleen werkt dat niet. De eens gelauwerde leraar wordt op aandringen van de ouderraad op staande voet ontslagen en stilletjes aan vertoeft Laurence in kunstenaarsmilieus. Zijn vrouw kijkt lijdzaam toe hoe haar geliefde van haar vervreemdt.
Als Dolan één fout heeft gemaakt dan is dat zonder de twijfel de lengte van de film. Drie uur is echt wel een heel lange filmtrip, alhoewel de cineast geregeld pauzes inlast. Als het verhaal wat te zwaar wordt dan kiest Dolan voor één of ander hip deuntje (van Duran Duran tot Céline Dion) dat hij als een videoclip in Dolan-formaat verwerkt. Het zijn net die momenten die Laurence Anyways bijzonder uniek maken; zo is de scène waarin The Funeral Party van The Cure uit de speakers knalt gewoon een cinematografisch orgasme. Beweren dat het allemaal nieuw is doen we niet, per slot van rekening deed Sofia Coppola net het zelfde in Marie Antoinette, maar het laat wel indruk na. De rollen worden subliem vertolkt door zowel Suzanne Clément als Melvil Poupaud. Dat is een meevaller, want mede door zijn eigen ego zijn de acteerprestaties altijd de zwakke schakel in zijn vorige films geweest.
Laurence Anyways schopt de kijker ook geen geweten. Dat is ook niet nodig, want ieder mens is de persoon die hij of zij is. Maar los daarvan is dat een goede zaak voor de prent zelf, want Dolan maakt van de travestie geen zielenpoot, maar ook geen held. Hij laat wel zijn protagonist in een bruin café verrot slaan, maar in de eerste plaats zien we een man (of vrouw) die van het leven geniet. De enige die overblijft is zijn echtgenote, want voor haar is er geen plaats in het extravagante wereldje van Laurence.
Na afloop had ik het gevoel dat ik het werk van een groot cineast heb bekeken. De manier waarop Dolan met zijn talent paradeert doet me bij momenten wel eens walgen, maar als cinemaliefhebber kan je niet anders dan toegeven dat God hem met een ijzersterk regietalent heeft gezegend. Laurence Anyways is fenomenale cinema. Je moet niet gek zijn van arthouse om ervan te houden, maar het helpt natuurlijk!
BEELD EN GELUID
Wie de vorige films van Dolan zag weet ondertussen maar al te goed dat deze Canadees graag met een uitbundig kleurenpalet uitpakt dat naar de jaren 60 refereert. Laurence Anyways is geen grijze film geworden, toch heeft Dolan zich in deze film wat ingehouden. Als je het louter technisch bekijkt dan is de transfer van deze film uitmuntend ofschoon Dolan voor het 1.33:1-beeldformaat kiest waardoor je uiteraard links en rechts met die vervelende zwarte banden zit. De geluidsband krijgt een goed evenwicht tussen de spetterende soundtrack (Depeche Mode, The Cure, Fever Ray, Kim Carnes, Visage,...) en de aangrijpende (soms moeilijke) dialogen.
EXTRA'S
Er staan geen extra's op dit schijfje.
CONCLUSIE
Laurence Anyways is de derde film van het bijna onuitstaanbare wonderkind van de hedendaagse homofilm. Dolan weet dat hij barst van het talent, maar gelukkige laat hij voor het eerst zijn ego thuis, waardoor dit travestiedrama puur filmgenot wordt. Het was misschien beter geweest mocht Dolan zijn epos wat minder lang hebben gemaakt, maar zelfs dat weerhoudt ons niet om Laurence Anyways als een meesterwerk te bestempelen.