Regie: Ryan Murphy
Met: Mark Ruffalo, Julia Roberts, Matt Bomer, Taylor Kitsch, Jim Parsons, Jonathan Groff, Frank De Julio, William DeMeritt, Joe Mantello, Sean Meehan
Ned besluit om een werkgroep op te richten om de homogemeenschap te informeren en druk uit te oefenen op politici met het oog op het losweken van subsidies voor onderzoek naar het virus dat aids veroorzaakt. Maar het enthousiasme van z’n medeleden is klein. Sommigen zijn nog niet uit de kast, anderen zijn bang om hun job te verliezen, de meesten vrezen dat Neds activisme de beleidsmakers alleen maar zal irriteren en dat steun uitblijft. Dus beproeft hij z’n geluk bij de New York Times waar hij kennis maakt met de jonge en aantrekkelijke Felix Turner, die regelmatig bijdragen schrijft over de leuke kanten van het gayleven, maar die niet geneigd is om ook over de nieuwe ziekte bij homo’s te schrijven. Voor het eerst in z’n leven wordt Ned evenwel verliefd en hij begint een relatie met Felix, niet wetend dat die al besmet is. Op z’n brief aan de New Yorkse burgemeester Koch krijgt Ned pas na 14 maanden een antwoord, maar die is alleen maar bereid om in het geheim 9.000 dollar ter beschikking te stellen. Ondertussen zijn een paar duizend mannen besmet, staat de dodenteller op meer dan 500 en komen er ook uit Europa berichten over sterfgevallen. Een telefoontje uit het Witte Huis lijkt een doorbraak in te luiden, maar de ambtenaar in kwestie wil alleen maar weten of je ook besmet kan raken door seksuele contacten met prostituees (!). Pas in 1985, vier jaar na de uitbraak van de ziekte en na meer dan 1100 sterfgevallen, gebruikt de Amerikaanse president Ronald Reagan voor het eerst het woord aids in een toespraak…
De bioscoopfilm Philadelphia (1993), de tv-serie Angels In America (2004) en de documentaire We Were Here (2011) moeten zowat de belangrijkste producties zijn over aids in de jaren tachtig. Nu is daar een nieuwe titel aan toegevoegd en opnieuw wordt de camera op de beginjaren gericht toen de ziekte zich tegen de snelheid van een epidemie in de Amerikaanse homogemeenschap verspreidde en noch de mannen, noch de politieke overheid geïnteresseerd waren terwijl iedereen in het milieu vrienden en kennissen zag verdwijnen en de nationale gezondheid wellicht in gevaar was. Vooral dat laatste is opmerkelijk, want omdat het om een virus ging, was het niet denkbeeldig dat de ziekte via prostitutie op een keer in het heterocircuit terecht zou komen. Dat het zo’n vaart niet heeft gelopen, dat kon men halfweg de jaren 80 niet weten, maar door niet in te grijpen heeft men wel heel grote risico’s genomen, want uiteindelijk zijn er ondertussen wereldwijd meer dan 36 miljoen mensen overleden en nog elke dag raken zo’n 6.000 mannen en vrouwen besmet, want de consequenties van de infectie zijn inmiddels goed onder controle te houden, de verspreiding van het virus nog helemaal niet.
Als je meer dan dertig later naar The Normal Heart kijkt, lijkt het soms allemaal een beetje ver gezocht, maar vergis u niet, de film is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Larry Kramer, die zijn verhaal en dat van mensen uit z’n onmiddellijk omgeving heeft opgetekend. Zijn personage wordt in de film gespeeld door Mark Ruffalo en die kiest voor een stille en intimistische aanpak waardoor zijn ferme uithalen later in de film zo veel beter tot hun recht komen. Want Ned Weeks, zoals Kramer in de film genoemd wordt, beseft al heel gauw dat de zachte aanpak – pamfletjes uitdelen, geld inzamelen – geen aarde aan de dijk zet. Door z’n agressieve optreden in aan aids gewijde debatten op televisie, komt hij in conflict met z’n medeoprichters van de hulporganisatie Gay Men’s Health Crisis, want zij gaan ervan uit dat de overheid op zeker moment steun zal verlenen en fondsen ter beschikking zal stellen voor onderzoek, en die willen ze niet mislopen wegens één grote bek. Maar de onvrede heeft ook te maken met het feit dat Ned de zienswijze van dr. Brookner bijtreedt, nl. dat homo’s (tijdelijk) moeten stoppen met seks of ten minste veilig moeten vrijen, en daar heeft de Amerikaanse gaygemeenschap geen oren naar. Maar Ned Week overleeft waar anderen bij bosjes voor de bijl gaan en Larry Kramer, ondertussen bijna 80, geldt ondertussen als een boegbeeld van de Amerikaanse homobeweging.