Regie: John Ridley
Met: Hayley Atwell, André Benjamin, Imogen Poots, Burn Gorman, Ruth Negga
Dat heeft hij minstens voor een deel te danken aan Linda Keith, de toenmalige vriendin van Keith Richards, die de jonge gitarist leerde kennen tijdens een tournee van de Rolling Stones in Amerika. Wat voor relatie ze met elkaar hadden is niet duidelijk, want de regisseur laat het allemaal een beetje blauw blauw, maar uit een boze reactie van de Rolling Stones-gitarist tegen z’n manager kan je als kijker wel opmaken dat er geroddeld werd en dat Keith Richard zich bedrogen voelde. Maar Linda Keith zag duidelijk het grote talent van de rockster in spe en ze stimuleerde Jimi Hendrix om z’n relatie met een plaatselijke r&b-band te verbreken en z’n eigen ding te doen. Dat ging helemaal niet van een leien dakje, want Hendrix had niet de ambitie en bovendien had hij geen geld om een gitaar te kopen (in de r&b-band speelde hij met de gitaar van de zanger). Uiteindelijk zou hij die stap toch zetten en Linda kon een aantal vakmensen overtuigen om naar een liveconcert van haar pupil te luisteren. Via die contacten komt Jimi Hendrix in Londen terecht, maar niet vooraleer hem is beloofd dat een ontmoeting met z’n grote idool Eric Clapton tot de mogelijkheden behoort.
De ontmoeting met Eric Clapton is één van de leukste anekdotes uit de hele film. Jimi’s manager slaagt erin om Eric Clapton te verleiden tot een jamsessie met de Amerikaan, maar na minder dan een minuut verdwijnt een verbolgen Clapton naar de kleedkamer, waar hij Jimi’s manager een paar minuten later verwijt dat hij hem niet had verteld ‘dat hij zó goed was’! En een al even leuke anekdote ontspint zich ter gelegenheid van een concert van Jimi Hendrix in het Saville Theatre in Camden. Hij heeft op dat moment een paar minder geapprecieerde optreden achter de rug en met het oog op de bevestiging van zijn uitnodiging voor het befaamde Amerikaanse Monterey Festival (California), wordt hem op het hart gedrukt om van het Saville-concert een succes te maken. In de bomvolle zaal zitten o.a. Paul McCartney en George Harrison met hun vriendinnen, wat de concertorganisaties (én Jimi Hendrix) niet ontgaan is. Een halfuur vóór het optreden stapt Hendrix de kleedkamer binnen en vertelt z’n bassist en drummer dat hij het eerste nummer wil brengen van een plaat die hij net heeft gekocht. De beide mannen verklaren hem gek, want de plaat ligt eigenlijk nog maar 2 dagen in de winkels! Even later maakt Jimi Hendrix een verrassende, maar indrukwekkende entree met Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Nadien krijgt hij een staande ovatie van Paul en George…
In Jimi, All Is By My Side leren we Jimi Hendrix kennen als een twijfelende adolescent, maar ook een beetje als een filosoof, want als z’n vriendinnetje Kathy op stap wil gaan om zich te amuseren, duikt hij weg in een comfortabele stoel met het recente album van Bob Dylan en een boek, en als hem in een BBC-interview wordt gevraagd of hij niet bang is van de concurrentie van The Who en Cream, antwoordt hij heel kalmpjes dat hij die beide bands niet als concurrenten ervaart, maar als muzikanten die net als hij het publiek willen vermaken. De streken en luimen van een rockster zijn hem vreemd. Hij is bedeesd en zachtmoedig en van drugs is nog maar nauwelijks sprake, al blijkt uit de eerdere boze reactie van Keith Richards dat Linda Keith al geruime tijd aan de drugs zat (en die dus wel zou delen met haar nieuwe vriendje)…
Vaak oogt Jimi, All Is By My Side als een documentaire wegens de kriskrasse structuur en het gebruik van handbewogen camera’s. Maar dat brengt ook vaart in de film, die met 114 minuten eigenlijk aan de lange kant is in functie van de korte periode die wordt gehighlight en die bij momenten ook een beetje aanvoelt als langdradig en naast de kwestie, mede omdat er heel veel – misschien wel té veel - aandacht wordt besteed aan de rol van Linda Keith en Kathy Etchingham in het leven van de rockster. Het gaat ten koste van informatie over de voortgang van Hendrix’ carrière en over de manier waarop hij verandert onder invloed van de nieuwe indrukken (de vreemde cultuur en omgeving waarin hij ondergedompeld wordt). Bij gevolg blijft het hoofdpersonage altijd een beetje op een afstand van de kijker en dat ondanks de zo goed als perfecte manier waarop André Benjamin zich in de rol van Jimi Hendrix heeft ingeleefd, want hij slaagt erin om af en toe wél een emotionele snaar te raken.
Ondanks onze reserves in verband met de beide vrouwelijk personages in de film, spelen Imogen Poots (Linda Keith) en Hayley Atwell (Kathy) de sterren van de hemel als resp. de jaloerse buitenstaander en de gekwelde minnares. Andrew Buckley is op zijn beurt onnavolgbaar als Jimi Hendrix’ manager Chas Chandler, die er meestal nauwelijks in slaagt om de muzikant te overtuigen van wat nodig is om van z’n carrière een succes te maken.