TUT
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2016-01-17
FILM
Farao Akhenaten (Silas Carson) is tot sterven gedoemd; zijn vijanden hebben hem vergiftigd, en als één van zijn laatste beleidsdaden laat hij de vertrouweling die hem het dodelijke gif heeft toegediend terechtstellen. Zijn laatste gedachte gaat uit naar zijn negenjarige zoon Tutankhamun (Kaizer Akhtar), hopende dat de jongen uit het goede hout gesneden is om hem op te volgen, en hij gebiedt hem om Ka, de zoon van de faraomoordenaar, te doden. Tegen zijn zin echter verleent de jongen hem genade, en gaat daarmee tegen de wens van zijn vader in om de bloedlijn van de moordenaar uit te vegen. Als kort daarop de farao overlijdt, neemt grootvizier Ay (Ben Kingsley) de honneurs waar totdat Tutankhamun (Avan Jogia) volwassen is. De jongen wordt verplicht om te trouwen met zijn eigen zuster, Ankhesenamun (Sibylla Deen), om "de bloedlijn zuiver te houden". Ka (Peter Gadiot) is opgegroeid als boezemvriend van Tut, maar houdt er een geheime relatie op na met de koningin-zuster, een feit waarvan Tutankhamun perfect op de hoogte is; liefde en politiek hou je echter best gescheiden. Hogepriester Amun (Alexander Siddig), die zijn inkomsten bedreigd ziet nu Tutanhamun zichzelf boven de goden van weleer plaatst, is de farao niet echt gunstig gezind. Vizier Ay geeft de farao de wijze raad mee dat hij niemand kan vertrouwen, ook hemzelf niet. Het lijstje van vertrouwelingen van Tut beperkt zich de facto nog tot de voormalige voetsoldaat Lagus (Iddo Goldberg), die zijn vertrouwen heeft gewonnen tijdens een spionagemissie bij de Mitanni.
De jonge farao krijgt al dadelijk af te rekenen met de oorlogszuchtige Mitanni, die het Egyptische rijk ten val willen brengen. Van Tuts generaal Horemheb (Nonso Anozie) is geweten dat hij de Mitanni het liefst tot de laatste man zou uitroeien, en ze niet alleen van het Egyptische grondgebied zou willen verdrijven, maar ook hun thuisland met de grond gelijk wil maken. Om de generaal in toom te houden, besluit Tut persoonlijk het leger aan te voeren, en hij raakt daarbij ernstig gewond. In Thebe doet het verhaal de ronde dat de farao dood is en Ankhesenamun maakt zich klaar om op aanstoken van Ay met Ka te trouwen. Tut herstelt echter intussen van zijn verwondingen door de goede zorgen van Suhad (Kylie Bunbury), een niet op haar mondje gevallen Mitanni-meisje dat hij bij zijn tochten incognito door de stad eerder had gered van een bende rabauwen. Als Tut naar Thebe terugkeert om orde op zaken te stellen en Ka als usurpator eigenhandig ter dood te brengen, neemt hij Suhad in zijn kielzog mee. Terwijl zijn kinderwens met Ankhesenamun uitdraait op de éne miskraam na de andere - van het begrip inteelt hadden ze in Egypte waarschijnlijk nog nooit gehoord - wordt Suhad wél zwanger van de farao, en Ankhesenamun voelt haar plaats aan het hof bedreigd door de nieuwkomer. Bovendien breekt ook nog eens de builenpest uit in Thebe, én staan koning Tushratta (Steve Toussaint) en zijn kroonprins Tis'ata (Dwane Walcott) voor de poorten van de stad met een leger dat vijf keer zo groot is als dat van de farao. Met vijanden binnen én buiten de paleismuren wordt het echter al snel bijltjesdag...
Farao Toetanchamon spreekt vooral tot de moderne verbeelding wegens het feit dat archeoloog Howard Carter in 1922 zijn nagenoeg ongeschonden graf ontdekte; vooral de aanwezige kunstschatten hebben een belangrijk element gevormd in de studie van de leefgewoonten van de Egyptische vorsten. De onopvallende, jong gestorven farao was zeker geen groots vorst. Hij werd vooral bekend omdat hij het polytheïsme, onder hetwelke zijn vader er een zooitje van had gemaakt, weer afschafte ten voordele van een monotheïsme waarin alleen nog de zonnegod Amon mocht aanbeden worden. Dat er tijdens zijn regering oorlog werd gevoerd met onder meer de Hittieten lijkt ook historisch correct, alsook het feit dat de man met een stok liep - het onderzoek van zijn mummie deed uitschijnen dat hij een klompvoet had.
Voor de rest is wat u in deze miniserie te zien krijgt qua historische correctheid
kut met peren (of moet ik zeggen
Tut met peren?). Wat niet wil zeggen dat de reeks
Tut - om de één of andere bizarre reden door Dutch FilmWorks hernoemd tot
King Tut - niet boeiend zou zijn. Het is aangenaam om te zien dat Ben Kingsley zijn acteercarrière opnieuw ernstig neemt nadat hij in
Iron Man 3 uitvoerig de clown heeft uitgehangen, dat de Canadase acteur Avan Jogia die de titelrol voor zijn rekening neemt, overloopt van charisma, en de Australische
Home And Away-actrice Sybilla Deen een aardig stukje
eye candy is. De reeks is echter iets te gepolijst; de acteurs lijken allemaal uit een reclamespot voor Club Med-vakanties te zijn weggelopen, het interieur van de Egyptische tempels komt recht uit de Ikea-catalogus, de flinterdunne intrige komt over als de flauwe versie van
The Borgias, het grafische geweld als de flauwe versie van
Spartacus en de incestueuze seksscènes als de flauwe versie van
Game Of Thrones. Aan de 'massale' (kuch kuch) vechtscènes te zien was het budget voor figuranten bovendien blijkbaar ontoereikend. Zender Spike had alleszins goede bedoelingen, en regisseur David Von Ancken, die een
household name is geworden met onder meer
Hell On Wheels, staat vooralsnog niet op de lijst van B-producties, maar er lijkt me onmiskenbaar te weinig voorbereiding (én geld) gestoken te zijn in de uitwerking van deze miniserie. Nochtans is
Tut behoorlijk amusant, het tempo ligt voldoende hoog om de kijker bij de les te houden Bovendien zijn de vechtscènes behoorlijk goed gechoreografeerd. Op een meer dan op dreef zijnde Ben Kingsley na blijven de karakters iets te ééndimensionaal, en Alexander Siddig bezondigt zich in de laatste aflevering behoorlijk aan
overacting. Toch vrees ik dat
Tut dezelfde relatieve obscuriteit beschoren zal zijn als het titelpersonage in de geschiedenis van Egypte.
BEELD EN GELUID
De dvd-versie kan zich meten met de
Blu-ray. Het beeld is weliswaar een stuk minder scherp, maar blijft meer dan voldoende gedetailleerd, én de beeldfout die de twintigste minuut van de tweede aflevering bezoedelde, is hier niet aanwezig. De Engelse Dolby Digital 5.1-track is vergelijkbaar, maar voor iemand met een geoefend oor zal in een vergelijkende test de PAL-speedup opvallen. Ook moet ik me voor de zoveelste keer weer eens kwaad maken over het feit dat de twee schijven op één spindle zitten.
EXTRA'S
I beg your pardon?
CONCLUSIE
Tut kan zijn ambities toch maar gedeeltelijk waarmaken: alle betrokkenen doen mateloos hun best, maar de sterren zullen niet juist gestaan hebben. De dvd is kwalitatief nagenoeg gelijkwaardig met de Blu-ray: de beeldkwaliteit is íets minder scherp.