Regie: diverse
Met: geen
Vanaf 1590 probeerden Nederlandse koopvaardijschepen Azië te bereiken, want in Nederland wisten ze inmiddels dat de Spaanse en Portugese handel met dat deel van de wereld flink wat geld in het laatje bracht. De tocht duurde evenwel lang (zo’n 15 maanden) en was niet zonder gevaar, want Portugezen en Spanjaarden lieten zich uiteraard de kaas niet van het brood eten. Bovendien hadden de zeevaarders af te rekenen met kapers, storm op zee en scheurbuik (wegens een vitamine C-tekort als gevolg van te weinig verse groenten) waardoor de bemanning vaak meer dan gehalveerd werd. Na een eerste succesvolle tocht, rustten diverse Nederlandse steden schepen uit voor de lange vaart, waarvan de Aziatische handelaren profiteerden en de winst van de Nederlandse handelaars daalde. In 1602 besloot de Staten-Generaal om de onderlinge concurrentie uit te schakelen door de zes grote handelssteden (Amsterdam, Enkhuizen, Hoorn, Rotterdam, Delft en Middelburg) tot samenwerking te dwingen. Op 20 maart 1602 werd in Den Haag de VOC (de Vereenigde Oost-Indische Compagnie) boven de doopvont gehouden, die met een privékapitaal van 300.000 gulden de strijd om de specerijenmarkten aanging met Spanje en Portugal. Dertig jaar later domineerden de Nederlandse koopvaardijschepen de wereldzeeën.
De VOC zou je de eerste multinational ter wereld kunnen noemen, want ze had honderden schepen ter beschikking en ruim dertigduizend man personeel in dienst. Maar de VOC was veel meer dan bijv. Shell of Microsoft, want volgens de oprichtingsakte mocht het bedrijf contracten afsluiten met vreemde mogendheden, over een eigen leger beschikken, forten en versterkingen bouwen en alles doen wat nodig was om haar belangen te verdedigen. Stel je voor dat Apple een eigen leger zou mogen uitbouwen en oorlog voeren tegen Rusland of China! De VOC was m.a.w. een staat in de staat en dat zulks tot problemen zou leiden stond in de sterren geschreven. Na een bloeiperiode van zeventig jaar (tot 1672) ebde de dominantie van de VOC langzaam weg en in 1799 werd het bedrijf opgeheven. De Compagnie was failliet.
Op VOC: De Gouden Eeuw heeft TDM Entertainment een aantal documentaires verzameld over het onderwerp (verspreid over 3 dvd’s), waarvan de meeste zijn gemaakt in 2002 ter gelegenheid van de 400ste herdenking van de oprichting van de Nederlandse handelsmaatschappij. Uitzondering is de documentaire De Handelmaatschappij die is overgenomen uit de prachtige serie De Gouden Eeuw (2012) van historicus en programmamaker Hans Goedkoop. Het geheel is een beetje een allegaartje van stijlen en werkwijzen, maar het is wel allemaal boeiend en zelfs zeer interessant, behalve dan misschien het live-verslag van de herdenkingsplechtigheid in Den Haag in aanwezigheid van koningin Beatrix in 2002, maar we kunnen ons voorstellen dat Nederlandse kijkers dat wél interessant vinden. Wij zijn in elk geval tot de allerlaatste seconde blijven kijken en we hebben heel wat geleerd over de VOC, een bedrijf dat trouwens kon rekenen op heel wat Vlaams investeringsgeld na de val van Antwerpen (1695) en de vlucht van tienduizenden Vlaamse protestanten naar het noorden.
De Handelsmaatschappij
In 40 minuten vat Hans Goedkoop de geschiedenis van de VOC samen, waarbij hij vooral veel aandacht heeft voor de minder fraaie kanten van het verhaal, nl. de uitroeiing van de bevolking op het eiland Banda in 1621 wegens het zgn. niet nakomen van de exclusiviteitsovereenkomst met de VOC in verband met de leveringen van muskaatnoot. Ook boeiend is zijn verhaal over de aandelen van de VOC. In Enkhuizen is er eentje teruggevonden met op de achterkant een opsomming van de jaarlijkse rentebetalingen door de Compagnie. Daaruit blijkt dat de opbrengst aanvankelijk laag was, want de VOC had heel veel onkosten (bouwen van schepen, forten, versterkingen, etc.), en dat de meeste bezitters pas na ruim dertig jaar goed gingen verdienen aan hun investering. Revolutionair voor die tijd was ook het feit dat de aandelen konden worden doorverkocht (waardoor de VOC over het globale geïnvesteerde kapitaal bleef beschikken). Het principe was eerder op de Beurs van Antwerpen in zwang gekomen en vond via protestante emigranten zijn weg naar Amsterdam.
Corruptie
De regelgeving was streng en de straffen waren zwaar, maar uiteindelijk ontkwam ook de VOC niet aan corruptie. Persoonlijke handeltjes werden oogluikend toegestaan en iedereen van hoog tot laag deed eraan mee, maar in de 18de eeuw liep het werkelijk de spuigaten uit, want in de Hollandse handelaars- en middenklasse was het inmiddels bon ton om z’n fortuyn in de Oost te maken. Via aanbevelingsbrieven werden familieleden naar hoge functies in de kolonie geprojecteerd, maar trouwen met de dochter van een rijke Nederlander in Batavia (Jakarta) hielp natuurlijk ook. Sjoemelen met gewichten, bemiddelen tussen VOC en de koffiefabrikanten en er een vet bemiddelingsloon aan overhouden, het was schering en inslag.
Viering 400 Jaar VOC
In 2002 werd heel veel aandacht besteed van de oprichting van de VOC in 1602. In Den Haag werd een speciale viering georganiseerd in aanwezigheid van koningin Beatrix en hoogwaardigheidsbekleders uit binnen- en buitenland (o.a. de ambassadeurs van de voormalige koloniën). Indonesië stuurde z’n kat, want in Jakarta vond het men het niet opportuun om de wandaden van de VOC te vieren. De Indonesische minister van buitenlandse zaken sprak in Den Haag dan ook in eigen naam.
Willem Cornelisz Schouten was uit heel ander hout gesneden. Hij was een ontdekkingsreiziger in het begin van de 17de eeuw. Informatie over het schip waarmee hij z’n laatste reis maakte is teruggevonden op een onbewoond eiland in de buurt van Madagaskar, maar Nederland heeft hij uiteindelijk niet meer bereikt.
Thijs Hinlopen is boekhouder van de VOC in Batavia. Anno 1672 ontvangt hij er brieven van zijn broer Otto uit Hoorn die hem op het hart drukt om vooral niet terug te keren naar Holland omdat er oorlog en hongersnood heerst als gevolg van de oorlog met Engeland. Otto komt zelf in moeilijkheden als de gebroeders De Witt in augustus door een volksmeute worden gelyncht en de Prins van Oranje de macht grijpt. Maar ondertussen hebben ze in Hoorn nog altijd de Otto-brug, wat betekent dat de brave man het heeft overleefd en het nog ver gebracht heeft ook…
Na een faillissement moet Johan Blijeck zich uit de voeten maken. Hij laat z’n vrouw en kinderen bij z’n stiefvader in Den Haag achter en verkast naar Batavia. In haar brieven beklaagt Liesbeth Blijeck (spreek uit: bliek) zich over de manier waarop zij en de kinderen door haar stiefschoonvader worden behandeld en uiteindelijk zal ze verhuizen. Wegens de oorlog met Engeland kan ze de lange boottocht naar Batavia niet aanvatten. Het is wachten op een gunstige wending van het lot…