Regie: Antonia Bird, Gillies MacKinnon
Met: David Ryall, Maxine Peake, John Simm, Charlie Murphy, Emily Beecham, Rupert Evans, Augustus Prew, Juliet Stevenson, Annabelle Apsion, Anthony Flanagan, Aisnley Howard
Het uitgangspunt van de makers was nochtans uniek, want The Village is niet gebaseerd op één of ander literair werk, maar op gesprekken met mensen die in die periode hebben geleefd, waaronder negentigplussers die het ondertussen niet meer kunnen navertellen. We kijken naar het leven in een rustige dorpje in het zgn. Peak District (ten oosten van Liverpool, tussen Manchester, Sheffield en Stoke-on-Trent) door de ogen van de tienjarige Bert Middleton, die als 94-jarige de zes afleveringen van seizoen 1 inleidt met een anekdote uit z’n jeugd. Hij laat het verhaal beginnen in 1914, precies op de dag dat Engeland in de Eerste Wereldoorlog stapt. In het dorp zal men zich die dag nog vele jaren lang herinneren wegens de komst van de eerste autobus die niet alleen de actieradius van de dorpelingen in de toekomst zal verwijden, maar de jongens uit het dorp binnen zeer korte tijd zal wegvoeren naar verre oorlogsfronten waarvan ze in vele gevallen niet terugkeren…
Bert woont met z’n oudere broer Joe op een boerderij buiten het dorp. De familie heeft het niet breed, want Berts vader Joe zit liever in de plaatselijke pub dan op z’n tarweveld, waardoor hij door de boeren uit de ruime omgeving met de nek wordt aangekeken. Thuis gedraagt hij zich als een tiran: z’n vrouw Grace krijgt regelmatig klappen, Bert en Joe moeten hun maaltijden rechtstaand naar binnen werken. Vooral Joe heeft het er moeilijk mee en hij zal zich dan ook zo gauw mogelijk aanmelden als vrijwilliger in het Engelse leger. Z’n moeder – inmiddels zwanger van een dochtertje - neemt een baantje aan in de plaatselijke schoenfabriek, want van wat haar echtgenoot verdient kan het gezin niet overleven. Bovendien wordt de tarweoogst vernield door meeldauw (een schimmelaantasting) en moet John op zoek naar een nieuwe toekomst voor z’n boerderij.
Ondertussen maken we ook kennis met de elite van het dorp: de dominee en z’n zeer gelovige dochter, maar vooral de leden van de rijke familie Allingham, die de economie van het dorp in handen heeft en wier oudste zoon Rupert een zitje heeft in het Londense parlement, waarmee de upstairs/downstairs-verhoudingen in de serie doordringen, maar dat is wellicht onvermijdelijk in een Britse serie, want dat is nu eenmaal eeuwenlang de structuur van die klassenmaatschappij geweest. Maar op die manier komt The Village uiteraard weer in het vaarwater van Downton Abbey terecht, en dat is misschien niet zo’n goede keuze. Ook discutabel is de keuze om het verhaal vanuit het standpunt van de tienjarige Bert te vertellen, want zodoende krijgt de serie een hoog Charles Dickens- en David Copperfield-gehalte en is er eerder sprake van een anekdotische aanpak, waardoor elke vergelijking met Heimat op voorhand tenietgedaan wordt.
Dat neemt niet weg dat de verhaallijnen in The Village interessant, aantrekkelijk en bij momenten spannend zijn, maar nooit heb je het gevoel dat wat verteld wordt kenmerkend zou zijn voor het leven op het Engelse platteland in de bewuste periode. Daarvoor zijn de personages te weinig iconisch, op uitzondering misschien van Grace, Berts moeder, op een formidabele manier gestalte geven door Maxine Peake (The Theory Of Everything, 2014), en de rijke weduwe Allingham (Juliet Stevenson, The Hour, 2011), al is het onduidelijk welke rol de makers voor het personage in petto hebben. De jonge Bill Jones (Bert Middleton) levert een uitstekende prestatie, net zoals Nico Mirallegro (als zijn oudere broer Joe), die u eerder aan het werk kon zien in Upstairs Downstairs (2010-2012) en die de psychische schade van teruggekeerde soldaten uit WOI op een uitstekende manier zichtbaar maakt. Het is zondermeer de sterkste verhaallijn uit dit eerste seizoen.