Regie: Alejandro Jodorowsky
Met: Adan Jodoroswky, Brontis Jodorowsky, Leandro Taub, Pamela Flores, Alejandro Jodorowsky, Jeremias Herskovits, Julia Avendaño, Bastían Bodenhöfer
De ondertussen 88-jarige Alejandro Jodorowsky leidt de film zelf in terwijl de straat in Tocopilla (Noordoosten van Chili) waar z’n ouders een winkel hadden, achter z’n rug met een kleurloos zeil wordt bekleed alsof het om decorstukken in een theater gaat. In die grauwgrijze omgeving maken we kennis met de tiener Alejandro in de zaak van zijn vader. Hij moet er vooral op dieven letten, ze als straf flink schoppen om ze nadien de winkel uit te gooien. Een jonge dievegge wordt door vader Jodorowsky de kleren van het lijf gerukt en poedelnaakt in de drukke winkelstraat achtergelaten als waarschuwing voor wie haar voorbeeld zou willen volgen. Zijn zoon vindt het een vernederende voorstelling en besluit dat hij niets met de zaak van zijn vader te maken wil hebben. Hij vindt een bundel van de Spaanse dichter García Lorca en besluit dat hij dichter wil worden… Daar is vader Jodorowsky het evenwel niet mee eens. Hij wil dat Alejandro arts wordt. Dichters, acteurs en schrijver zijn allemaal homo’s, zegt hij op luidruchtige toon, ik wil geen homo in huis! Dus blijft er Alejandro maar één oplossing: het huis verlaten, niet omdat hij anders zou zijn, maar omdat hij nu vastbesloten is om tot het dichtersgilde toe te treden. Tijdens een bezoek aan z’n oma hakt hij in haar tuin letterlijk de stamboom van de Jodorowsky’s om en neemt nog diezelfde dag z’n intrek bij twee zusjes (een beeldhouwster en een elf-achtig danseresje) die een kunstenaarscommune runnen.
De resterende 90 minuten van de film zie je een opeenvolging van zeer diverse scènes uit het leven van de jonge dichter na het verlaten van het ouderlijke huis. In de commune wordt hem aanbevolen om een muze te zoeken en die vindt hij in Café Iris, een drankgelegenheid waar de klanten liggen te slapen op de tafeltjes en bejaarde kelners als houterige lijkkistdragers voor de bediening zorgen. Ze heet Stella, ze is mollig, roodharig, agressief én dichteres van beroep. Voor Alejandro is het liefde op het eerste gezicht, maar de relatie heeft beperkingen: Stella wil maagd blijven tot ze de man uit haar dromen tegen het lijf loopt (hij zou uit de hemel nederdalen…) en dus kan er geen sprake zijn van penetraties. Maar zoals dat vaak gaat komt de ontnuchtering eerder dan verwacht, in dit geval na het bezoek aan wat een homobar blijkt te zijn, waar de aantrekkelijke Alejandro ternauwernood ontsnapt aan een groepsverkrachting en Stella naar zijn gevoel veel te laat ingrijpt. Exit Stella, want na een relatiepauze van 40 dagen beseft Alejandro dat hij niet meer is dan een spiegel voor de dichteres en zelf te weinig overhoudt. Veel beter is een scène met André Breton en diens blonde vriendinnetje op het moment dat de Fransman besluit om terug te keren naar zijn geboorteland. Alejandro heeft van beiden een poppenkastfiguurtje gemaakt en het wat trieste en definitieve afscheid tussen de geliefden wordt door de jonge dichter met de poppetjes afgewikkeld. Heel aantrekkelijk en grappig. Een andere heel grappige scènes is die waarin Alejandro en z’n nieuwe vriend Enrique (de Chileens dichter Enrique Lihn) besluiten om samen een hele tijd rechtdoor te lopen, wat betekent dat ze op een keer over een vrachtwagen moeten klauteren en over het bed van een bejaarde vrouw moeten stappen om het plan tot een goed einde te brengen. Andere scènes – in het huis van de Engels kaartlezeres – zijn minder interessant en wellicht vooral bedoeld om te choqueren, want op een bed in de achtergrond ligt een jong mannelijk medium met een stijve penis...
Het is moeilijk om een compleet overzicht te geven van deze meer dan 2 uur durende film, want regisseur Alejandro Jodorowky stopt de productie vol met ontelbare kleine en grotere verhaaltjes die – hoe surrealistisch, ontregeld of absurd ze ook mogen zijn - allemaal betrekking hebben op zijn eigen leven tot het moment dat hij zelf besluit om definitief – en in navolging van André Breton - naar Parijs te verhuizen. Niet alle scènes zijn even sterk en sommige zullen u wellicht irriteren, maar uiteindelijk is Poesía Sin Fin niet alleen een zeer aantrekkelijk en onderhoudend spektakel, maar vooral ook een zeer creatief project waarin Alejandro Jodorowsky zeer origineel en inventief te werk gaat en scènes tevoorschijn tovert waarvan je als kijker stil wordt.
In de eindscène komt de regisseur zelf nog één keer tussenbeide om Alejandro met zijn vader te verzoenen voor de boot van wal steekt richting Europa. In werkelijkheid zien we in deze scène de 88-jarige Alejandro Jodorowsky met zijn oudste zoon Brontis (in de rol van zijn grootvader Jaime Jodorowsky) en diens jongere broer Adan (in de rol van de jonge Alejandro Jodorowsky). Alejandro Jodorowsky is een wonderbaarlijke filmmaker!