Regie: Martijn Nijboer
Met: Ernst Jansz, Henny Vrienten, Jan Hendriks
Dankzij het succes van het tweede album Skunk kan Doe Maar een tijdje aan de gang blijven: de concerten worden goed bijgewoond en de zalen worden elke keer een tikkeltje groter. Ondertussen wordt koortsachtig aan een vervolgalbum gewerkt waarvan heel veel wordt verwacht, maar Doris Day en Andere Stukken (1982) katapulteert Doe Maar tegen ieders verwachtingen in naar de absolute top: het album gaat in april 1982 in geen tijd naar nummer 1 in de Nederlandse Top 100 en de singles Doris Day en Is dit Alles hebben zelfs geen alarmschijfstatus nodig om de singles top 10 te bereiken. Met De Bom en Pa (allebei nummer 1) breekt de hel pas goed los en is er sprake van een echte Doe Maar-mania (naar Beatlemania), die ook Vlaanderen in z’n greep krijgt: Doe Maar is in geen tijd de grootste boysband in de lage landen geworden. Maar het hoogtepunt is tevens het begin van het einde, want geen enkele popgroep is voor lange tijd bestand tegen de immense druk van hysterische massa’s. Als Henny Vrienten vaststelt dat het publiek op vier jaar tijd van 15- en 16-jarigen verschoven is naar 11- en 12-jarigen en dat er tijdens hun concerten zelfs kinderen van zes ‘Je Loopt je Lul Achterna’ staan mee te brullen, is de maat vol en zoekt hij een uitweg. De enige uitweg blijkt het einde van Doe Maar te zijn. Het doek valt definitief na de singles 1 Nacht Alleen (uit het album 4us, 1983) en Macho (1984).
28 jaar na Doe Maar geven Henny Vrienten, Ernst Jansz en Jan Hendriks toestemming om een documentaire te maken over de roemruchte geschiedenis van hun razend populaire popband en hun korte Glad Ijs Tour (2013) blijkt het geschikte moment om oud en nieuw materiaal met elkaar te combineren. Patrick Lodiers (idee & interviews) en Martijn Nijboer (regie) vergezellen de groepsleden op hun concerten door het land en reconstrueren aan de hand van vergeelde footage en recente gesprekken 4 jaar Doe Maar (1980-1984). De oude wonden zijn dichtgeschroeid en wat blijft zijn de goede herinneringen, doch de bittere smaak van de laatste Doe Maar-periode is niet bewust weggemoffeld. Dat hoeft ook niet, want de kleine misverstanden, de eventuele rancune en de creatieve onenigheid tijdens de eindfase zijn evenveel belangrijke momenten in het bestaan van een popgroep als die van twijfel (beginfase) of van zoete roes (succesperiode). En daarover wordt tijdens de lange ritten op weg naar het volgende concert van gedachten gewisseld, met af en toe een schot voor de boeg en zelfs een verklaring waarom of waarom net niet, en het doet deugd om drie uit elkaar gegroeide mensen weer samen te zien zitten om misschien voor de allerlaatste keer het traject van toen met elkaar af te wandelen.
Je hoeft niet van Doe Maar te houden om heel gauw tot de conclusie te komen dat Patrick Lodiers en Martijn Nijboer de perfecte manier hebben gevonden om van deze documentaire een interessante belevenis te maken voor de fans van toen (nu minstens allemaal veertigers), maar evenzeer voor wie er uiteindelijk toch het fijne van wil weten of voor wie zich afvraagt wat mama en papa destijds in Doe Maar zagen. Dat effect bereiken de makers via een evenwichtige mix van informatie en humor, van oude live-opnames en boeiende interviews met drie mannen die 30 jaar ouder zijn geworden, maar in wie het vuur nog altijd brandt. Ernst Jansz heeft uit de ervaring geleerd. Hij was het destijds niet altijd eens met de aanpak van Henny Vrienten, vitte op diens gedurfde teksten, vond dat z’n eigen materiaal niet genoeg aan bod kwam, maar hij beseft dat z’n maat niet alleen de vinger aan de pols had, maar ook bijna op z’n eentje Doe Maar op de kaart zette. Dat z’n leuk in het oor liggende compositie Belle Hélène niet als tweede single de markt op mocht, hij heeft het Vrienten nooit echt vergeven, maar z’n wraak is zoet, want in de Top 2000 van het Nederlandse Radio 2 kwam het nummer eind 2013 als hoogst genoteerde Doe Maar-hit uit de bus na Vrientens Sinds 1 Dag of 2 (32 Jaar)!
Maar zonder Henny Vienten was Doe Maar beslist nooit uitgegroeid tot een monstersucces. Dat zal zelfs Jansz toe moeten geven, want de grootste Doe Maar-hits vloeiden uiteindelijk uit diens pen, al zijn Jansz composities Heroïne en Nederwiet sterke nummers die met absolute zekerheid bijgedragen hebben aan het rebelse imago van Doe Maar. Doch Vrienten begreep beter dan z’n kompanen dat een popgroep meer is dan een handvol sterke liedjes. The Beatles zijn er het bewijs voor, maar ook David Bowie en uiteraard was ABBA nooit zo ver geraakt zonder de visuele perfectie van Agnetha en Anni-Frid. Tussen Doe Maar van Ik Zou het Willen Doen en die van Sinds 1 Dag of 2 (32 Jaar) ligt niet alleen muzikaal een wereld van verschil, met de frisse aanpak en de uitdagende look wist Vrienten de aandacht van het jonge volkje te trekken en vanaf dan was het nog maar een kwestie van talent om het verschil te maken.
In de documentaire Doe Maar – Dit Is Alles, doen de makers het hele verhaal van Doe Maar, vanaf de onsamenhangende beginperiode tot en met de aankondiging dat de groep op zou houden te bestaan, waarmee Vrienten en co. uiteraard duizenden Nederlandse en Vlaamse meisjesharten braken. Tussen de recente interviews zijn fragmenten gemonteerd van oude optredens in tv-programma’s, liveregistraties en de bandleden lopen nog een laatste keer door de Johnny Hoes-studio in Weert waar ze destijds hun opnamen maakten, terwijl Vrienten de plek toont waar toen z’n kleine huisje stond, nu omgetoverd tot een moderne woonwijk en een parkeerterrein. Voor even keert de oude sfeer van camaraderie terug en dat geeft aanleiding tot grappige momenten en vermakelijke conversaties over de hysterische massa’s en de stalking (waarvan vooral Ernst Jansz thuis veel last had). Ook de onderlinge irritatie tijdens de laatste opnamesessies en het feit dat de bandleden uit elkaar waren gegroeid, komt ter sprake. Dat uiteindelijk Henny Vrienten het voorstel over het opdoeken van Doe Maar op tafel legde (waarmee iedereen opgelucht instemde), zal niemand verbazen, want het ei was gelegd en nieuwe uitdagingen wenkten.