Regie: Daniel Dencik
Met: Per Bak Jensen, Jonas Bergsoe, Bo Elberling, Jens Fog Jensen, Jeppe Mohl, Morten Rasch, Daniel Richter, Tal Rosenzweig, Minik Rosing, Katrine Worsaae
De opwarming als gevolg van de industriële productie en het massaal verbranden van fossiele brandstoffen heeft evenwel verrassende gevolgen: de ijskappen smelten tegen een alarmerend tempo en gebieden die honderdduizenden jaren onder het ijs lagen, worden voor het eerst blootgesteld aan het zonlicht. Sommige fjorden in het noordoosten van Groenland zijn nu al ’s zomers zo goed als helemaal ijsvrij en gezien ze nog niet door de mens zijn bezoedeld, kunnen wetenschappers er ongestoord onderzoek doen naar de samenstelling van de bodem, de geologische evolutie van het gebied, het spaarzame leven in zee en op het land en de gevolgen van de klimaatverandering. In Denemarken laten ze die kans niet liggen en wordt een expeditie naar het gebied op poten gezet. Kapitein Jonas Bergsoe, geoloog Minik Rosing en kunstenaar Per Kirkeby maken de reis naar de ijswereld van Groenland in het gezelschap van een archeoloog, een zoöloog, een zeebioloog, een beroepsfotograaf en een kunstenaar. Met een authentieke driemaster varen ze in eerste instantie tot pal tegen het gletsjerijs, want ook al is dat in de voorbije decennia flink gekrompen, toch biedt het een unieke aanblik en lopen de emoties bij de bemanning hoog op: deze torenhoge en krakende ijsmassa is de ultieme grens, het einde van de wereld.
De ontmoeting met een ijsbeer staat hoog op het verlanglijstje van de deelnemers, maar als ze hun kleine motorbootjes aan land trekken zijn ze voorzichtig en gewapend want één van de crewleden is tijdens een vorige reis naar het Noordpoolgebied aangevallen en in benen en handen gebeten. Wellicht sterven ze uit, zegt bioloog Jeppe Mohl, want als er geen ijs is, zijn er ook geen zeehonden en die zijn het geliefkoosde kostje van de ijsbeer. Een paar dagen later zien ze hoe een ijsbeer een schuilhut besluipt en in geen tijd de deur inbeukt en het interieur sloopt. Gelukkig hebben onze artiesten hier uiteindelijk niet overnacht!, lacht de kapitein, ze hadden het niet overleefd. Na een paar lichtkogels in de richting van de schuilhut, druipt de ijsbeer af, maar het bouwsel is zo goed als verwoest. Ondertussen heeft archeoloog Jens Fog Jensen bewerkte steenscherven gevonden en in een cirkel neergelegde keien, wat wijst op menselijke activiteit in de omgeving. Maar dat is lang geleden, zegt hij, wellicht zijn ze vertrokken toen het klimaat veranderde. Tijdens de vaart langs het ijs proberen de zeebioloog en haar collega zalm te vangen en laten ze een net zo’n 100 meter diep in het zeewater zakken in de hoop nieuwe vissoorten te vinden. Maar hun eerste poging is een fiasco: het net is leeg.
Nieuwsgierig verkennen de wetenschappers het prachtige landschap waarbij de oh’s en ah’s niet van de lucht zijn. Er worden grapjes gemaakt en er wordt vaak gelachen, maar dat neemt niet weg dat er ook heel vaak heel ernstig gewerkt wordt en ’s avonds als de zon achter de nauwelijks besneeuwde heuvelruggen verdwijnt maken de dagelijkse beslommeringen plaats voor introspectie en grote gevoelens die vooral de kunstenaars in het gezelschap aanzetten om te filosoferen over de zin van het bestaan en het einde van de beschaving zoals wij die kennen. Niet iedereen zit op dezelfde golflengte en sommigen blijven ook bij dit onwaarschijnlijk mooie tafereel nuchter en zakelijk. Ik ben niet bezig met de klimaatverandering, zegt geochemist Bo Elberling. Ik bestudeer ze en trek conclusies. We zijn zo nietig, we zijn eigenlijk niets en de planeet overleeft het allemaal wel, want kilometers onder de grond zitten de levensvormen die het straks van ons overnemen. De artiesten denken daar anders over, maar zij leven dan ook in een andere wereld. Zij maken notities in kleine boekjes, tekenen bizarre levensdriehoeken om wat ze ervaren onder controle te krijgen terwijl hun wetenschappelijke collega’s hun doen en laten met veel goodwill bekijken en evalueren. Aan tafel gaan de discussies voort, maar het blijft altijd gemoedelijk en vriendelijk, want niemand had dit willen missen en iedereen heeft het recht om de dingen op z’n eigen manier te interpreteren.
Regisseur Daniel Dencik was in een vorig leven filmmonteur van o.a. Into Eternity (2010) en van Lars von Triers The Five Obstructions (2003). Met Expedition To The End Of The World treedt hij voor het eerst voor het voetlicht als filmmaker en een beter onderwerp had hij niet kunnen kiezen, want alleen al de pracht van het getoonde materiaal maakt van deze documentaire een ontroerende kijkervaring. Het enthousiasme van de bemanning en de spanning wegens de onbekendheid met het terrein en de kans op gevaarlijke confrontaties met ijsberen doen de rest. Dat het niet al goud is wat blinkt blijkt uit een scène in een nauwe en ondiepe Groenlandse fjord waar de bemanning geconfronteerd wordt met een boot die daar om heel andere redenen aanwezig is, nl. de zoektocht naar aardolie, want uiteraard biedt de toegankelijkheid van het gebied ook kansen aan mensen die snel geld willen verdienen. Het drukt op de goede sfeer aan boord, maar de wetenschappers zijn realistisch: zo zit de wereld ineen…
Engels / Deens Dolby Digital 5.1
Engels / Deens Dolby Surround 2.0