FILM
Lightning McQueen's (Owen Wilson) beste vriend, de sleeptruck Mater (Larry The Cable Guy) is om het beleefd uit te drukken niet de schranderste van het klasje. Hij laat zich dan ook makkelijk provoceren door de raceauto Francesco Bernouilli (John Turturro) opdat McQueen deel zou nemen aan een uit drie races bestaande competitie, ingericht door de avontuurlijke reisauto Miles Axlerod (Eddie Izzard), die met de publiciteit zijn groene brandstof Allinol wil promoten. Mater gedraagt zich echter als een olifant in een porseleinwinkel en trekt op de eerste race in Tokio daardoor ongewild de aandacht van de Britse spion Finn McMissile (Michael Caine) en zijn assistente Holley Shiftwell (Emily Mortimer), die zijn geklungel verkeerdelijk aanzien als een bijzonder goed geslaagde camouflageoefening. Mater denkt dat hij een afspraakje met Shiftwell heeft versierd, en door zijn toedoen verliest McQueen de race. Mater trekt zich terug uit de organisatie van de race, maar hij wordt gerekruteerd door de spionnen om de plannen van een bende impopulaire auto's te dwarsbomen, die de race willen herschapen tot een autokerkhof.
Nogal wat Disney-waarnemers beschouwen
Cars als één van de minder geslaagde creaties van Pixar, alhoewel de speelgoedmerchandising rond de antropomorfe autootjes immense vormen heeft aangenomen. Op de toonaangevende reviewsite
rottentomatoes.com is het de enige Pixar die onder de 90 % scoort, wat niet betekent dat de film ondermaats is, maar toch dat die niet helemaal kan tippen aan de superieure kwaliteit van de meeste films van de geacclameerde tekenfilmstudio. Na de artistiek zeer goed onthaalde sequel
Toy Story 3 waren de verwachtingen wellicht onrealistisch hoog gelegd, en deze pastiche van de James Bond-films, waarin onder meer de topspion van de Britse
Intelligence wordt geïncarneerd door een Aston Martin, heeft beslist wat minder diepgang, en voelt meer aan als een serie slapsticknummertjes dan een werkstuk met karakterontwikkeling. De makers nemen bovendien een risico door Owen Wilson naar het achterplan te verschuiven en Larry The Cable Guy als protagonist te presenteren. De man vervult zijn rol weliswaar naar behoren, maar zijn grappen belanden toch vroeg of laat allemaal in hetzelfde straatje: we wéten intussen allemaal wel dat Mater eerder kwalificeert voor de Darwin Awards dan voor de Nobelprijs. Kwatongen beweren dat zijn populariteit bij het filmminnend publiek ongeveer even hoge toppen scheert als die van Jar Jar Binks in
Star Wars Epsiode I. Maar die werd tenminste na één film bedankt voor bewezen diensten.
De sterkte van de meeste Pixar-films is de redelijk eenvoudige plot, en daar kan deze film zich niet op beroepen, met twee of drie subplots die redelijk door elkaar lopen. Verder lijkt het alsof Pixar spijtig genoeg afstapt van het bloed-en geweldloze entertainment waarin films als
Ratatouille groot zijn geworden: er wordt verdraaid méér geschoten in deze film dan in een gemiddeld Stallone-vehikel. Aan een dubbele moraliserende boodschap is er nochtans geen gebrek: dat je vrienden moet nemen zoals ze zijn, met al hun gebreken erbij, wordt er voldoende ingeramd, en qua propaganda voor "milieuvriendelijke benzine" - en dit nota bene voor een film waarin een autorace het scenario domineert - probeert John Lasseter zelfs, om het bij racetermen te houden, Andrew Stanton's
Wall-E voorbij te steken. Voor wie voorbij het moraliserende vingergezwaai kan kijken, blijft er gelukkig nog een aardige prent over zonder echt momenten waarin het tempo inzakt, met een paar zeer goed getimede grappen en leuke woordspelingen ("
Finn McMissile. British Intelligence. - Tow Mater. Average Intelligence"), die echter in de vertaling compleet zoek raken. Alle glitter en glamour die de film omringt zijn echter grotendeels veroorzaakt door de fantastische technische prestatie, want er zit waarschijnlijk méér hart (én lever) in een frituursnack dan in het scenario van deze film. Lasseter heeft ooit beweerd, in reactie tegen die crapqueldiarree die de Disneystudio's enkele jaren teisterde, dat hij enkel sequelfilms zou maken die minstens een even interessant scenario zouden hebben dan de originele film. De sequels van
Toy Story voldoen beide moeiteloos aan dit criterium, en het is te hopen dat ook
Monsters Academy, de op stapel staande prequel van
Monsters Inc., mijn persoonlijke favoriet uit de Pixarstal, de verwachtingen kan inlossen, maar voor de
Cars-sequel was blijkbaar de
e-nor-ru-me merchandisingmachine een doorslaggevender argument. We houden ons hart vast voor wat
Brave, de volgende
first-time film, ons gaat brengen, want alhoewel Pixar nog steeds de kampioenen van de animatiefilm zijn, hebben ze voor de eerste keer getoond dat ze niet onkwetsbaar zijn. Het is tijd voor herbronning.
BEELD EN GELUID
De Blu-raypresentatie heeft een goede beeldkwaliteit, met als uitschuiver de eerste scène op het boorplatform, waarin hier en daar ghosting het beeld plaagt en het niveau van zwart niet altijd even inktig is. Daarna, vanaf dat de actie naar Tokio verschuift, wordt het beeld mooier, en is de aflijning van de kleuren gelukkig opnieuw scherp. Het beeld is rijk gedetailleerd, waarbij de deuken in de carrosserie van Mater erg schrep afgelijnd zijn, en er in McQueens koetswerk zelfs reflectie is te zien wanneer hij net gesimoniseerd is. Onder meer wanneer er in Italië geracet wordt, ziet de kolkende meningte autootjes die van de zijlijn staan te supporteren, er behoorlijk indrukwekkend uit. En voor de afzichtelijk lelijke, veel te grote gele ondertiteling zullen we speciaal nog een half punt extra aftrekken. De originele Engelse geluidstrack is vreemd genoeg zowel in een DTS-ES 5.1-versie als in een DTS-HD MA 7.1-versie terug te vinden, wat een beetje
overkill lijkt. Wat de kwaliteit betreft: wat verwacht u feitelijk van een film waarin autoracen centraal staat? Als u aan geweldige uitbarstingen van audiogeweld denkt, zit u in de juiste richting. De atmosfeer die wordt geschapen is bewonderenswaardig en soms ook subtiel: een essentiële plotwending waarbij McQueen meent Mater te herkennen tijdens een opstootje aan de dranghekken van het racecircuit is bijvoorbeeld voorbeelding qua richting en dosering.
EXTRA'S
Na
Pirates Of The Caribbean 4 en
The Lion King is dit de derde zware uitschuiver van Disney op een paar maanden tijd. Naast een redelijk breedspectraal audiocommentaartrack van regisseurs John Lasseter en Brad Lewis, krijgen we de klassieke Pixar short, ditmaal
Hawaii vacation (5:53), een filmpje met de hoofdrolspelers uit
Toy Story, en een nieuwe short,
Air Mater (5:25), helemaal in dezelfde stijl als de collectie
Mater's Tall Tales. Al het substantiële materiaal is echter alleen terug te vinden op een uitgebreidere USA-boxset met alle films (nog eens) in een niet echt goedkoop te noemen 3D Blu-ray-set, wat u tot een meervoudige aankoop verplicht. Om het met de titel van een Nederlandse comedyreeks te stellen:
laat maar zitten!
CONCLUSIE
Cars 2 is amusant en pret gegarandeerd, maar mist die dualiteit waardoor zowel volwassenen als kinderen iets uit de film kunnen halen. Veel van de grappen draaien om Maters onhandigheid en de catastrofen die daaruit volgen, en dat wordt op de door vermoeiend. Technisch is de disk oké op een paar akkefietjes na, en het ontbreken van het bonusmateriaal is schandalig.