CARL SAGAN - COSMOS - A PERSONAL VOYAGE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-07-12
DOCUMENTAIRESERIE
In dertien documentaires van 60 minuten voert de Amerikaanse astronoom, astrofysicus en kosmoloog Carl Sagan (1934-1996) de kijker langs de planeten van ons zonnestelsel, dwars door het mistige centrum van de Melkweg tot diep in de verst afgelegen gebieden van ons heelal. Fysica, biologie, geschiedenis en astronomie passeren de revue om een duidelijk beeld te scheppen van wat er te ontdekken valt, wie als eerste op de idee kwam om een bepaalde methode te hanteren en hoe het menselijke ras in de loop van z’n ontwikkeling plaats inruimde voor ideeën die de basis van z’n zingeving schijnbaar onderuithaalden. Het is een boeiend verhaal over onvoorstelbare afstanden, ontoombare krachten en een eeuwig proces van scheppen en vernielen waardoor in de loop van miljoenen eeuwen op minstens één planeet energie is omgezet in bewustzijn: de aarde. Of we alleen zijn in die immense en overvolle leegte is niet meer dan een theoretische discussie, want de dichtst bijgelegen zonnestelsels zijn heel ver van ons verwijderd en zolang we onderworpen zijn aan de wetten van Einstein (lichtsnelheid = de hoogst mogelijke snelheid in het heelal) is er van enig bruikbaar contact geen sprake. Over leven op Venus en Mars is millennialang door wetenschappers gespeculeerd: was één van beide planeten de geboorteplaats van de goden? Was hun aanwezigheid aan de hemel een voorbode voor goed en kwaad, voor tegenspoed en voordeel? Komen ufo’s van Mars en waren al die vreemde wezentjes waarover is bericht in verschillende tijden Marsbewoners? De moderne wetenschap heeft alle speculaties en veronderstellingen onderuitgehaald, want Mars is koud en dor en het aardoppervlak van Venus is zo heet dat moleculen er uiteenvallen. Nee, in ons zonnestelsel zijn we alleen, want de planeten op de buitenste schil zijn niet meer dan gigantische gastreuzen en over leven in de rest van het heelal moeten we ons niet te veel voorstellen, beslist niet in de betekenis die wij eraan geven, nl. intelligent en in staat om met ons te communiceren, want niet alleen de afstanden vormen een bezwaar en een beperking, maar misschien moeten we gewoon accepteren dat de kans groot is dat we uniek zijn, een unieke schepping van de kosmische energie, van god zo je wil. Voorwaar, het is een beangstigend idee, maar het is misschien wel de realiteit.
Het materiaal dat Carl Sagan op deze release presenteert is dertig jaar oud en niet altijd modern of eigentijds, en dus heeft hij tien jaar later elke aflevering voorzien van een update waarin de allernieuwste inzichten over het heelal, de zonnestelsels, de Melkweg, de oorsprong van het leven of de mogelijke consequenties van het broeikaseffect aan bod komen. Mede door de manier waarop de afleveringen zijn gemaakt is het materiaal wonderwel niet of nauwelijks gedateerd, want Sagan praat niet de hele tijd over wat er zich boven ons bevindt en aan de hand is, hij vertelt ook hoe we die wetenschap vergaard hebben. Daarvoor voert hij de toeschouwer in aflevering 1 mee naar de mythische bibliotheek van Alexandrië in Opper-Egypte, ooit de grootste verzameling op aarde, want volgens de overlevering bevatte ze in de eerste eeuw van onze tijdrekening 400.000 à 700.000 boekrollen die door Egyptische vertegenwoordigers in de toenmalige bekende wereld waren geselecteerd en opgekocht, de meeste in Athene, maar ook in Spanje en India. De bibliotheek van Alexandrië fungeerde als collectief geheugen en als internationaal studiecentrum. De opkomst van het christendom en later de islam waren nefast voor het voortbestaan van de bibliotheek. Ze kwam onder vuur te liggen omdat ze opgebouwd was met heidens materiaal en volgens de islamieten was ze ofwel in overeenstemming met de Koran en dus overbodig, of pure ketterij. Tussen de vierde en de zevende eeuw werd haar lot bezegeld. Het zou ruim 800 jaar duren vooraleer de kennis van de ouden opnieuw een kans maakte in Europa.
Boeiend is ook aflevering 2 waarin Sagan het heeft over de oorsprong van de mens en waaruit we leren dat alle leven uit hetzelfde materiaal is ontstaan. In de loop van honderden miljoenen jaren is het basismateriaal gediversifieerd, maar alle leven heeft uiteindelijk dezelfde oorsprong waardoor bomen en struiken, maar ook alligators en regenwormen, korstmossen en schimmels in kosmisch perspectief verre neven en nichten van de mens zijn. We zijn inderdaad op de zesde dag geschapen en meer bepaald in de allerlaatste minuut van die kosmische week, we zijn als het ware de laatste creatie in een proces dat 4.5 miljard jaar aan de gang is. Het noopt tot nederigheid en dankbaarheid en het staat in schril contrast met onze overtuiging of tenminste met die van onze voorouders als zouden we het belangrijkste product in het heelal zijn. Johannes Kepler was de eerste die na een lange en donkere periode twijfelde aan wat altijd al door mensen was geaccepteerd en geproclameerd, nl. dat de aarde het middelmunt van het heelal was. Hij is het onderwerp van aflevering 3 van deze serie waarin we leren dat hij modellen opstelde om de zon in het middelpunt van ons zonnestelsel te plaatsen, maar pas na kennis te hebben genomen van de jarenlange observaties van een Deense collega slaagde hij erin om het definitieve model te ontwikkelen: de zon als middelpunt en planeten die er in banen omheen draaien. Ook Kepler heeft beslist even moeten slikken, want het maakte een eind aan de gangbare opvatting over een harmonieuze en door God perfect geschapen kosmos.
In Aflevering 4 en 5 bekijkt Carl Sagan de dichtst bijgelegen planeten Mars en Venus, want heeft de mens er niet altijd van gedroomd om kennis te maken met Marsmannetjes en Venusbewoners? Wat Venus betreft was het moeilijk om conclusies te trekken, want de planeet zit verborgen achter een dik wolkendek. Onze voorouders konden alleen maar raden wat er zich op het oppervlak afspeelt. Over de rode planeet was er geen discussie: de zgn. kanalen, een uitgebreid en ingewikkeld netwerk van zwarte lijnen dat Mars in alle richtingen doorkruiste, was beslist door intelligente wezens aangelegd. Het was wachten op de eerste tekenen van leven of nog beter, op de eerste pogingen van de Marsmannetjes om in contact te treden met hun naaste buren. Dat heeft geleid tot een uitgebreide literatuur waarin Marsbewoners als vriendelijk, maar veel vaker als vijandig worden afgeschilderd. Met z’n roman War of the Worlds beschreef H.G. Wells in 1898 voor het eerst een buitenaardse invasie en in 1938 zaaide Orson Welles met het op de roman gebaseerde radiohoorspel paniek in de V.S. Maar het bleken allemaal fabels, van de kleine mannetjes tot de indrukwekkende kanalen, want Mars is dor en koud, en de versluierde planeet Venus is heet en onleefbaar voor organische moleculen.
De buitenste planeten van ons zonnestelsel, Jupiter en Saturnus zijn het onderwerp van aflevering zes van de Cosmos-serie. Het zijn gigantische structuren, duizend keer groter dan de aarde, maar jammer genoeg zonder vaste kern (tenzij misschien een hele kleine op basis van ijzer) die sinds de jaren zeventig het bezoek kregen van twee Amerikaanse Voyagers. Jupiter wordt door Carl Sagan een mislukte zon genoemd, omdat de planeet alle kenmerken heeft van onze zon, maar op de een of andere manier dat stadium niet heeft bereikt. Stel je voor: de aarde had twee zonnen kunnen hebben, hoewel dat misschien eerder en bedreiging dan een voordeel zou zijn voor de blauwe planeet. Saturnus is uiteraard moeders mooiste met z’n prachtige ringen, samengesteld uit miljarden kleine brokstukken, vermoedelijk van bevroren water, wellicht wat rest van een ontplofte maan na een kosmische botsing. De planeten van ons zonnestelsel hebben ook in de oudheid wetenschappers slapeloze nachten bezorgd en in aflevering zeven vertelt Carl Sagan over wijze mannen die in de zesde eeuw vóór onze tijdrekening op de Griekse eilanden al tot het inzicht kwamen dat de planeten rond de zon draaien en dat de aarde niet plat, maar rond is. Ze deden dat zonder gesofistikeerde instrumenten, steunden op intuïtie, ze spraken als eersten over een jaar zoals wij dat kennen en ze definieerden de seizoenen, gewoon door een stok in de grond te steken en z’n schaduw te lezen. Hun wijsheid ging verloren en werd pas 25 eeuwen later opnieuw geformuleerd en te boek gesteld door Johannes Kepler. Wat een tijdverlies, wat een verspilling van kennis, wat een gemiste kansen, want Einsteins relativiteitstheorie had 500 jaar eerder het daglicht kunnen zien en in plaats van een wandeling naar de maan te organiseren en Voyagers naar Mars en Venus te sturen, konden aardse luchtvloten op weg zijn naar de sterren…
Grootste probleem met het oog op de verkenning van het zonnestelsel en de Melkweg blijft de beperkte snelheid die we momenteel kunnen genereren. Er zijn blauwdrukken voor ruimtetuigen die men ver van de aarde assembleert en die vervolgens door middel van een kernontploffing in de ruimte worden geslingerd, maar die weg is voorlopig afgesloten sinds de kernmachten een overeenkomst sloten om geen kernproeven in de ruimte te organiseren. Hoge snelheden bieden evenwel grote voordelen, want Einstein bewees dat in de buurt van de lichtsnelheid de tijd aanzienlijk vertraagt waardoor vluchten van honderden of zelfs duizenden aardse jaren in pakweg 10 of twintig jaar hun beslag kunnen krijgen. Reizen door de kosmos betekent dus ook reizen door de tijd en dat perspectief opent mogelijkheden als de mensheid ooit naar andere delen van de Melkweg wil emigreren. Terugkeren is er in dat geval evenwel niet bij want ondertussen zijn er op aarde tienduizenden tot honderdduizenden jaren voorbijgegaan en is het niet ondenkbaar dat op een keer de zon gedoofd en het leven op de blauwe planeet uitgestorven is. U leert er alles over in aflevering acht en negen en bovendien verneemt u ook wat het verschil is tussen supernova’s, witte dwergen, kometen, zwarte gaten, neutronensterren en rode reuzen.
Wat is de kosmos, is er inderdaad sprake van een Big Bang zo’n 15 miljard jaar geleden en wat was er vóór die gigantische explosie waarvan wetenschappers beweren dat ze niet meer was dan de ontploffing van een speldenkop die alle massa van ons universum bevatte? Wellicht zullen we het nooit precies weten, want we zijn een onderdeel van een systeem dat ons heeft voortgebracht en voorbij de oorsprong ervan kijken is wellicht onmogelijk. Anderzijds weten we evenmin wat de toekomst in petto heeft. Is er sprake van een oneindige uitdeining van ons heelal of klapt het op een keer, over een paar miljard jaar, in elkaar. Is er m.a.w. sprake van een cyclische beweging van laat ons zeggen 30 miljard jaar of daaromtrent? Begint het daarna gewoon opnieuw met de speldenkop als centrale protagonist? Het zijn vragen die de mensheid bezighouden sinds ze instinct inruilde voor bewustzijn en intelligentie, en het logische antwoord is god. Maar wie heeft god dan gemaakt? Als hij oneindig is, is de kosmos dat wellicht ook. Carl Sagan gaat de vragen niet uit de weg, maar hij moet het antwoord vaak schuldig blijven, waarbij hij er fijntjes op wijst dat de Brahmanen in India al 15 eeuwen geleden suggereerden dat niet god de mens, maar de mens god heeft gecreëerd.
Zijn we alleen in het universum?, dat is de vraag waarop Carl Sagan in de twee laatste afleveringen van Cosmos een antwoord probeert te formuleren. Er zijn natuurlijk de vele verhalen en getuigenissen over ufo’s en ontmoetingen met buitenaardse wezens. De soepbordachtige ruimtetuigen worden – niet toevallig – in 1947 voor het eerst gesignaleerd op het moment dat Wereldoorlog 2 nog vers in het geheugen ligt en de aarde bedreigd wordt door een nieuw conflict: het nucleaire opbod tussen de V.S. en de Sovjet-Unie. Harde bewijzen voor het bestaan van ufo’s zijn nooit geleverd: geen brokstukken van ruimteschepen, geen buitenaardse gebruiksvoorwerpen, zelfs niet de vaak gesignaleerde sterrenboeken in hiërogliefen die de aardmensen tijdens hun ontvoering getoond werden. Tot nader order – dat is tot hun bestaan onomstootbaar wordt bewezen – behoren verhalen over ufo’s tot het rijk der fabelen. Maar betekent dat het einde van de illusie over leven in het heelal? Niet per se, want tijdens laboratoriumproeven is bewezen dat leven zelfs heel gemakkelijk kan ontstaan in ons universum op voorwaarde dat de omstandigheden optimaal zijn. Uit berekeningen van specialisten blijkt dat er minstens op een miljard planeten in de Melkweg leven mogelijk is. Als men voorwaarden stelt, bijv. dat alleen beschavingen met een vergelijkbaar technologisch niveau als het onze in aanmerking komen en dat de kans bestaat dat zulke culturen na korte tijd toch teloor zijn gegaan (oorlogen, nucleaire confrontaties, milieurampen), dan daalt het veronderstelde aantal tot 10. Tien planeten in een Melkwegstelsel met 400 miljard sterren en ruim 4000 miljard planeten. De dichtst bijgelegen planeet van dat soort zou zich op zo’n 200 lichtjaren kunnen bevinden (200 x 10 biljoen km). Omdat alle leven in het heelal aan dezelfde natuurwetten onderworpen is, zouden buitenaardse wezens precies dezelfde problemen ondervinden als wij om dergelijke afstanden te overbruggen, tenzij ze natuurlijk ufo’s ter beschikking hadden die tegen lichtsnelheid door het heelal zoeven. Maar dan nog zou een enkel reisje 200 aardse jaar duren. Dus zou het sneller moeten, maar dan stoot je op de relativiteitswet van Albert Einstein die zegt dat niets sneller kan dan het licht. Dan bieden nog alleen de wormgaten een oplossing.
Cosmos is een indrukwekkende serie die u niet mag missen mocht u voldoende interesse hebben voor dit onderwerp. De presentatie is een beetje verouderd en Carl Sagan zit in wel erg gedateerde kostuums, maar deze serie is dertig jaar oud (met een update tien jaar later) en er wordt niet geprobeerd omdat aspect te verhullen. Dat hoeft ook niet, want wat in Cosmos wordt verteld en getoond was anno 1980 heel erg geavanceerd en zou pas in de loop van de volgende 20 jaar stuksgewijs tot het grote publiek doordringen. De Hubble-ruimtetelescoop heeft uiteraard onze blik op de kosmos ongelooflijk verruimd, maar wat Sagan in 1980 al kon tonen is gewoon verbluffend. Bovendien weet hij het materiaal op een overzichtelijke en begrijpbare manier te presenteren met af en toe een herneming in een volgende aflevering waardoor de verbanden voor de toeschouwer een stuk duidelijker worden. Met gedramatiseerde fragmenten brengt hij het leven van grote wetenschappers uit het verleden tot leven, gunt ons een blik op de mythische bibliotheek van Alexandrië, op de werkkamer en de activiteiten van Constantijn Huygens (uitvinder van de telescoop), Antoni van Leeuwenhoek (uitvinder van de microscoop), Leonardo da Vinci, Johannes Kepler, Albert Einstein, Edwin Hubble, Pythagoras en vele anderen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de astronomie en de kosmologie in de voorbij 25 eeuwen.
Af en toe verwijst Carl Sagan naar technische bravourestukjes die de mens in de toekomst onder de knie zal krijgen: reizen door de Melkweg, generatievluchten naar de sterren, koloniseren van verafgelegen planeten, misschien zelfs het exploiteren van grondstoffen in de verre ruimte, maar altijd voegt hij er een klein zinnetje aan toe: als de mensheid zichzelf niet vernietigt. Z’n toon is optimistisch als ie over de Melkweg en de kosmos vertelt, maar ernstiger en op een waarschuwende toon als hij naar de toestand op aarde kijkt. Anno 1980 was het vooral de nucleaire dreiging die centraal stond. Van Perestrojka en Glasnost was nog geen sprake en de Muur van Berlijn was nog niet gevallen. De grootmachten hadden samen zo’n 50.000 nucleaire wapens in voorraad die gericht waren op15.000 verschillende doelen. Elk nucleair wapen had dezelfde kracht als alle bommen die tijdens WOII tegen Duitsland en Japan zijn gebruikt. In z’n update 10 jaar later is Sagan optimistischer omtrent de nucleaire bewapening, maar dan duikt een nieuw probleem op: de vervuiling van de wereldzeeën en de atmosfeer met als gevolg broeikaseffect en smeltende ijskappen. Al in 1990 waren het onderwerpen die wetenschappers bezighielden. 25 jaar later hebben we die problemen nauwelijks aangepakt, terwijl landen als China en India nog maar aan het begin staan van hun industriële revolutie. En Carl Sagan krijgt wellicht gelijk: weersveranderingen, massale overstromingen en opwarming, ze zijn niet te vermijden in de 21ste eeuw. De gevolgen laten zich raden: stijging van de zeespiegel, het verdwijnen van woonoppervlakte en vruchtbare landbouwgrond met massale landverhuizingen tot gevolg en steeds minder voedsel voor een nu al overbevolkt planeet, voortdurende stijging van de temperatuur waardoor steeds meer gebieden in de evenaarzone onbewoonbaar worden met nog meer landverhuizers die een uitweg zoeken…
In de allerlaatste aflevering vertelt Carl Sagan over een hypothetische Encyclopedia Galactica waarin de bewoners van de Melkweg alle informatie samengebracht hebben over de bewoonde planeten in hun sterrenstelsel. Hij laat ons de steekkaart van de aarde zien met informatie over samenstelling, aard van de levensvormen en ontwikkelingsniveau. Helemaal onderaan staat vermeld hoe groot de kans is dat de planeet aarde en z’n bewoners de komende 100 jaar overleven: 1 procent.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van Cosmos is verrassend goed zonder ongerechtigheden of andere storende effecten. Het beeld is soms een beetje soft met wat korrelvorming, wellicht een gevolg van de digitale restauratie, maar dat valt minder op in de fragmenten over het heelal dan in de korte studiopresentaties en de scènes waarin Carl Sagan op locatie te zien is. Bijgevolg is het zwartniveau niet altijd perfect, maar dat is niet meer dan een detail in een productie waaraan technische zeer veel zorg is besteed. De muziekscore van Vangelis werkt na verloop van tijd wel lichtjes op de zenuwen. Ze klinkt heroïsch en bombastisch en vaak heb je de indruk naar Chariots Of Fire (1981) te luisteren waarvoor hij een jaar later een deel van de muziek recyclede. Maar gelukkig is er ook heel veel gebruik gemaakt van klassieke muziek, soms door een orkest, andere keren lijkt het alsof Walter/Wendy Carlos de klassieke partituren door z’n synthesizers heeft gejaagd. Voor de rest is de klank meer dan behoorlijk, maar effecten zijn er niet want in het heelal is het uiteraard stil.
EXTRA’S
Bijna elke aflevering van Cosmos wordt gevolgd door een Update waarin Carl Sagan 10 jaar na de eerste uitzending van de serie een aantal vindingen uit recent onderzoek (tussen 1980 en 1990) onder de loep neemt. Vaak zijn het toevoegingen niet meer dan een bevestiging van eerdere beweringen, nooit is er sprake van een rechtzetting, wat ten gunste van de serie pleit die een decennium eerder met de grootste wetenschappelijke zorg is geconcipieerd.
CONCLUSIE
Cosmos van de Amerikaanse astronoom en kosmoloog Carl Sagan is een dijk van een documentaireserie die na meer dan 30 jaar niets van haar belang heeft verloren. Uiteraard zijn er nieuwe ontdekkingen gedaan en heeft de Hubble-ruimtetelescoop heel veel nieuw beeldmateriaal geleverd sinds die tijd, maar wat Sagan vertelt staat nog steeds als een huis en bovendien plaatst hij het verhaal over het universum in een ruimer kader door ook aandacht te schenken aan degenen die de onderzoeksinstrumenten uitvonden en die als eersten de wetten van het heelal formuleerden, laat hij ons kennismaken met de wetenschappelijke expedities naar Venus, Mars en de diepere ruimte, en confronteert hij ons met onze eigen afkomst, verwezenlijkingen en onzekere toekomst.
Deze serie kan u zich aanschaffen voor de prijs van een gewone dvd, maar u bent dan wel de gelukkige bezitter van 13 uur boeiend beeldmateriaal verspreid over 7 disks en met als gastheer één van de meest innemende wetenschappers van de tweede helft van de vorige eeuw.