HITLER'S MUSEUM
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-05-07
DOCUMENTAIRES
Misschien had de geschiedenis van de 20ste eeuw er totaal anders uitgezien indien de kunstacademie van Wenen in 1907 de jonge Adolf Hitler niet had afgewezen voor een schildersopleiding. Het is koffiedik kijken, maar stel dat de matig begaafde Adolf al zijn energie toch in het schildersvak had kunnen stoppen, wellicht waren hem dan de slecht betaalde baantjes bespaard gebleven, de vele overnachtingen in een opvangcentrum voor daklozen en de wrok die hem in de armen van het fascisme dreef. Het had het verschil kunnen maken. Hitlers interesse voor de
Kunsten bleef ook later overeind en in 1938, na de annexatie van Oostenrijk, opperde hij het megalomane idee over een groots
Deutsches Museum in zijn geboortestad Linz. Dat de halve stad moest worden gesloopt voor een brede
promenade tussen het station en het nieuwe complex, was een detail. De Führer, begeesterd door zijn eigen originele voorstel, begon alvast zelf de plannen voor het museum te tekenen. Dat was meteen het startpunt voor de grootste kunstroof aller tijden.
In
Hitler's Museum of
Sonderauftrag Führermuseum zoals deze tweevoudige historische documentaire oorspronkelijk heet, volgen de makers de omzwervingen van het
Lam Gods van de Vlaamse Primitief Jan Van Eyck (1390-1441), hét pronkstuk van de Sint-Baafskathedraal in Gent en één van de grote meesterwerken van de Europese schilderkunst. Maar dat laatste is een appreciatie uit onze tijd, want in de 19de eeuw werden de verschillende onderdelen van het prachtige altaarstuk nog probleemloos verkocht. De Pruisische koning was toen één van de geïnteresseerde klanten. Later, na de Eerste Wereldoorlog, eiste België de panelen op als
herstelbetaling voor de oorlogsschade en kwam het kunstwerk terug naar ons land. In 1938 zette Adolf Hitler het
Lam Gods op de verlanglijst voor zijn museum in Linz, want had de koning de aanschaf eertijds niet eerlijk betaald?
In juni 1938 brengt Adolf Hitler een bezoek aan Hans Posse, de voormalige directeur van de
Gemäldegalerie in Dresden, op dat moment het grootste en belangrijkste museum in Duitsland. Posse is eerder aan de dijk gezet omdat hij zgn.
ontaarde kunst voor het museum had gekocht, wat in strijd is met de nazi-ideologie. De plooien worden gladgestreken en Posse krijgt de opdracht om een collectie voor Linz samen te stellen. Hitler geeft hem zijn postje bij de
Gemäldegalerie terug en Posse wordt in de jaren nadien zijn belangrijkste hoofdinkoper en adviseur op kunstgebied. In een brief bedankt Hans Posse de Führer uitvoerig en sluit af met
Heil Hitler! Hij gaat meteen aan de slag. Onder het mom van een collegiale kennismaking stuurt hij zijn medewerkers naar alle grote musea in Frankrijk en de Benelux en laat ze in het geheim lijstjes aanleggen van wat zich waar bevindt. Posse beschikt over een royaal budget en onbeperkte volmachten. Tijdens een bezoek aan de Rijkskanselarij overtuigt hij de Führer ervan dat kwaliteit moet primeren bij de samenstelling van de collectie opdat ze een
afspiegeling zou zijn van de Duitse grootsheid. Hitler stemt toe en Posse stelt een overzichtlijst samen waarin hij o.a. aangeeft wat – volgens de nazi's - sinds de middeleeuwen
illegaal uit Duitsland is gesmokkeld. Op de lijst staat ook het
Lam Gods dat hij tegen elke prijs wil hebben.
In de zomer van 1939 neemt de oorlogsdreiging in Europa toe en beginnen de werknemers van het Louvre in Parijs de belangrijkste kunstwerken in te pakken voor evacuatie. In de maanden die volgen verspreidt men de doeken en beeldhouwwerken over geheime plaatsen in het zuiden van Frankrijk. Ondertussen koopt Hans Posse op de internationale markt de kunstwerken die hij op het oog heeft. Wanneer hij overboden wordt door o.a. Hermann Göring, oprichter van de
Gestapo en de
Luftwaffe en zelf een groot kunstliefhebber, dringt hij bij Hitler erop aan om aan het opbod een einde te maken. Dat gebeurt, met als gevolg dat Göring na het uitbreken van de oorlog zich bevoorraadt uit de collecties van Nederlandse en Franse Joden. Hij koopt niet, hij rooft en zet de eigenaars op transport. In Gent is men minder alert dan in Parijs. Het
Lam Gods wordt pas op 10 mei 1940, de dag van de Duitse invasie in ons land, in kisten gestopt en richting Vaticaan gestuurd. Maar de missie loopt vertraging op door Duitse bombardementen en het altaarstuk raakt niet verder dan het Zuid-Franse Pau waar het voorlopig wordt opgeslagen. In de Sint-Baafs komen de Duitsers te laat. Uiteindelijk zullen ze de geheime bergplaats van het
Lam Gods toch ontdekken en het altaarstuk opeisen. De Fransen kunnen niet anders dan toegeven en het kostbare werk van Jan Van Eyck verdwijnt naar een geheime ondergrondse opslagruimte in Oostenrijk.
Tijdens de bezetting worden in Frankrijk en de Benelux alle kunstwerken in beslag genomen die op het verlanglijst van Hans Posse staan. Minder bekende of minder interessante schilderijen komen in de handen van de overige nazipartijbonzen. Wat
ontaard is, wordt verbrandt, zoals in het Parijse museum
Jeu de Paumes, waar honderden moderne schilderijen van Picasso, Dalí, Monet, Miró, etc. op korte tijd worden vernietigd. De door Hans Posse geselecteerde werken verdwijnen naar de 700 jaar oude zoutmijn in het Oostenrijkse Altaussee waar ze zorgvuldig opgeborgen worden voor na de oorlog, want door de oorlogsinspanningen is met de bouw van het Führermuseum geen aanvang gemaakt. De openingsceremonie is verschoven naar het voorjaar van 1950.
Na de bevrijding begint de jacht op de door de Duitsers geroofde kunstvoorwerpen. In Amerika is sinds enige tijd de
Commissie Ter Bescherming van Kunst opgericht, een organisatie die de militairen tijdens en na de geallieerde invasie moet informeren over welke maatregelen ze moeten nemen om de Europese kunstschatten tegen vernietiging te beschermen. In het zog van de invasietroepen volgen Amerikaanse kunstspecialisten die de vermiste kunstwerken in Duitsland opsporen. In het Oosten rukken de troepen van Stalin op. Van hem is bekend dat hij na de oorlog in Moskou een museum wil openen voor de kunstwerken die zijn troepen als herstelbetaling kunnen meenemen. Het komt er dus voor de Geallieerden op aan Stalin vóór te zijn. Bijna toevallig ontdekken de Amerikaanse kunstdetectives de ondergrondse bergruimte in Altaussee én vinden er het Gentse
Lam Gods dat als eerste geroofde kunstwerk aan de eigenaar – de Belgische staat – wordt teruggegeven. Later volgen de duizenden kunstwerken die uit Frankrijk en Nederland zijn geroofd. Tot in het begin van de jaren '60 houdt men in de zoutmijn van Altaussee doeken in bewaring omdat de eigenaars onbekend zijn of de herkomst onzeker. Wanneer de Russen in Dresden aankomen, ontmantelen ze meteen de
Gemäldegalerie en nemen de kunstwerken mee naar Moskou. Pas in 1949, bij de stichting van de
bevriende DDR, is Stalin bereid om een gedeelte van de verzameling terug te geven.
BEELD EN GELUID
Historische documentaires zijn altijd een samenraapsel van materiaal uit diverse bronnen en verschillende tijdperken.
Pièce de resistance van deze documentaire is de zwart-witte footage uit de oorlogsjaren. Het materiaal heeft de bekende beperkingen qua contrast en scherpte, het is soms beschadigd en bijna altijd zonder eigen geluid. Hier en daar heeft men wat geluid gereconstrueerd, wat de dramatische aantrekkelijkheid vergroot. Voor de rest zorgen de zorgvuldig uitgezochte gesprekspartners voor interessante invalshoeken en zijn het de vele historische reconstructies die de gaten in het verhaal visueel opvullen.
Hitler's Museum blijft evenwel altijd een documentaire film, want de reconstructies zijn sober van stijl, met minimalistisch acteerwerk en zonder dialogen. Ze zijn louter illustratief en dat komt de geloofwaardigheid en het pure informatieve karakter van de beide documentaires ten goede. Qua geluid is er niet veel te melden. Er is een bescheiden soundtrack die nooit de overhand krijgt en het Nederlandse commentaar – van coproducent AVRO - is gevat en terzake. De vrouwenstem heeft een aangenaam timbre en is quasi accentloos. De ondertiteling is verzorgd en mooi geplaatst, met een correcte vertaling van de interviews.
EXTRA'S
De dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Hitler's Museum, een tweevoudige historische documentaire over de gigantische kunstroof van de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog, is een omstandig en zeer gedetailleerd portret van de manier waarop de West-Europeanen hun kunstbezit probeerden te beschermen. Het verhaal gaat over de Nederlandse Joodse handelaren en verzamelaars, de kunstcollectie van het Louvre, de na-oorlogse zoekacties naar de verdwenen kustvoorwerpen, maar centraal staan de omzwervingen van het altaarstuk het
Lam Gods van Jan Van Eyck dat tegenwoordig in een zijkapel van de Sint-Baafskathedraal in Gent is opgesteld, een kunstwerk waarop de nazi's tot elke prijs de hand wilden leggen. De documentaires zijn uitvoerig gestoffeerd met origineel en nooit eerder getoond filmmateriaal, recente interviews met specialisten terzake en gereconstrueerde dramatische ensceneringen om waar nodig de verhaalstof te illustreren. Voor zover bekend bieden deze beide documentaires het beste historische overzicht van de grootste kunstroof aller tijden.