TRAGEDY OF MACBETH, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-10-17
FILM
Soms zijn films een pure uiting van artistieke visie. Dan weer een verplicht tussendoortje. Een samenwerking tussen vrienden of een eenvoudige manier om snel geld te verdienen. In zeldzame gevallen daarentegen zijn films ook therapie, een uitgelezen medium om een trauma op het witte doek te verwerken. Dat is waarschijnlijk het geval in Roman Polanski's versie van
The Tragedy Of Macbeth. De regisseur moest twee jaar voor de opnames immers lijdzaam toezien hoe de sekte van Charles Manson zijn huis binnendrong en zijn zwangere bruid Sharon Tate gruwelijk vermoordde. Dat hij Shakespeare’s stuk over de gevaren van ambitie, de onvoorspelbaarheid van het noodlot en de bloedige prijs voor verraad als zijn volgende prent uitkoos, kan dus – ondanks veelvuldige norse ontkenningen van de cineast – geen toeval zijn.
Dat dit een uiterst pessimistische, bleke kijk zal worden op wat sowieso al een van de zwartste toneelstukken van de Bard is, wordt al in de opening duidelijk, wanneer een prachtige kleurrijke zon boven de ruwe Welshe kust (een stand-in voor Schotland) bruusk in een desolaat grauw landschap herschapen wordt. Daarna komen de heksen, die een afgehakte hand in het zand begraven, en zien we de bloedige nasleep van een veldslag. Polanski verspilt dus geen tijd met plaisanterieën en dompelt de kijker meteen onder in een sfeer van doem. Verrassend is dan ook dat hij zijn
Macbeth situeert in een hoofse tijd, met prachtige kastelen en verzorgde kostuums, daar waar andere film- en theatermakers vaker voor een guurdere setting kozen. Eenmaal binnengedrongen in de versterkte vestigingen blijkt echter dat de uiterlijk praal slechts schijn is, dat de personages niet meer zijn nauwe verwanten van ongemanierde holbewoners en dat de stank van varkens, mest en uiteindelijk bloedige moord alles overheerst.
Macbeth is in de meeste adaptaties – en in Shakespeares origineel – louter een speelbal van het lot. Iemand die zich laat verleiden door sinistere profetieën en de ambitie van zijn vrouw om zijn inherente lafheid te verdoezelen. Hoewel hij het titulaire karakter is, zou je dus kunnen zeggen dat hij meestal een passief personage is, zonder eigen wil. Niet zo in Polanski's versie echter. Voor de eerste en – bij mijn weten – enige keer in de geschiedenis van de film grijpt Macbeth de koe zelf bij de hoorns, is hij zich steeds ten volle bewust van de impact van zijn daden, evolueert hij van een tragische figuur naar een letterlijk zielloze held. Een liefhebber van subtext kan in die kijk op het personage Polanski's verlangen herkennen om ondanks samenzweringen van het lot zijn toekomst zelf in de hand te houden. Dat is de enige hoop die aanwezig is in zijn
Tragedy of Macbeth, ook al lijdt die hoop finaal niet tot een gelukkig einde.
Voor een adaptatie waarin Polanski zo openlijk zijn emoties tentoonspreidt, blijven hij en co-scenarist Kenneth Tynan verrassend dicht bij de toneeltekst. De scènes ontspoelen zich nagenoeg compleet en in dezelfde volgorde als in het stuk, terwijl de dialogen slechts her en der minimaal verschoven worden. Het meeste dichterlijke vrijheid neemt de cineast in de tweede ontmoeting met de heksen, waar hij een massale, naakte samenkomst van ‘vreemde zusters’ op het witte doek tovert en hun voorspellingen als levensechte visioen portretteert. Het is de beste scène in een film die bol staat van de oncomfortabele, rauwe elementen. De frase ‘Blood will have blood’ echoot immers doorheen de prent. Onthoofdingen, verkrachtingen, kindermoord en verminking worden zonder verpinken als brute uitbarstingen van plots geweld getoond. Inspiratie hiervoor deed Polanski niet enkel op bij de moord op Sharon Tate, maar ook – zoals in de aanval op de familie van Macduff – bij zijn herinneringen van SS-invallen in het getto van Warschau. En de wijze waarop Macbeth koning Duncan vermoordt is moeilijk anders te interpreteren dan een sinister droombeeld van hoe de regisseur – indien hij de kans kreeg – Charles Manson zou aanpakken.
Jon Finch is een atypische Macbeth: minder ruw, minder bruut, minder Schots dan Shakespeare hem neerschreef. Berekender daardoor ook, waardoor hij meer een slecht geïnformeerde intrigant wordt dan een pure slechterik of een gemanipuleerde dwaas. Met zijn karakterevolutie verandert ook zijn uiterlijk: braaf geschoren als hij nog geen moorden op zijn geweten heeft, met oncomfortabele baard zodra de lijken zich opstapelen en met stoppelbaard naarmate zijn geweten hem sust met de gedachte dat alle doden een goed doel dienden. Francesca Annis is minder prominent aanwezig dan je van een Lady Macbeth zou verwachten. Haar persoonlijke ambitie wordt zelden benadrukt en schuldgevoelens voor de groeiende moorddadigheid van haar man duiken al op vlak nadat koning Duncan de keel over werd gesneden. Banquo, een figuur die in veel adaptaties stiefmoederlijk wordt behandeld ondanks zijn cruciale rol, krijgt prachtig gestalte in de vertolking van Martin Shaw en ook Terence Baylers Macduff is meer dan de obligatoire tegenstander voor de protagonist.
Polanski zelf is eveneens in grootse doen. Hij vult zijn widescreenbeeld continu met spanning, met een dreigende ondertoon die moeilijk te benoemen valt maar ontegensprekelijk een impact heeft op de kijker. Het geweld en de bloederige taferelen die hij toont, gaan zo ver als de censuur aandurfde in 1971. Ook al is de gorigheid tam naar hedendaagse 'torture porn'-maatstaven, de bittere rauwheid ervan blijft 36 jaar na dato nog steeds overeind. De copieuze aanwezigheid van vrouwelijk naakt – meest merkbaar in een slaapwandelende Lady Macbeth en de tweede heksenbijeenkomst – is niet zozeer een toegeving aan producent Hugh Hefner – het naakt is immers nooit sensueel, eerder de complete antipool daarvan – als wel een uiting van desolate hopeloosheid. Dat is ook het einde, waarin de pas gekroonde koning Malcolm op zijn beurt de schuilplaats van de heksen betreedt, alsof alle bloeddorst en bruut geweld van Macbeth een voorbeeld waren voor Malcolm voor een succesrijke heerschappij. Zonlicht priemt dan al lang niet meer door het mistige, rotsige landschap.
BEELD EN GELUID
Hoewel je de print bezwaarlijk perfect kan noemen, zien de beelden er op dvd toch OK uit. Het contrast neigt wel wat naar de donkere kant, wat vooral in een handvol nachtscènes bijna problematisch wordt. Het kleurenpalet wordt – zoals Polanski bedoelde – uitgewassen weergegeven, terwijl printbeschadigingen nooit eraf zijn, maar in zo'n geringe mate dat ze niet storen. Uitzondering hierop vormen de openingstitels, die in bijzonder zwakke staat zijn. Het monogeluid levert niet de dynamische kracht die een
Macbethverfilming kan gebruiken, maar de jambische pentameters klinken niettemin helder en duidelijk.
EXTRA'S
De enige extra's zijn typische uit de jaren zeventig en zestig daterende
Trailers voor
The Tragedy Of Macbeth en Burton-Taylorkomedie
The Taming Of The Shrew.
CONCLUSIE
The Tragedy Of Macbeth is wellicht de beste filmische adaptatie van Shakespeares beste stuk, niet omdat de cineast dicht bij de brontekst blijft – wat hij doet – maar omdat de prent bovenal kwintessentieel Polanski is en dus evenveel zegt over de filmmaker als over de Schotse edelman. Beeld en geluid zijn zeer degelijk te noemen, maar de bonussectie is een braak landschap.
Studio:
Columbia Tristar
Regie:
Roman Polanski
Met:
Jon Finch, Francesca Annis, Martin Shaw, Terence Bayler, John Stride, Nicholas Selby
Beeldformaat:
2.35:1 anamorfisch PAL
Geluid:
Engels Dolby Digital Mono 1.0
Ondertitels:
Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees, Deens, Fins, Noors, Zweeds, IJslands, Grieks, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Bulgaars, Hebreeuws, Hindoestaans, Arabisch, Turks
Extra's:
• Trailers