JINDABYNE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2008-04-09
FILM
Tot Robert Altman in 1993
Short Cuts draaide, had haast niemand zich gewaagd aan een verfilming van de nochtans vaak gelauwerde kortverhalen van de Amerikaanse schrijver Raymond Carver. Een van de redenen is ongetwijfeld dat zijn fictie niet tot de verbeelding spreekt, geen explosieve scènes bevat of uitgaat van een geniale premisse. Carver pende intieme verhalen over de inwoners van de Verenigde Staten: kleine vertelseltjes zonder veel plot, maar ook zonder veel diepgang in de karakters. Zijn personages zijn wie ze zijn, doen wat ze doen, zonder zich veel te bekommeren om wat zich in de wereld rond hen afspeelt. Zelfs Robert Altman had negen Carververhalen nodig (én een nevenplot die hij zélf verzon) om
Short Cuts op lengte te krijgen. De Australische cineast Ray Lawrence stoort zich daar niet aan. Hij koos een verhaal dat Altman in 1993 ook al adapteerde uit Carvers oeuvre als uitgangspunt voor een heuse langspeler.
So Much Water So Close To Home werd
Jindabyne.
Het centrale thema van het kortverhaal blijft behouden in de film. Een groep van vier kameraden gaat vissen op een afgelegen plek, treft in de rivier het lijk van een verkracht en vermoord meisje aan en moet een keuze maken: meteen terugkeren en de politie inlichten of de visuitstap laten primeren. De redenering dat het lijk toch nergens heen gaat, overtuigt het kwartet om hun trip niet te onderbreken. Bij hun thuiskomst wacht hen echter een kil onthaal. Vooral de vrouw van de Ierse garagist Stewart Kane tilt zwaar aan het voorval. Terwijl hun huwelijk – dat sowieso gebukt ging onder een doodgezwegen tragedie – desintegreert, zet zij een actie op poten om het meisje in de rivier een laatste eer te bewijzen.
Jindabynewijkt het meest af van Carvers twintig pagina’s tellende relaas in de keuze van de setting. Het Amerikaanse noordwesten ruimt plaats voor het stadje Jindabayne in het zuiden van Australië. Het dode meisje is geen blanke, maar een aboriginal. Cineast Lawrence heeft dus niet enkel oog voor de dramatische repercussies van onverschilligheid, maar probeert ook een beeld te schetsen van de moeizame relaties tussen Australische immigranten en de originele bevolking. Erkenning van de aboriginalcultuur is de laatste jaren een terugkerend thema in de filmproductie Down Under – denk bijvoorbeeld aan Rolf de Heers
10 Canoes – maar in dit geval is het wellicht een brug te ver. De nadruk komt immers al te nadrukkelijk te liggen op wat nooit meer dan een subplot of subtext had mogen zijn. Het aboriginalthema spoelt m.a.w. de essentie van Carvers verhaal weg, waardoor de film eindigt als vlees noch vis.
Een ander teer punt van
Jindabyne is het gebrek aan humor dat het leven van de personages kruidt. Lawrence leerde blijkbaar niet veel van zijn vorige prent, het al even sombere en loodzware
Lantana, want ieder karakter loopt rond alsof hem/haar net verteld werd dat zijn/haar leven elk moment afgelopen kan worden. De regisseur is zeker niet de eerste die een prent met potentialiteit naar de vaantjes helpt door een te serieuze aanpak. Niettemin moet men zich afvragen wat bijvoorbeeld Paul Thomas Anderson of de Coenbroertjes hadden kunnen betekenen voor
Jindabyne. Een regisseur die verder kijkt dan het drama en ook de kleine, humoristische kantjes van een tragedie durft te belichten was kortom op zijn plaats geweest. Enkele nevenverhalen – zoals dat van een meisje met lugubere hobby’s – zouden dan ongetwijfeld minder tenenkrommend zijn overgekomen.
Vaak worden in dergelijke loodzware films de performances van de acteurs de hemel in geprezen. Laura Linney en Gabriel Byrne zijn goed op dreef in deze prent. Maar zelfs acteurs van hun kaliber kunnen niet voorkomen dat de overdreven aangezette sérieux van hun rollen een beperking vormt. De ganse cast uit het uitgebreide ensemble heeft overigens met dat probleem te kampen, maar nergens zijn de gevolgen zo groot als bij het centrale koppel. Wel lof is er voor de crew, die het stadje Jindabyne en zijn omgeving op een prachtig widescreencanvas schildert en zo de door en door Amerikaanse sfeer van Carvers verhaal moeiteloos transponeert naar de Australische outback. Dat biedt de kijker tenminste nog enige houvast in een film die het over ernstige zaken wil hebben maar niet verder komt dan het recycleren van een stel oudbakken boutades.
BEELD EN GELUID
Van een recente film als
Jindabyne mag je verwachten dat de dvd-transfer nagenoeg vlekkeloos is. In de dagscènes is dat ook zo. Daarin komen de scherpte, de prima contrasten en het zorgvuldig gekozen kleurenpalet uitstekend tot hun recht. Scènes die duisterder zijn gaan echter gebukt onder een opvallende hoeveelheid grain en stellen bijgevolg wat teleur. De soundtrack bestaat uit een oerdegelijk DD 5.1-spoor. Dialogen domineren en de achterste boxen worden voornamelijk gebruikt om een unheimliche sfeer te creëren.
EXTRA’S
De enige extra’s op de schijf zijn een
Trailer (2 min.) voor de hoofdfilm en enkele
Cross-Promotionele Trailers.
CONCLUSIE
Jindabyne stelt teleur als drama omdat de film zichzelf zo bloedernstig neemt dat alle spontaniteit uit de prent verdwijnt. De regisseur snijdt bovendien zoveel subthema’s aan dat de kijker uiteindelijk door de bomen het bos niet meer ziet. Beeld en geluid zijn degelijk maar niet uitmuntend. In de bonussectie zit enkel een trailer.