FILM
De Piston Cup race eindigt in een drievoudige fotofinish tussen de gevestigde kampioen The King (Richard Petty), eeuwige tweede Chick Hicks (Michael Keaton) en dé sensatie van het race-seizoen, de jonge ambitieuze racewagen Lightning McQueen (Owen Wilson). De jury beslist om de winnaar te bepalen door de drie wagens nog eens een extra race tegen elkaar te laten rijden binnen één week in Californië. Lightning McQueen ziet zijn kans schoon om zijn succes te verzilveren en er een dik sponsorcontract aan over te houden, want als uithangbord voor een hoogst on-sexy antiroestmiddel dat een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent op
groupies die ongeveer uit elkaar vallen van het roest, heeft Lightning het nu wel ongeveer gezien. Een lesje in bescheidenheid zou de jonge bolide geen kwaad kunnen, en tijdens zijn overtocht naar Californië gebeurt het dan: hij valt uit een rijdende truck, en belandt in het pittoreske, maar volledig van alle wegenkaarten verdwenen Radiator Springs, een stadje met glorie die is gesmolten als sneeuw voor de zon toen de autostrade werd rechtgetrokken om een vijf minuutjes tijdwinst op te leveren.
Omdat Lightning het asfalt van de hoofdweg heeft opengescheurd, veroordeelt de lokale rechter Doc Hudson (Paul Newman) hem tot een werkstraf: hij moet de rijweg herasfalteren! Lightning denkt er nog geen minuut aan om in het achterlijke hillbilly-boerengat te blijven, en hij geeft bij de eerste de beste gelegenheid plankgas. De dorpsinwoners zijn echter minder dom dan ze er uitzien, en ze weten Lightning aan de ketting (of de wielklem) te houden. Lightning ondergaat met lichte tegenzin dan maar zijn straf, maar leert intussen een belangrijke levensles: een beker, de eerste plaats, het wereldkampioenschap... het is eigenlijk allemaal niet zo belangrijk. Hij wordt verliefd op een knappe kleine Porsche, Sally (Bonnie Hunt), sluit vriendschap met de dommige takelwagen Mater (Larry The Cable Guy), en komt te weten dat Doc Hudson eigenlijk vijftig jaar geleden een gevierde racewagen was, die zich na een serieus ongeluk uit het circuit heeft teruggetrokken. Zal de asfaltweg klaar geraken vòòr de finale van de Piston Cup? Gaat één van de finalisten uit de bocht? Zal de oude glorie van Radiator Springs herleven? Zullen Luigi en Guido eindelijk een set banden verkopen?
Hoe blijven ze het bij Pixar toch waarmaken? Na
Toy Story,
A Bug's Life,
Monsters Inc.,
Finding Nemo en
The Incredibles is dit de zoveelste keer dat ze hun succesformule weten te verzilveren. Moedermaatschappij Disney zijn ze al lang kwalitatief overstegen, en door de koppige houding van Michael Eisner zag het er lange tijd naar uit dat deze
Cars het laatste wapenfeit van Pixar bij Disney zou worden. De aandeelhouders hebben echter gesproken, en het is net Eisner die zijn boeltje heeft mogen pakken, en regisseur Lasseter die steviger dan ooit in het zadel zit; de grote baas van informaticabedrijf Apple, Steve Jobs, die ooit Pixar mogelijk maakte, aast nu zelfs op een meerderheidsparticipatie in het Huis van de Muis. Intussen rolde
Ratatouille van de band en met de volgende film,
Wall-E in produktie lijkt de toekomst voor Pixar verzekerd. Wat nogmaals bewijst dat elke schoenmaker best bij zijn eigen leest blijft, Pixar bij computeranimatie en Disney zelf bij traditionele animatie, want
Chicken Little leek nergens op.
De animatiestudio, waarvan de regisseur zich geheel on-conform de stijl steevast op aandeelhoudersvergaderingen laat zien in een Hawaii-hemd, lijkt wel het aards paradijs voor werknemers, die zich rot amuseren en er nog voor betaald worden ook. Met zo'n positieve ingesteldheid is het niet te verwonderen dat ze hun enthousiasme keer op keer weten over te brengen in hun animatiefilms. Zelfs levenloze voorwerpen als auto's weten ze te voorzien van een flinke dosis karakter, door allemaal heel simpele trucjes - zo worden in deze film de ogen van de personages niet in de koplampen weergegeven, maar op de voorruit, wat een heel scala aan extra gelaatsuitdrukkingen oplevert - die allemaal op zichzelf niet zo spectaculair zijn, maar toch elk afzonderlijk bijdragen aan een fris en eigentijds geheel. Na Brad Birds
The Incredibles heeft John Lasseter de regie voor deze film weer zelf in handen genomen, daarin bijgestaan door wijlen Joe Ranft, die het einde van de productie spijtig genoeg niet gehaald heeft, nota bene door een auto-ongeluk.
De totale afwezigheid van menselijke figuren in de film, in tegenstelling tot de voorgaande, zorgt ervoor dat de animatoren en de scenaristen hun creativiteit weer kunnen botvieren op tal van transposities van situaties uit het dagelijkse leven naar de leefwereld van een stel "levende" auto's. Een pompstation wordt in een handomdraai een café, in plaats van koeien omverduwen spelen Mater en Lightning 's nachts een spelletje
tractor tipping (Meuh!), en in plaats van aan de drugs zit de plaatselijke hippie aan de biobrandstof. Nog verwonderlijker is dat ze zelfs uit tweedeklasacteurs als Owen Wilson een redelijk enthousiaste
voice performance weten te persen. Toch wordt de Grote Wijze Levensles er eens te meer iets te nadrukkelijk ingeramd; het plaatje dat het geluk niet te vinden is in het materiële, maar
in den vriendschap en den verwondering der alledaagschen schoonheid begint al wat krassen te vertonen, en lijkt met elke animatiefilm - CGI-gegenereerd of niet - weer wat afgezaagder te worden. Niet het winnen telt, maar het deelnemen, enzovoort; u kent de frasen intussen allemaal van buiten.
Daartegenover staat dan weer een eindeloze reeks visuele gags, waarbij twee seconden met de ogen knipperen op een willekeurig ogenblik in de film voldoende is om een paar essentiële momenten te verliezen, en een toch nog altijd gezonde dosis zelfrelativering bij Pixar, ondanks het feit dat ze van zichzelf weten dat ze de besten in hun vakgebied zijn. En natuurlijk begint ook deze film weer met een origineel idee. Na het aanzuiveren van het energietekort door monsters in de kast, levend speelgoed en de vakbond voor uitgerangeerde superhelden is het ditmaal de intussen bijna als werelderfgoed geklasseerde Route 66, een macadambaan die Amerika doorkruist met alle paar kilometers een opeenvolging van spookstadjes, die allemaal ooit een graantje wilden meepikken van de
American Dream, die als basis voor het verhaal diende. Dergelijke originele uitgangspunten zorgen ervoor dat het scenario van een Pixarfilm slechts zelden moet worden aangedikt met goedkope platte humor, en dat Pixar wat dat betreft constant een zeker minimumniveau wil aanhouden, siert hen. Maar waarschijnlijk het belangrijkste, de animatie is in één woord weergaloos. Elke auto heeft zijn eigen karaktertrekken - van sportieve cabrio tot een sedan die degelijkheid en robuustheid uitstraalt, is voorzien van al dan niet doorgeroeste accessoires, heeft een eigen stemtimbre (de Italiaanse autootjes spreken spaghettiwestern-Engels) en meer van dat soort fraaie details.
BEELD EN GELUID
Een medium als high-definitionbeeld en computeranimatiefilms, ze schijnen voor elkaar geboren. De
dvd was al een aardig staaltje van goede techniek, en toegegeven, bij computeranimatie kan er per definitie weinig of niks fout gaan, maar op 1080p ziet een film als
Cars er nét dat ietsje indrukwekkender uit. Wanneer Lightning McQueen door het circuit raast, danst een menigte van duizenden bonte gekleurde autootjes om hem aan te moedigen. Het bonte en contrastrijke beeld vertoont op geen enkel moment een dipje. Het subtiele spel van contrasten en schaduwen zorgt bovendien voor een prima dieptezicht, en door de detaillering komt zelfs de lichtinval in het koetswerk van de wagens optimaal tot zijn recht. Naast een Engelse Dolby TrueHD 5.1-geluidstrack en een Engelse Dolby Digital 5.1 EX-track staan er nog een vijftal andere audiotracks op, maar de merkelijk hogere bitrate dan de dvd-geluidstrack doet de balans in het voordeel van deze blu-ray omslaan. De spreiding is optimaal, het geluid van voorbijvlammende racewagens klinkt lekker agressief in de surrounds, en er is ook nog eens veel zorg in de afwerking van de geluidseffecten gestoken. De soundtrack is een mengeling van originele composities van Pixars huiscomponist annex singer-songwriter Randy Newman, afgewisseld met frisse en goed bij het thema passende Amerikaanse FM-rockmuziek met namen als James Taylor, Tom Cochrane en Sheryl Crow op de affiche.
EXTRA'S
Was de dvd nog een zielig en ten opzichte van de 2-discsets uit het buitenland zwaar minderbedeeld kindje, dan is deze blu-ray er een stuk minder bekaaid afgekomen. Disney zou Disney niet zijn als deze disc niet begon met een hele reeks trailers voor andere uitgaven. Al even oud als Pixar is de traditie om bij computeranimatiefilmpjes nog een kort voorfilmpje te geven. Na pareltjes als
For The Birds, Luxo Jr. en
Geri's Game hoort in het voorprogramma
Cars het aandoenlijke filmpje
One Man Band (5 min.), waarin een meisje haar enige munt wil schenken aan één van twee elkaar uitslovende straatmuzikanten, die elkaar in hun act proberen te overtreffen. Ook vinden we op deze blu-ray een nieuw kortfilmpje,
Mater And The Ghost Light (7 min.) terug, en kunnen we de epiloog (4 min.) op de aftiteling, waarin Pixar de draak steekt met zijn eigen vorige films, op groot scherm bekijken. In een extra filmpje achteraf worden we nog getrakteerd op een ver-
Cars-te variant op het Pixar-shortje
Boundin' (1 min.). De documentaire "Inspiration for Cars" (16 min.), waarin regisseur John Lasseter vertelt hoe de makers op het idee voor deze film waren gekomen tijdens het doorkruisen van het Amerikaanse platteland op de wereldberoemde Route 66, en dat op de dvd-versie tot 7 minuten was ingekort, is nu weer op dezelfde volledige lengte te bekijken als op de oorspronkelijke Amerikaanse dvd-release. De 5 uitgelichte scènes (11 min.), scènes die volgens de makers als demonstratiemateriaal kunnen dienen, dragen weinig bij tot het geheel, want heel de disc is van demonstratieniveau. De verwijderde scènes (14 min.) zijn dan weer wel de moeite.
De nieuwe mogelijkheden van blu-ray worden maximaal benut in de Cine-Explore-extra. Eerst geeft regisseur John Lassiter hier een korte uitleg bij (1 min.). Je kan tijdens de film een soort van audiovisuele commentaartrack selecteren, waarbij tijdens de film een soort van picture-in-pictureoptie wordt geactiveerd. Deze bevatten stukjes documentaire, verwijderde scènes, schetsen... het geeft echt een nieuwe dimensie aan de filmbeleving. Je kan er ofwel voor kiezen al dit lekkers automatisch te laten inpassen, ofwel het manueel stuk per stuk te selecteren. De 7 documentaires uit de Ciné-Explore,
Radiator Springs (5 min.),
Character Design (6 min.),
Animation and Acting (5 min.),
Real World Racing: Getting Geeky with the Details (6 min.),
Hudson Hornet (3 min.),
Graphics (4 min.) en
Darrell Waltrip Museum Tour (7 min.) zijn ook apart te bekijken. Tot slot zitten er in de Cine-Explore nog twee audiocommentaren te vinden, eentje van John Lasseter en eentje van het productieteam. Het enige waar je voor moet opletten is dat ook het commentaar genasynchroniseerd wordt als je voor de Nederlandse audioversie hebt gekozen; het is echter niet zo'n débâcle als op de
Monsters Inc.-dvd geworden waarbij al het bonusmateriaal in een irritant Tel-Sell Nederlands werd gepresenteerd. Enige uitschuiver is dat de commentaartracks zelf niet van ondertiteling voorzien zijn.
Tot slot zit er - hoe kon het ook anders? - een spelletje "Car Finder" bij, waarin je auto's moet trachten te spotten in de film.
CONCLUSIE
Disney heeft kennelijk erop gegokt dat de liefhebbers van bonusmateriaal ook wel diegenen zijn die in blu-rayapparatuur investeren. In tegenstelling tot de dvd kunnen we voor deze blu-ray de status van top-bluray wél uitdelen. Daarnaast heeft
Cars van de magie die de sleutel van het succes van dit soort film is,
oodles in overvloed.